Lutherse Kerk. Rechthoekig, pseudobasilicaal kerkgebouw van drie beuken, gescheiden door slanke ronde zuilen met lijstkapitelen, gebouwd blijkens jaartalankers in de noordgevel in 1646, vergroot in 1661-1662 en inwendig verbouwd in 1792, waarbij over het middenschip een houten tongewelf werd aangebracht. De zuilen worden verbonden door trekbalken met korbelen. Kerkeraadskamer (1792) tegen de oostzijde. Aan de Jan de Bakkerstraat gepleisterd dwarshuis, waarin de toegang tot de kerk, omlijst door een hoofdgestel met triglyphenfries. Het dwarshuis heeft een pannen zadeldak met twee dakvensters. Tegen de westhoek van de kerkzaal aan de achterzijde een kleine schuur met decoratief gepleisterde gevel. Aansluitend hierop een decoratief ijzeren spijlenhek ter afsluiting van de open ruimte. Tot de inventaris behoren; een preekstoel met snijwerk, in de Voorlopige Lijst gedateerd omstreeks 1673; aan de preekstoel een koperen lezenaar en zandloperhouder; een doophek met balusters, twee koperen doopbogen en lezenaar, 1770. Orgel met Hoofdwerk en Onderpositief, in 1846 gemaakt door de firma Batz & Co. In 1983 gerestaureerd door Flentrop Orgelbouw; een versierde orgelkas, omstreeks 1800 en een tekstbord, 1677, gerestaureerd in 1867.