Courtine Oud Molen-Katten, Naarden
Segment van verdedigingswerk vesting Naarden, deel uitmakend van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Het werk bestaat uit een aanleg van aardwerken met natte gracht en daarin gelegen ravelijn.
De aanleg vormt een onderdeel van de verdedigingswerken rond Naarden en omvat een courtine tussen bastion Oud Molen en bastion Katten, voorliggende natte gracht met daarin gelegen ravelijn Oud Molen en Katten.
Op de courtine bevinden zich:
- Twee poternes/doorgangen door de hoofdwal (gebouwen d en e).
Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
Locatie
VERDEDIGINGSWERKEN NAARDEN. De historische (oorspronkelijk middeleeuwse) gedeeltelijk Oudnederlandse, gedeeltelijk Nieuwnederlandse, kernvesting in een sector van de Oude, later Nieuwe Hollandse Waterlinie, begrensd volgens een stippellijn op de bijbehorende kadastrale kaarten G2, G3, G4, G5 en waarvan de hierna aangegeven samenstellende onderdelen zijn aangeduid op de bijbehorende situatiekaart tekening nr 274 alsmede op de overzichtskaart, heeft de volgende kenmerken:
A. Locatie en functie.
De vesting, gesitueerd op een hoge terreinstrook, vormde het noordelijk steunpunt van de Oude Hollandse, na 1814 van de Nieuwe Hollandse Waterlinie en diende ter verdediging van het acces tussen de Utrechtse plassen enerzijds en de voormalige Zuiderzee anderzijds. De vesting werd als zodanig opgeheven bij K.b. van 28 mei 1926, Staatsblad 156.
B. Bouwjaren en bouwers.
Van de middeleeuwse verdedigingswerken is nog slechts herkenbaar aanwezig een gedeelte van de toenmalige hoofdgracht als binnenhaven.
Overigens zijn de vestingwerken in de huidige verschijningsvorm voornamelijk aangelegd in de jaren 1676-1685 op aanwijzingen van Prins Willem III. Blijkens de gedenksteen in een monnik op de Westbeer werd het werk uitgevoerd onder leiding van Theodorus van Leyden van Leeuwen en Nicolaas Witsen. Later werd die taak overgenomen door Adriaen Dortsman en Willem Paen.
De belangrijkste wijzigingen, aanvullingen en verbeteringen nadien betreffen:
- Het in het begin van de 18e eeuw completeren van de enveloppe ten noorden van de vesting.
- Het bouwen van de Turfloods in 1752.
- Het aanleggen van een ravelijn in de hoofdgracht voor de courtine Katten-Oranje in 1756.
- De aanleg van het fort Ronduit in 1873 en dientengevolge het wijzigen van de enveloppe en buitengracht ter plaatse van de aansluitende werken.
- Het bouwen van een groot aantal bomvrije gebouwen in de jaren 1873-1888 op de bastions, de courtines en de enveloppe. Voorts enkele utiliteitsgebouwen in diezelfde periode.
- Het afbreken en herbouwen van de Utrechtse Poort in 1877.
- Het bouwen van een aantal schuilplaatsen van gewapend beton op de enveloppe in de jaren 1895-1914.
- Het afbreken van de Amsterdamse Poort en het maken van een coupure ter plaatse in 1915.
- Het maken van een coupure in de courtine Oranje-Promers ten zuiden van de Utrechtse Poort, alsmede dammen met duikers of vaste bruggen over de voorliggende hoofd- en buitengracht in 1915.
- Het aanleggen van een tankversperring in de Oostdijk ter plaatse van de doorsnijding van de buitengracht in pl.m. 1938.
- Het maken van een coupure in de courtine Turfpoort-Nieuw Molen, alsmede dammen met duikers of vaste bruggen over de voorliggende hoofd- en buitengracht in 1939.
De aanvullende werken zijn, voor zover niet anders vermeld, voorbereid en uitgevoerd door de Dienst der Genie of de onder uiteenlopende benamingen daarvoor bestaande diensten of directies der fortificatien.
