Blijkens inwendige jaartalsteen in 1811 gebouwd of hersteld, in oorsprong mogelijk 17e-eeuws hoekpandje met woning, smederij en travalje, opgetrokken met een bouwlaag onder latere, met pannen gedekte en in het midden van een schoorsteen voorziene mansardekap met gepleisterde gevels en inwendig restanten van een houtskelet. Het woongedeelte bevat in de kopgevel aan de Kloosterstraat een negenruitsschuifvenster, rechts een keldervenster met luik en voorts twee gemoderniseerde vensters, alsmede staafankers; in de langere gevel aan de Naarderstraat twee negenruitsschuifvensters en rechts een gekruist muuranker. Het links van het woongedeelte aan de Naarderstraat gesitueerde smederijgedeelte met houten travalje - deels gewijzigd - bevat een door houten stijlen verdeelde wand met drie door het travalje overdekte smalle deuren en twee zesruitsbovenlichten; in de kopgevel aan de zijsteeg een negenruitsschuifvenster en een zij-ingang. Inwendig bevat de van een balken zoldering voorziene smederij, voor de vuurplaats, een zandstenen waterbak met jaartal (1811) en initialen-inscriptie (I.H.W.); de door twee haaks op elkaar staande bakstenen muren afgeschermde vuurplaats heeft een taps toelopende rookkap en een handbediende blaasbalg, deels van leer en met koperbeslag; voorts zijn nog de toebehoren voor het aldaar gevestigde (hoef)smederijbedrijf aanwezig. Op de travaljeluifel, aan de straatzijde ondersteund door vier houten stijlen met vernieuwde houten afscheiding, het geschilderde opschrift: "zolang er paarden bestaan, zal ik er hoefijzers onder slaan - Jan Melis". Vroeg 19e-eeuws, doch in oorsprong mogelijk ouder hoekpand met compleet ingericht, ambachtelijk smederijbedrijf met travalje en bijbehorende woning van belang wegens cultuur- en bedrijfshistorische waarde.