Oostersingel 27, Assen
HISTORISCHE TUIN- EN PARKAANLEG. De geschiedenis van de historische tuin- en parkaanleg van Overcingel gaat terug tot in de laatste kwart van de 18e eeuw. Waarschijnlijk liet Johannes van Lier kort na 1777-1778, toen hij het huis Overcingel liet bouwen, een tuinaanleg realiseren. Rondom en ten oosten van het hoofdgebouw kwam een rechthoekige siertuin tot stand, waarvan het verloop van de oorspronkelijke omgrenzing, met uitzondering van een strook aan de ZW-zijde, nog geheel bestaat. Enkele telgen van de rechte beukenhaag, die deze grens aan de zuidzijde markeert, dateren wellicht nog uit deze oudste fase van de geschiedenis van de parkaanleg. Aan de oostzijde van de siertuin liet Johannes van Lier in de as van het huis het nog steeds bestaande door een beukenrij omzoomd (deels 19e-eeuws, deels 20e-eeuws) 'grand canal' aanleggen, een motief, dat in Nederlandse historische tuinen en parken tegenwoordig vrij zeldzaam geworden is. Het ten zuiden van het kanaal gelegen rechthoekige perceel hakhout, dat op de plattegrond van de stad Assen door P.A.C. van Buwama Aardenburg uit 1809 staat aangegeven, bestaat nog steeds, zij het dat het assortiment (o.a. eik en beuk) van recentere datum is (19e- en 20e-eeuws) en dat het aangeduide padenverloop ontbreekt. Uit deze oudste fase van de geschiedenis van Overcingel dateren waarschijnlijk nog het tracé van de laan ten zuiden van het huis (19e-eeuwse eiken) langs de huidige boomgaard, van de laan ten noorden van het sierpark (19e-eeuwse eiken) en van het tracé van de laan langs de oostzijde van het Wilhelmina Ziekenhuis (19e-eeuwse eiken). Door hun geometrische of bijna geometrische situering ten aanzien van het huis en van het park rondom en ten oosten van het huis maken deze lanen met de aangrenzende weide- en bospercelen deel uit de van de architectuur van de historische aanleg van Overcingel. Het aan de zuidzijde van Overcingel gelegen parkbos met eik, beuk en taxus is in de 19e eeuw aangelegd; ook het rechte padenverloop, dat dit bos doorsnijdt, kwam toen tot stand. De hier en aan de oostzijde van Overcingel gelegen houtwallen dateren uit de 18e eeuw of eerder. Omstreeks 1820 liet de toenmalige eigenaar Joannes Henricus Petrus van Lier de siertuin en een strook aan de ZW-zijde hiervan in landschapsstijl opnieuw aanleggen. Op stilistische gronden kan deze kleinschalige tuin, die nog geheel bestaat, aan Lucas Pieters Roodbaard(1782-1851) worden toegeschreven. Ter plekke realiseerde hij een grillig patroon van smalle diepliggende slingerpaadjes, die bol liggende gazons in ongelijke rondingen omsluiten. Variatie in de ruimtelijke opbouw van het park en doorzichten in het agrarisch benutte deel van Overcingel bracht hij tot stand door een 'natuurlijk' aandoende accidentatie en door een welbewust gekozen schijnbaar natuurlijke aanplant van solitairen (paardekastanje, Taxodium ascendens, tulpeboom, sneeuwklokjesboom, moerascypres, eik, beuk) boomgroepen (eik en beuk ten noorden en zuiden van de oprit), solitaire heesters en heestergroepen (taxus en rhododendrons). Dat de gezichten vanuit het hoofdgebouw en het park op de agrarische percelen (nu weide- en bospercelen) en vice versa een belangrijk element zijn van de aanleg op Overcingel blijkt ondermeer uit een schilderij uit ca. 1860 op de ZO-zijde van het huis vanaf een perceel bouwland (tegenwoordig weiland en bos). Vanuit het huis was een weids gezicht over deze percelen in deze richting gerealiseerd. Ook het gezicht op landerijen ten oosten van het 'grand canal' speelden in de aanleg een belangrijke rol. Het gezicht vanuit het huis over de siertuin vernauwde zich ter plekke van het door bomen begrensde 'grand canal', om zich in de weidsheid van het land ten oosten hiervan te verliezen. In de jaren vijftig van deze eeuw werd op een trapeziumvormig perceel aan de westzijde van Overcingel een boomgaard met hoogstamfruitbomen (meest oude rassen) aangelegd, die de oude ten zuiden van de siertuin gelegen boomgaard, waarvan nog enkele fruitbomen bewaard zijn gebleven, verving.
Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
Locatie
BUITENPLAATS OVERCINGEL. De geschiedenis van de historische buitenplaats Overcingel gaat terug tot de jaren 1777-1778, toen Johannes van Lier het huis Overcingel liet bouwen op een stuk land aan de Oostersingel bij het centrum van Assen. Het huis Overcingel dateert nog uit de bouwtijd. De voorgevel heeft nog de oorspronkelijke opbouw en indeling. In de tweede helft van de 19e eeuw werd het huis aan de oostzijde met een verdieping verhoogd. Rond 1911 kreeg de noordelijke aanbouw zijn huidige aanzien en werd aan de zuidzijde van het hoofdgebouw een serre gebouwd. De aan de noordzijde van het hoofdgebouw gelegen schuur stamt waarschijnlijk oorspronkelijk uit de begintijd van de geschiedenis van de buitenplaats, toen de schuur als boerderij en koetshuis dienst deed. Johannes van Lier exploiteerde op Overcingel een gemengd boerenbedrijf, waarvan de agrarische percelen direct rondom en ten oosten van de siertuin van Overcingel waren gelegen. Deze situatie heeft tot in deze eeuw bestaan. De siertuin, die Johannes van Lier vermoedelijk kort na de bouw van het huis liet aanleggen, besloeg een rechthoekig terrein rondom en achter het huis. Het verloop van de omgrenzing van deze tuin is met uitzondering van een strook aan de ZW-hoek geheel bewaard gebleven. Aan de oostzijde van deze tuin liet Johannes van Lier, in de as van het huis, een nog steeds bestaande, door een rij beuken omzoomde, bescheiden 'grand canal' aanleggen. Dit compositorische en architectonische motief komt in Nederlandse historische tuinen tegenwoordig nog vrij zelden voor. Ook het ten zuiden van dit kanaal gelegen perceel hakhout, dat op de plattegrond van de stad Assen door P.A.C. van Buwama Aardenburg uit 1809 staat aangegeven, bestaat nog steeds, zij het dat het assortiment (o.a. eik en beuk) van recentere datum is en dat het op de kaart aangeduide padenverloop niet meer aanwezig is. Uit deze eerste fase van de geschiedenis van Overcingel dateert waarschijnlijk nog het tracé van de laan ten zuiden van het huis langs de boomgaard (19e-eeuwse eiken in laanverband), van de laan ten noorden van het park (19e-eeuwse eiken in laanverband), die naar de uitgang aan de Stationsstraat voert en het tracé van de laan (19e-eeuwse eiken in laanverband) langs de oostzijde van het Wilhelmina Ziekenhuis. Het aan de zuidzijde van de historische aanleg gelegen parkbos (eik, beuk, taxus), dateert uit de 19e eeuw evenals het hier aanwezige rechte padenverloop. De alhier en aan de oostzijde van de aanleg gelegen houtwallen zijn 18e-eeuws of ouder. Omstreeks 1820 liet de toenmalige eigenaar Joannes Henricus Petrus van Lier de siertuin en een strook aan de ZW-zijde hiervan in landschapsstijl opnieuw aanleggen. Op stilistische gronden kan deze tuin, die nog in zijn geheel bestaat, aan Lucas Pieters Roodbaard (1782-1851) worden toegeschreven. Voor de ruimtelijk structurele indeling van deze tuin speelt het verloop van verdiepte slingerpaden, de accidentatie van het terrein, de aanplant van solitairen (paardekastanje, Taxodium ascendens, tulpeboom, sneeuwklokjesboom, moerascypres, eik, beuk), van boomgroepen (eik, beuk), solitaire heesters en heestergroepen (taxus en rhododendrons) een grote compositorische rol. Op een schilderij met een gezicht op de oostzijde van het huis uit ca. 1860 is de brug aan de westzijde van het 'grand canal' zichtbaar, waarvan heden de kandelabervormige spijlen met siersmeedijzeren schakelketting bewaard zijn gebleven. Ook zijn de hardstenen console met zonnewijzer ten oosten van het huis en de hardstenen console aan de zuidzijde van het huis, die op dit zijn schilderij afgebeeld, nog ter plekke aanwezig. Wellicht dateren deze onderdelen van de historische aanleg uit de tijd van de heraanleg in landschapsstijl van het sierpark (ca. 1820). Waarschijnlijk werd toen de Chinese koepel op een heuveltje ten zuidwesten van het 'grand canal' geplaatst. De koepel vertoont veel gelijkenis met de ontwerpen voor Chinese koepels in het ontwerpboek Magasijn van Tuin-sieraaden (1802) door Gijsbert van Laar. Even ten zuidwesten van deze koepel werd rond 1900 een zogenaamde heksenbol - een glazen spiegelbol - op een siersmeedijzeren voet opgesteld. Dat de gezichten vanuit het huis en het sierpark op de omliggende percelen en vice versa historische zijn, blijkt uit een pendant van het genoemde schilderij uit ca. 1860 van een gezicht vanaf een van de bouwlanden (tegenwoordig