C. Verschijningsvorm en hoofdonderdelen.
Een nagenoeg regelmatige zeshoekige gebastionneerde vesting met hoofdgracht, ravelijnen, enveloppe en buitengracht, d.m.v. een wal met gedekte weg en gracht verbonden met het aan de v.m. Zuiderzeekust gelegen omgrachte fort Ronduit. De vesting is door de v.m. zeewering (Oostdijk - Oostbeer - hoofdwal - Westbeer - Westdijk) verdeeld in vier binnendijkse en twee buitendijkse fronten. Het buitendijkse deel is in hoofdzaak volgens het Oudnederlandse stelsel aangelegd, het binnendijkse deel in hoofdzaak volgens het Nieuwnederlandse stelsel.
De vesting bestaat thans in hoofdzaak uit:
- Een gerevetteerde hoofdwal met steile taluds en wisselende hoogte met op elk der hoekpunten een bastion. Op en in de bastions bevinden zich vele onderaardse gangen, kelders en bomvrije gebouwen.
- Een hoofdgracht met een buitendijks deel, dat in verbinding stond met de v.m. Zuiderzee, alsmede een binnendijks deel; in de hoofdgracht twee beren.
- In de hoofdgracht voor elk der zes courtines een ravelijn; deze zijn, met uitzondering van die voor de courtine Oud Molen-Katten, gerevetteerd; het ravelijn voor de courtine Turfpoort-NieuwMolen is grotendeels ontgraven.
- Een enveloppe met gedekte weg, die de hele hoofdgracht omsluit, met op de in- en uitspringende hoeken wapenplaatsen. Op de enveloppe is in de periode 1895-1914 een aantal schuilplaatsen van gewapend beton gebouwd.
- Een buitengracht, die de enveloppe omsluit en die d.m.v. boomgaten in verbinding staat met de hoofdgracht.
- Het omgrachte, niet-gerevetteerde, fort Ronduit.
Van de vesting zijn de volgende toegangen van belang:
- Aan de westzijde via een brug over de buitengracht, het ravelijn Nieuw Molen-Oud Molen, een dam door de hoofdgracht en een coupure in de hoofdwal ter plaatse van de v.m. Amsterdamse Poort (in 1915 afgebroken).
- Aan de zuidwestzijde op overeenkomstige wijze via het ravelijn Nieuw Molen-Turfpoort.
- Aan de oostzijde op overeenkomstige wijze via het ravelijn Promers-Oranje en een coupure in de hoofdwal naast de Utrechtse Poort, alsmede via de Utrechtse Poort.
D. Technische bijzonderheden.
De meest kenmerkende technische bijzonderheden zijn:
- De hoofdwal heeft vrij steile taluds, een brede kruin op wisselende hoogte en brede walgangen; de open geschutsopstellingen op en achter de hoofdwal zijn voorzien van traversen.
- De bastions Katten, Turfpoort en Nieuw Molen zijn als gevulde bastions uitgevoerd. Op het bastion Katten bevindt zich een kat. De overige bastions zijn hol.
- De bekledingsmuren van de hoofdwal zijn aan de bovenzijde voorzien van een tandlijst; bij de courtines zijn zij laag gehouden, terwijl zij bij de bastions hoger zijn opgetrokken, zich verjongend naar boven, en oplopend naar de saillanten, bij de afgeronde hoeken ten dele voorzien van bosseringen en bij de uiteinden der facen en courtines van de binnendijkse fronten van schietgaten (thans in de in 1877 verkregen vorm en plaats). Zij fungeren tevens als keermuren.
- In de facen der binnendijkse fronten bevinden zich nabij de schouderhoek vijf overwelfde gemetselde kanonkelders achter en schietgaten in de bekledingsmuren; naast de ingang een kruitkamer; in de courtines bevinden zich nabij de flanken twee soortgelijke kelders.
- In de hoofdwal op de bastions en de courtines bevinden zich vele poternes. Dit zijn onderaardse gemetselde gangen, door tongewelven overkluisd, toegankelijk via poorten in de bekledingsmuren, meestal met vlechtingen, en afgesloten door getoogde houten deuren; zij dateren van omstreeks 1680.
- Achter de bekledingsmuren der facen van de binnendijkse fronten bevinden zich luistergangen. Dit zijn onderaardse gemetselde gangen, door tongewelven overkluisd, toegankelijk vanuit de kanonkelders. Via verticale, van boven afgeschermde kokers, konden geluiden uit het voorterrein worden waargenomen.
