Zeeduin, Oostkapelle
De AANLEG VAN DE HISTORISCHE BUITENPLAATS heeft een veelhoekige en onregelmatige vorm. De buitenplaats ligt aan weerszijden van de Dunoweg, een verharde weg, die ter hoogte van het midden van de buitenplaats een flauwe bocht vertoont. In het verlengde van de Vroonweg ligt in het oosten de Koningin Emmaweg. Deze naamsverandering is gemarkeerd in de bestrating, resp. asfalt en klinkers, en door een steen in de noordelijke berm van de Vroonweg met daarin de tekst "Overduin". Deze noordgrens van de buitenplaats "Zeeduin" wordt gevormd door opgaand geboomte en manshoge begroeiing, waardoor een sterke afscheiding tussen het terrein en de directe omgeving wordt bewerkstelligd. De oostzijde van de buitenplaats "Zeeduin" heeft verschillende coulissen-stroken die grosso modo in noord-zuidrichting lopen. Deze stroken zijn beplant met populieren en beuken en door een greppel gemarkeerd. Aan de overzijde van deze greppel liggen akkers en weidegronden. De zuidoostelijke begrenzing wordt gevormd door de oprijlaan, die na het inrijhek aan de Noordlaan eenzijdig is beplant met populieren, elzen, essen en iepen en in twee flauwe bochten naar het hoofdgebouw voert. Deze oprijlaan kruist de in het zuiden lopende Dunoweg (vroeger "Nieuwe Weg" geheten). Na deze kruising is de oprijlaan dubbelzijdig beplant met populieren, elzen, essen, iepen en eiken; het laatste deel van de oprijlaan is dubbelzijdig met eiken beplant. De gehele oprijlaan is verhard met grind en steenslag. Het zuidwestelijke deel bestaat uit weidegronden die tot aan de Dunoweg strekken en in het noorden worden beperkt door een smalle bosstrook waarlangs aan de zuidoostelijke kant een verhoogde kaarsrechte laan loopt, ter plaatse bekend onder de naam "Het Oude Dijkje". Aan noordwestelijke zijde liggen diverse landbouwgronden. Het resterende grondperceel in het noordwesten wordt gevormd door een parkonderdeel dat tot aan de Vroonweg loopt. Het ontwerpkunstige "hart" van de parkaanleg ligt in het noordoosten. De aanleg wordt daar gekenmerkt door een compacte verwevenheid die de gebouwde opstallen als kernen heeft en waar moestuin, boomgaarden, slingerbos en vijverpartij omheen zijn gecomponeerd. De beplanting tussen het koetshuis en de vijverpartij is het oudst. In dit parkdeel staan diverse oude eiken. Dit deel van de beplanting is tijdens de jaren 1944-1946 gespaard gebleven. Een aantal oude eiken vormt een haag die de zichtas vanuit het hoofdgebouw naar het noordwesten bepaalt. In vroeger tijden liep deze zichtas ononderbroken door tot in de duinen, waar een zichtpunt was geplaatst. Momenteel wordt deze zichtas belemmerd door de begroeiing aan de noordzijde van de Vroonweg (op landgoed "Duinzicht"), maar aan de oostzijde van het hoofdgebouw is het uitzicht onbelemmerd en voert de blik over het gazon tot voorbij de landbouwgronden van het landgoed "Overduin". Voor het overige is de beplanting jong en dateert uit 1947. Bij de herbeplanting is de oorspronkelijke structuur van de aanleg gehandhaafd. De oprijlaan tussen de Dunoweg en het hoofdgebouw verdient aparte vermelding. Halverwege vertoont deze laan een tweetal haakse bochten, zonder dat daardoor aan de zichtas-uitwerking afbreuk wordt gedaan. Het park ligt vanaf de omringende grondpercelen, akkers en wegen gezien, visueel afgezonderd door boomgroei en door dichte beplanting. Vanaf de zuidzijde van het hoofdgebouw zijn namelijk de Dunoweg en de daarvoor liggende landbouwvelden zichtbaar, omdat in de begroeiing van de oprijlaan ter hoogte van deze twee bochten een doorzichtspunt is uitgespaard. Door de variatie van de beplanting (in soort, samenstelling en hoogte), is de buitenplaats van buitenaf nauwelijks visueel toegankelijk en wekt zij de indruk "in zichzelf te zijn gekeerd". In niet onbelangrijke mate biedt de beplanting beschutting tegen de wind. Het slingerpaden-patroon aan de noordwestelijke kant van het hoofdgebouw loopt voor een belangrijk deel parallel aan de vijverpartij en bevat als voornaamste motief een boomgaard. Behalve door deze vorm-parallellie worden deze onderdelen visueel door beplanting en het gazon ten westen van het hoofdgebouw met elkaar in verbinding gebracht. De slingerende waterpartij vormt een concentratiepunt in de aanleg, want behalve dat de vijver vanuit het hoofdgebouw zichtbaar is, vormt zij ook een centraal punt waarmee verschillende onderdelen van de aanleg in verbinding staan. Bovendien is de hertenkamp in het padenpatroon verweven en maakt ook het