DOMINICANENKLOOSTER EN -KERK, 1900-1902, J.Kayser, in samenwerking met de Duitse architect G.Pickel. Indrukwekkend neogotisch complex, bestaande uit een kruisbasiliek in aan de vroege gotiek ontleende vormen en daarnaast een klooster, bestaande uit vier vleugels rond een met kruisribgewelven overkluisde kruisgang. De kerk heeft schoorbogen en een door veelhoekige traptorens geflankeerde voorgevel. Op de kruising een zeskantige houten toren. Het inwendige heeft zwart-granieten gepolijste zuilen met rijk gehouwen bladkapitelen, een triforium bestaande uit driepasnissen op zuiltjes en kruisribgewelven. Tegen de oostgevel van het transept veelhoekig gesloten kapellen. Diep eenbeukig koor, waarin gebrandschilderde ramen, koorbanken en orgel uit de bouwtijd. Ciborium door Jan Eloy Brom en Jan Stuyt. Rijk gebeeldhouwd neogotisch sacramentshuis in een der kapellen tegen de linker dwarsschipvleugel. Het klooster heeft een voorgevel, waarvan de middenpartij een trapgevel, geflankeerd door veelhoekige traptorens bezit. Vensters met stenen kruiskozijnen.