- Op de bastions en op enkele ravelijnen en wapenplaatsen zijn, vnl. in de periode 1871-'80 een groot aantal bomvrije gebouwen gebouwd, waarvoor de zware gronddekking kenmerkend is. Zij waren bestemd voor legering, verzorging, berging van geschut en munitie, alsmede in enkele gevallen gevechtsopstelling (de kazematten).
De gebouwen hebben doorgaans recht afgesloten bakstenen gevels, waarvan alleen de voorgevel in het zicht komt, met veelal afgeschuinde bovenhoeken, voorzien van vlechtingen; inwendig worden de ruimten overkluisd door evenwijdig aan elkaar, haaks op de gevel geplaatste tongewelven, hetgeen in het exterieur tot uitdrukking wordt gebracht door in rollagen gemetselde ontlastingsbogen boven de houten deuren, die meestal van open bovenlichten met diefijzers zijn voorzien ter ontluchting, en geflankeerd door vensters met houten luiken. Bij sommige gebouwen is voorts het stichtingsjaar en/of de naam van het bastion aangegeven op een in het midden van de gevel, dan wel terzijde geplaatste gedenksteen en zijn er bij deuren en vensters ter plekke van de scharnierklampen en midden boven en onder natuursteenblokken aangebracht.
- De ruimten in de bomvrije gebouwen zijn doorgaans op meerdere plaatsen voorzien van ventilatiespleten in de buitenmuren, resp. verticale van boven afgeschermde ventilatiekokers door de gronddekking.
- De ruimten in de bomvrije gebouwen zijn in de wanden veelal voorzien van afgeschermde lichtnissen (lantaarnplaatsen) met lucht- en rookgaten aan onder- en bovenzijden. In munitie- en kruitkamers zijn deze lichtnissen alleen van buiten die ruimten bereikbaar voor het plaatsen van lantaarns e.d. en aan de binnenzijde afgeschermd door een dikke glasplaat.
- Het door de gronddekking van de bomvrije gebouwen sijpelende regenwater wordt opgevangen op de gemetselde gewelven; deze zijn zodanig van vorm, dat het water wordt geleid naar druipkokers en via die kokers naar de reinwaterkelders. M.b.v. handpompen in de keukens, wasplaatsen, e.d. kon het water naar behoefte worden opgepompt.
- Op de enveloppe is in de periode 1895-1914 nabij de open gevechtsopstellingen een aantal betonnen schuilplaatsen gebouwd. Deze zijn, ondanks een ander materiaalgebruik en sterk versoberde detaillering volgens hetzelfde principe als de 19e eeuwse bomvrije gebouwen uitgevoerd, zij het met een zeer sterk accent op de doelmatigheid. Deze betonnen schuilplaatsen zijn veelal voorzien van een rechtafgesloten gevel met getoogde stalen deuren en vensterluiken - in de regel de deur in het midden en twee vensters ter weerszijden - en twee kleine ontluchtingsgaten aan de uiterste zijden; somtijds zijn ook afgeschuinde vleugelmuren of steunberen aangebracht en in principe bezitten ook deze schuilplaatsen een gronddekking.
- De grachten hebben de oorspronkelijke vorm en afmetingen goeddeels behouden, met uitzondering van enkele verlande delen van de noordelijke buitengracht. De buitendijkse grachten staan in verbinding met die van het fort ronduit; deze laatste stond in verbinding met de voormalige Zuiderzee. De binnendijkse grachten staan in verbinding met de Muidertrekvaart en de polderboezems.
- De beren zijn gemetselde massieve beren met scherpe ezelsrug op kruinhoogte van de aansluitende zeedijken. De Westbeer is voorzien van twee ronde gemetselde monniken met bolle natuurstenen muts. De beren sluiten op de bekledingsmuren van de hoofdwal aan; aan de zijde van de enveloppe met behulp van vleugelmuren.
E. Samenstellende onderdelen.
De historische vesting Naarden heeft de volgende samenstellende onderdelen:1. BASTION KATTEN MET BOMVRIJE KAZERNE, REMISES EN KAZEMATTEN, zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer 338706.
2. COURTINE KATTEN-ORANJE MET POTERNE, REMISE EN RAVELIJN, zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer 338752.
3. BASTION ORANJE MET BOMVRIJE KAZERNE, KAZEMATTEN, MAGAZIJNEN, POTERNES EN DE OOSTBEER, zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer 338763.
4. COURTINE ORANJE-PROMERS MET UTRECHTSE POORT, LOODS EN RAVELIJN MET BOMVRIJE KAZERNE EN REMISES, zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer 338773.