kwekerij-gedeelte aan de oostzijde van de oprijlaan deel uit van de kern van de aanleg. Dit laatst genoemde deel bevat de dienstwoning, de kas, de moestuin, het masveld en een boomgaard die alle in vloeiende lijnen zijn ontworpen en nabij het hoofdgebouw gesitueerd. Dit onderdeel van het landgoed wordt deels begrensd door een manshoge, gemetselde tuinmuur en deels door een houten schutting die evenwijdig aan de oprijlaan zijn opgetrokken. Deze tuinmuur bestaat uit secundair verwerkte rode baksteen. Via een ijzeren draaihek is de kwekerij bereikbaar. Direkt aan de linkerhand is een gemetselde kweekbak. Rechts staat een tweede kweekbak, ellipsvormig en aanzienlijk hoger en deel uitmakend van een besloten geheel dat wordt begrensd door de reeds genoemde tuinmuur en een derde, smalle gemetselde kweekbak aan de tegenover liggende lange zijde. Aan de zuidzijde hiervan staat een loods op rechthoekige plattegrond, evenwijdig aan de tuinmuur. Deze loods heeft een bakstenen voeting en houten, donker geteerde delen, een rood pannen zadeldak en witgerande windveren met golfmotief. De loods heeft een betonnen vloer en dient voor het opslaan van tuiniergereedschap en -toebehoren. Schuin ten zuidoosten van de loods en parallel aan de tuinmuur staat een glazen kas, waarin bloemen, druiven en tomaten worden gekweekt. De kas is rechthoekig van plattegrond en twaalf traveeën lang. De ijzeren spantconstructie heeft de vorm van een gedrukte spitsboog. De leggers zijn van ijzer en de glasramen worden in houten roeden gevat. Het geheel rust op een lage betonnen voeting met een langsgoot voor de afvoer van hemelwater. Verder staan op dit deel van de kwekerij nog een voliere en een kippenhok, die echter voor de bescherming van ondergeschikt belang zijn.
Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
Locatie
BUITENPLAATS ZEEDUIN. De historische buitenplaats "ZEEDUIN" ligt aan de NO-zijde van Oostkapelle op het voormalige eiland Walcheren, direct tegen de westzijde van de buitenplaats Overduin. Aan de noordzijde grenst "Zeeduin" aan de in de 13e eeuw ontstane Vrouwenpolder en aan de zuidzijde aan het buiten Duno. De noordzijde van het terrein ligt iets hoger dan het zuidelijk deel. Het huis "Zeeduin" is hierdoor van oudsher aan de noordkant van de buitenplaats gesitueerd geweest. De historische buitenplaats bestaat uit een landschappelijke parkaanleg met daarin een toegangshek, een hoofdgebouw, een koetshuis, een dienstwoning, een hertenkamp met hertenverblijf, een moestuin, twee boomgaarden, een kwekerij, een kas, een oranjerie, een vijverpartij, een boerderij, een landbouwschuur en een hekwerk. Het hoofdgebouw werd in 1878 gebouwd, getuige een jaartalsteen in de westgevel ("MR. H.F. Lantsheer - 1878"). In het laatste kwart van de 19e eeuw verrezen nog enkele andere gebouwen als de oranjerie, het koetshuis waarschijnlijk ook het hertenverblijf met kamp. De dienstwoning ten zuiden van het hoofdgebouw dateert wellicht nog van voor 1864; deze dienstwoning onderging in de 20e eeuw diverse verbouwingen. De aanleg van het 19e-eeuwse landschapspark heeft naar wordt aangenomen in etappes plaatsgevonden; de eerste etappe dateert mogelijk uit het tweede kwart van de vorige eeuw. In de 20e eeuw onderging de aanleg diverse veranderingen, mede als gevolg van overstromingen tijdens de oorlogsjaren 1940-1945. De meeste bomen van voor deze oorlogsjaren zijn gekapt, terwijl de noordzijde van het landgoed de oorlog het best heeft doorstaan. Over een oudere tuinaanleg, uit de 18e eeuw, is niet veel bekend. De kaart van Hattinga uit 1750 geeft een indruk van een hoofdopzet en die toont overeenkomst met de kadastrale minuutkaart uit het begin van de 19e eeuw. De aanleg op de kaart van Hattinga zou uit het tweede kwart van de 18e eeuw kunnen dateren. De huidige terreinbegrenzing met de hoofdlanen lijkt weinig veranderd te zijn. De historische buitenplaats "Zeeduin" heeft de volgende, samenstellende onderdelen: 1. HOOFDGEBOUW (Huis Zeeduin), zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer 409334; 2. AANLEG VAN DE HISTORISCHE BUITENPLAATS, zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer 409335; 3. TOEGANGSHEK (aan de Noordweg), zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer 409336; 4. HERTENVERBLIJF (nabij de oprijlaan), zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer 409337; 5. ORANJERIE (langs de oprijlaan), zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer 409338; 6. KOETSHUIS (Dunoweg 14), zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer 409339; 7. DIENSTWONING (Dunoweg 10), zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer 409340: 8. BOERDERIJ (Dunoweg 3), zie voor omschrijving bij complexonderdeel 8 met monumentnummer 520094; 9. LANDBOUWSCHUUR (Dunoweg bij 3), zie voor omschrijving bij complexonderdeel met monumentnummer 528733; 10. HEKWERK (Dunoweg bij 3), zie voor omschrijving bij complexonderdeel met monumentnummer 528734. De historische buitenplaats "Zeeduin" is in cultuurhistorisch opzicht om navolgende redenen van belang: -de historische buitenplaats is pal achter de duinen gesitueerd, op de grens tussen zand- en kleibodem, op oude cultuurgrond; op het terrein zijn diverse onderdelen of restanten van oude zeeweringen overgebleven die herinneren aan de oudste bewoningsgeschiedenis van dit deel van Walcheren; "Het Oude Dijkje" is een restant van een oude zeewering, maar ook is nog een oud dijkrestant zichtbaar in het terrein tussen de vijverpartij en het koetshuis; - de historische buitenplaats maakt deel uit van een strook van buitenplaatsen die vroeger is aangelegd op een grondgebied pal achter de duinen en houdt door haar behouden gebleven aanlegstructuur de herinnering in stand aan dit markante onderdeel van de bewoningsgeschiedenis van en op het voormalig eiland Walcheren; -de directe omgeving van "Zeeduin" wordt gevormd door grondpercelen waarop akkerbouw en veeteelt wordt bedreven. Door de coulissen-werking van de boomrijen die "Zeeduin" omgeven, is een harmonieuze overgang tussen beide gebiedstypen bewerkstelligd; deze overgang wordt nog verstevigd doordat enkele van deze grondpercelen door middel van de zichtassen met de aanleg zijn verbonden of er onderdeel van vormen; als zodanig beoordeeld vormt "Zeeduin" een bijzonder harmonieus element in een "groene" omgeving en neemt het desondanks een geheel autonome belevingsfunctie in binnen de landschappelijke situering; - de aanleg van "Zeeduin" wordt ook hedentendage nog door de oorspronkelijke compositie beheerst en bestaat uit zichtassen en een romantische (slingerende) padenstructuur die, met name ten westen van het hoofdgebouw, een hoofdaccent bezit; de afwisseling tussen open grondpercelen en beplante gedeelten is harmonieus van samenstelling; het hoofdgebouw is compositorisch in de aanleg geintegreerd door de centrale ligging en door de visuele verbindingsassen tussen gebouw en omgeving; de beplanting is relatief jong en dateert grotendeels uit 1946, maar is volgens het oorspronkelijke stramien als landschapspark aangebracht en onderhouden, waardoor de gehele aanleg in het bezit is van structurele gaafheid; daarbij dient te worden opgemerkt dat "Zeeduin" een van de weinige als zodanig herkenbare buitenplaatsen op Walcheren is, die nog op deze staat kan bogen; - de betekenis, die een historische buitenplaats heeft, is op "Zeeduin" gehandhaafd, want behalve de natuurlijke aanleg, vormen ook de gebouwde onderdelen een nagenoeg gaaf geheel en zijn deze goed herkenbaar als voorbeeld van een laat 19e-eeuwse buitenplaats-aanleg; het betrekkelijk kleine en comfortabele hoofdgebouw beschikt over de gehele oorspronkelijke indeling; deze wordt gekenmerkt door een centrale vestibule, waarmee alle omliggende vertrekken in directe verbinding staan zodat het gebouw over een goede onderlinge communicatie en ruimtedispositie beschikt; gedurende een periode van ruim 100 jaar is de bestemming van "Zeeduin" niet gewijzigd, waardoor het als "historische factor" in landschappelijk en cultuurhistorisch opzicht een bijzonder waardevol element vormt.
Eigenschappen
Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
---|---|---|---|---|
Historische aanleg | Kastelen, landhuizen en parken | Tuin, park en plantsoen | oorspronkelijke functie | Ja |
Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Dunoweg | 12 | – | 4356 EK | Oostkapelle | – | BY | Ja |
Kadastraal perceel | Kadastrale sectie | Kadastraal object | Appartement | Kadastrale gemeente |
---|---|---|---|---|
– | K | 3854 | – | Domburg |
– | K | 4002 | – | Domburg |
– | K | 3855 | – | Domburg |
– | K | 3384 | – | Domburg |
– | K | 3852 | – | Domburg |
– | K | 3385 | – | Domburg |
– | K | 3387 | – | Domburg |
– | K | 3869 | – | Domburg |
– | K | 3847 | – | Domburg |
– | K | 4004 | – | Domburg |
– | K | 3849 | – | Domburg |
– | K | 4003 | – | Domburg |
– | K | 3403 | – | Domburg |
– | K | 3404 | – | Domburg |
– | K | 3381 | – | Domburg |
– | K | 3399 | – | Domburg |
– | K | 3388 | – | Domburg |