weiland en bos) op de ZO-zijde van het huis. Vanuit het huis was een weids gezicht over deze percelen gecreeerd. Ook de landerijen ten oosten en zuidoosten van het 'grand canal' speelden in de aanleg als bedoeld gezicht vanuit het huis en het sierpark een belangrijke rol. In 1967 werd ten oosten van het kleine weiland, dat aan de oostzijde van het 'grand canal' grenst, een gemengd loofbos aangelegd, dienend als buffer tussen de meer open parkgedeelten en de Overcingellaan. De historische waarde van dit gedeelte van het terrein van Overcingel, alsmede de weide met bosstrook en moderne watertuin ten zuiden van het sierpark en het 'grand canal' ligt niet in hun aanleg, maar in hun historische functie als groenzone. In de jaren vijftig van deze eeuw werd op een trapeziumvormig perceel aan de westzijde van de aanleg een boomgaard met hoogstamfruitbomen (meest oude rassen) aangelegd, die de oude ten zuiden van de siertuin gelegen boomgaard, waarvan nog enkele oude fruitbomen bewaard zijn gebleven, verving. De eveneens in de jaren vijftig van deze eeuw gebouwde tuinmanswoning aan de oostzijde van de historische aanleg met bijbehorend erf en siertuin is voor de historische aanleg van ondergeschikte betekenis. Het verloop van de historische omgrenzing van de buitenplaats Overcingel werd in 1965 aangetast door de uitbreiding van het Wilhelmina Ziekenhuis; hierdoor raakte een groot rechthoekig terrein aan de ZW-zijde van de historische aanleg verloren. Ook de verlegging van de Stationsstraat en de bouw van het G.A.K.-gebouw in 1967 aan de noordzijde van het park betekenden een aantasting van de historische begrenzing. De door deze ontwikkelingen enigszins aangetaste omgrenzing van deze laatste van de vroeger vrij talrijk aanwezige buitenplaatsen rond het stadscentrum van Assen verloopt als volgt: aan de oostzijde wordt de buitenplaats begrensd door de Overcingellaan, aan de noordzijde door de bebouwing met erven aan de Stationsstraat (kadastrale percelen Assen nrs. S1256, S1867, S1232 en S1233), aan de westzijde deels door de Oostersingel en deels door het ziekenhuisterrein (kadastrale perceel Assen nr. S866) en aan de zuidzijde door het Oosterhoutje. De historische buitenplaats Overcingel is in cultuurhistorisch opzicht van algemeen belang, vanwege: -het 18e-eeuwse hoofdgebouw, dat het laatste voorbeeld is van de buitenhuizen, die eens rond het stadscentrum van Assen gelegen hebben; -het gaaf bewaarde complex van een classicistisch huis, 18e-eeuwse schuur en historische tuin- en parkaanleg, dat het laatste overblijfsel is van de vroeger vrij talrijke rond het stadscentrum van Assen gelegen buitenplaatsen; -de historische tuin- en parkaanleg, waarin zich een tegenwoordig in Nederlandse tuinen en parken vrij zeldzaam geworden 18e-eeuws 'grand canal' bevindt en waarvan een gaaf bewaard kleinschalig waarschijnlijk door Lucas Pieters Roodbaard aangelegd landschapspark met historische tuinornamenten een belangrijk bestanddeel vormt. Dit complex omvat de volgende onderdelen: 1. HOOFDGEBOUW, zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer 408929; 2. HISTORISCHE TUIN- EN PARKAANLEG, zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer 408930; 3. SCHUUR, zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer 408931; 4. SMEEDIJZEREN HEKWERK MET TWEE INRIJHEKKEN, zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer 408932; 5. CHINESE KOEPEL, zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer 408933; 6. HEKSENBOL OP SMEEDIJZEREN VOET, zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer 408934; 7. TWEE BRUGLEUNINGEN MET KETTINGEN, zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer 408935; 8. ZONNEWIJZER OP SOKKEL, zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer 408936; 9. SOKKEL, zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer 408937; 10. DIENSTWONING, zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer 408938.
Eigenschappen
Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
---|---|---|---|---|
Historische aanleg | Kastelen, landhuizen en parken | Tuin, park en plantsoen | oorspronkelijke functie | Ja |
Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Oostersingel | 27 | – | 9401 JZ | Assen | – | BY | Ja |
Kadastraal perceel | Kadastrale sectie | Kadastraal object | Appartement | Kadastrale gemeente |
---|---|---|---|---|
– | S | 869 | – | Assen |
– | S | 867 | – | Assen |
– | S | 1098 | – | Assen |
– | S | 1099 | – | Assen |