5. BASTION PROMERS MET BOMVRIJE KAZERNE, KAZEMATTEN, REMISES, MAGAZIJNEN EN POTERNES, zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer 338790.
6. COURTINE PROMERS-TURFPOORT MET RAVELIJN, zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer 338798.
7. BASTION TURFPOORT MET BOMVRIJE KAZEMATTEN, MAGAZIJNEN, REMISE EN POTERNES, zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer 338811.
8. COURTINE TURFPOORT-NIEUW MOLEN MET RAVELIJN, zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer 338818.
9. BASTION NIEUW MOLEN MET BOMVRIJE POTERNES EN KAZEMATTEN, zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer 338834.
10. COURTINE NIEUW MOLEN-OUD MOLEN MET RAVELIJN EN BOMVRIJ WACHTHUIS, zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer 338843.
11. BASTION OUD MOLEN MET GROOT ARSENAAL, KLEIN ARSENAAL, BOMVRIJE KAZERNE, KAZEMATTEN, REMISES, WERKPLAATSEN, MAGAZIJNEN EN POTERNES, ALSMEDE DE WESTBEER, zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer 338862.
12. COURTINE OUDMOLEN-KATTEN MET RAVELIJN EN POTERNES, zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer 338871.
13. HAVEN MET ZEEBRUG OF HAVENPOORT, zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer 338890.
14. ENVELOPPE MET BOMVRIJ WACHTHUIS, ALSMEDE BETONNEN SCHUILPLAATSEN, zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer 338912.
15. FORT RONDUIT MET BRUG, BOMVRIJE KAZERNE, WACHTHUIS EN REMISE, zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer 338969; nu complexnr. 531378
16. CANTINEGEBOUW, zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer 338984.
17. GARNIZOENSBUREAU,zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer 338989.
18. TURFLOODS,zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer 338996.
Hoewel hier en daar delen verloren zijn gegaan c.q. zijn gewijzigd is het geheel, gevormd door een hoofdwal, zes bastions, een waterpoort, een landpoort, een hoofdgracht, zes ravelijnen met ravelijnsgrachten, twee beren, een enveloppe met voorgracht, een havenfort, een haven binnen de enceinte, een groot aantal bomvrije gebouwen en enkele utiliteitsgebouwen,
- wegens het gave karakter als nagenoeg regelmatig zeshoekige gebastionneerde, volgens het Oudnederlandse stelsel (buitendijks) resp. het Nieuwnederlandse stelsel (binnendijks) gebouwde, vesting;
- wegens het gave karakter als kernvesting op een acces in een linie in combinatie met een kustverdedigingsfort;
- wegens de unieke vestingbouwkundige grondvorm met dubbele omwalling en omgrachting;
- wegens de unieke combinatie van 17e-eeuwse bomvrije kanonkelders en poternes met 19e-eeuwse bomvrije gevechtsopstellingen, kazernes, remises en magazijnen,een voortreffelijk en gaaf voorbeeld van de zo doelmatig versterkte 17e-eeuwse vestingsteden, welke in de hoofdverdedigingslinies van de Nederlandse landsverdediging een hoofdrol speelden en welke na diverse aanpassingen en uitbreidingen in volgende eeuwen hun functie in de landsverdediging tot in de 20e eeuw konden blijven vervullen,en daarmede van algemeen belang op grond van zijn architectuur-historische, krijgsgeschiedkundige en oudheidkundige waarde.
Eigenschappen
Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
---|---|---|---|---|
– | Verdedigingswerken en militaire gebouwen | Bomvrij militair object | oorspronkelijke functie | Ja |
Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Vestingwerken | 1 | D 2 | – | Naarden | – | – | Ja |
Vestingwerken | 1 | E 2 | – | Naarden | – | – | – |
Kadastraal perceel | Kadastrale sectie | Kadastraal object | Appartement | Kadastrale gemeente |
---|---|---|---|---|
– | G | 2092 | – | Naarden |
– | G | 2180 | – | Naarden |
– | G | 2189 | – | Naarden |
– | G | 2097 | – | Naarden |
– | G | 2918 | – | Naarden |
– | G | 2091 | – | Naarden |
– | G | 2068 | – | Naarden |
– | G | 2181 | – | Naarden |
– | G | 2792 | – | Naarden |