Bingerdenseweg 21, Angerlo
HISTORISCHE TUIN- EN PARKAANLEG. Tot de oudste gedeelten van de aanleg van het park van Bingerden behoort de classicistische structuur van de rechte oprijlaan en de as van het huis, die deze laan onder een rechte hoek snijdt. Deze situatie is weergegeven op de kaart van "Het Have Saedt en adelijke Huijs Bingerden" door H. van Heijs uit 1778 en dateert deels wellicht reeds uit de 17e eeuw. Dat er in de 17e eeuw al van een aanleg op Bingerden sprake is bleek uit een schilderij uit circa 1700 van de kinderen van de toenmalige eigenaar Johann Moritz van Pabst (1650-1730) met op de achtergrond Huis Bingerden met rechthoekige tuin met parterres direct aan de zuidzijde, laan, gracht, plantage en fontein (het schilderij werd in 1945 vernietigd). Ook de grachtarm, die langs de westgrens van de aan weerszijden met laanbomen beplante oprijlaan (thans aan de westzijde een enkele rij en aan de oostzijde een dubbele rij uit circa 1920) naar het voorplein voert en even voor het koetshuis haaks in westelijke richting afbuigt, dateert waarschijnlijk uit de 18e eeuw of van eerder, evenals de buitengracht aan de oostzijde van het huis met de hier naast gelegen vanouds deels met bomen beplante laan (thans eiken, 20e eeuw) die naar de boerderij Groot Bingerden voert. Op de kaart is voorts te zien, dat het huis in deze aanleg een centrale positie inneemt. Het ligt op de hoofdas, die op de kerktoren van Angerlo en van Westervoort gericht is; het huis ligt verder dwars op de lijn tussen de torens van Didam en van Ellecom.
Ruim een decennium na het vervaardigen van deze kaart kwamen veranderingenin de aanleg tot stand. Op de Kaart van de Havezathe Bingerden uit 1791 door dezelfde kaartmaker is te zien, dat aan de voor(oost-)zijde van het huis het door muurwerk omlijste halfcirkelvormige voorplein met cirkelvormige oprit is aangelegd, met aan de noordzijde van het plein het koetshuis. Ook zijn op de kaart langs de as van de oprijlaan aan de ZO- en NO-hoek de rentmeesterswoning respectievelijk oranjerie aangeduid, die met het muurwerk, het koetshuis, het huis en de cirkelvormige oprit een classicistisch ensemble vormen. Het huidige hoofdgebouw speelt als hoofdmotief in deze classicistische compositie wederom een belangrijke rol, maar wordt niet aangemerkt als monument; het werd in 1958 op de oude fundamenten opgetrokken, nadat het oorspronkelijke hoofdgebouw door oorlogsgeweld in de Tweede Wereldoorlog verloren ging. Eveneens staat het terrein van de rechthoekige moestuin op de kaart uit 1778 weergegeven. De hoge beukenhaag, die de moestuin aan de zuidzijde begrenst, dateert uit het eind van de vorige eeuw. Naast deze classicistische vernieuwingen in de aanleg werd omstreeks deze tijd aan de westzijde van het huis een park in landschapsstijl aangelegd. Deze aanleg kwam volgens een artikel in Onze Tuinen van 3 september 1910 naar plannen van J.P. Posth tot stand. De grachtarm aan deze zijde werd tot een ruime waterloop in landschapsstijl uitgegraven, die in slingers langs de west- en ZW-zijde van het park voert, aan de zuidzijde van het huis een weide met boomgroepen (beuk, eik, plataan, wilg, alles 19e- en 20e-eeuws) en bosgedeelten (beuk, eik, plataan, eveneens 19e- en 20e-eeuws) begrenst en gedeelte aan de zuidzijde in een curve omlijst, en vervolgens uitmondt in de buitengracht. Ten westen van het huis werd aangrenzend aan het alhier gelegen gazon met solitaire plataan met de vrij gekomen aarde uit de waterloop in landschapsstijl een heuvel van aanzienlijke hoogte aangelegd (toponiem: Bergje), die met loofhout werd beplant (thans beuken, wellicht nog deels laat 18e-eeuws en gemengd loofhout, 19e- en 20e-eeuws) en die de perspectiefwerking van het gezicht vanuit het huis in westelijke richting versterkt. Dit parkgedeelte in landschapsstijl, dat in 1791 nog in staat van aanleg verkeerde, staat geheel aangegeven op de Kaart van Bingerden door G. van den Bergh uit 1807. Uit het einde van de 18e eeuw dateert ook de kleine slingervijver met solitaire eik aan de Mariendaalseweg, die met de alhier gelegen daglonerswoning (Mariendaal) een schilderachtige scene aan de buitenzijde van het park in landschapsstijl op Bingerden vormt. Deze partij maakt een geheel uit met het bos op de kadastrale percelen Angerlo nrs. H154 en H135, dat in de historische aanleg als groenbuffer van waarde is. Tot de historische aanleg behoort voorts de aan de Mariendaalseweg gelegen ruine van het van oorsprong Middeleeuwse kasteel Kell, die aan het eind van de 18e eeuw en in de 19e eeuw als schilderachtig object de wandeling langs de weg naar het dorp aan het oosteinde van de aanleg van Bingerden sierde. Op de Kaart van Bingerden door G. van den Bergh uit 1807 is te zien hoe het gedeelte van de Mariendaalseweg, dat langs de ruine voert, reeds met laanbomen is beplant (thans een enkele rij eiken aan weerszijden, 20e-eeuws). Aan de hand van de evengenoemde Kaart van Bingerden kan verondersteld worden, dat naast de reeds bestaande oostelijke zichtas, ook de zichtassen in noordelijke, noordoostelijke, noordwestelijke en zuidwestelijke richting waren aangelegd. Deze zichtassen bestaan tot op heden en spelen in de aanleg een belangrijke rol.
Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
Locatie
BUITENPLAATS BINGERDEN. De geschiedenis van de Bingerden gaat terug tot in de 10e eeuw. De oudst bewaard gebleven sporen van de historische buitenplaats dateren uit de 18e, wellicht uit de 17e eeuw, toen op Bingerden een aanleg met de compositorische kenmerken van een classicistische structuur met rechte oprijlaan en de haaks daarop staande middenas van het huis werd gecreeerd. Deze situatie is weergegeven op de kaart van "Het Have Saedt en adellijke Huijs Bingerden" door H. van Heijs uit 1778. De grachtarm langs de oprijlaan, die haaks even ten noorden van het koetshuis in westelijk richting omgaat en de ten oosten van het voorplein gelegen buitengracht en de ernaast gelegen deels met bomen beplante laan (thans jonge eiken), die naar de ten oosten van het huis gelegen boerderij Groot Bingerden voert, dateren waarschijnlijk eveneens uit deze tijd.
Omstreeks 1790 kwam het classicistische ensemble van het door halfcirkelvormig muurwerk omgeven voorplein met koetshuis en aan de NO- en ZO-hoek de oranjerie annex dienstwoning respectievelijk rentmeesterswoning tot stand. De loodrecht tegenover het koetshuis gelegen bakstenen schuur, waarvan de achterzijde tevens de achterzijde vormt van het muurwerk, dat het voorplein omringt, werd in het begin van de 19de eeuw gebouwd; het grondplan van de schuur staat aangegeven op het Kadastraal Minuutplan uit 1832. In de tijd van de aanleg van het classicistische voorplein werd eveneens de naast de oprijlaan gelegen rechthoekige moestuin aangelegd. Deze moestuin wordt aan zijn west- en deels aan zijn noord- en oostzijde door een bakstenen tuinmuur omgeven en is aan de westzijde via twee aan de uiteinden van de muur gelegen door pijlers omgeven doorgangen toegankelijk. Voorts werd aan het eind van de 18e eeuw op Bingerden een aanleg in landschapsstijl gerealiseerd. De aanwezige rechthoekige omlopende gracht werd aan de westzijde van het huis tot een slingervijver vergraven, die in zuidelijke richting verder voert en die het ten zuiden van het huis gelegen weiland met solitairen en boomgroepen in curven omlijst en vervolgens aansluit bij de ten oosten van het huis gelegen buitengracht. Ten westen van het huis werd een heuvel (toponiem: Bergje) opgeworpen, die tot op heden een markant onderdeel van de aanleg aan deze zijde vormt. Deze aanleg in landschapsstijl staat in zijn geheel weergegeven op de Kaart van Bingerden door G. van den Bergh van 1807. Aan de hand van deze kaart kan verondersteld worden, dat naast de reeds bestaande oostelijke zichtas, ook zichtassen in noordelijke, noordoostelijke, noordwestelijke en zuidwestelijke richting waren aangelegd. Deze zichtassen bestaan tot op heden en spelen in de aanleg een belangrijke rol. De zichtassen in noordwestelijke en zuidwestelijke richting eindigen op een rij populieren aan de westzijde van het kadastrale perceel Angerlo nr. G19, aan de westzijde van het kadastrale perceel Angerlo nr. E400 en aan de oostzijde van het kadastrale perceel Angerlo nr. G20. Het genoemde kadastrale perceel Angerlo nr. G19, waarop thans weide en bouwland, is in de historische aanleg als groenbuffer van waarde. In de zichtas in zuidwestelijke richting heeft een solitaire eik, die in de 19de eeuw op de grens van de huidige kadastrale percelen Angerlo nr. H126 en Angerlo nr. H127 werd geplant, in de compositie van de aanleg aan deze zijde een belangrijke waarde als aandachtspunt. Ook de kleine slingervijver met solitaire eik aan de Mariendaalseweg, die met de alhier gelegen 18e-eeuwse daglonerswoning (Mariendaal) een vanouds schilderachtige scene vormt, dateert uit het eind van de 18e eeuw, zoals op de Kaart van de Havezathe Bingerden door H. van Heijs uit 1791 is te zien. Alhoewel de daglonerswoning pas in 1842 van de 19e eeuw werd aangekocht, behoorde de genoemde aanleg wel bij Bingerden en vormt een compositorisch geheel met deze woning. Dit deel ligt terzijde in een hoek aan de oostzijde van de parkaanleg en kan worden bereikt door een wandeling over een pad aan de noordzijde van het op het kadastrale perceel Angerlo nr. H154 gelegen bos. Dit aan de zuidzijde van het erf van de boerderij Groot Bingerden grenzende pad voert in een ruime boog in oostelijke richting tot de aan de Mariendaalseweg gelegen daglonerswoning. Tot de historische aanleg behoort voorts de aan de Mariendaalseweg gelegen ruine van het van oorsprong middeleeuwse Kasteel Kell, die aan het eind van de 18e eeuw en in de 19e eeuw als schilderachtig object de wandeling in landschapsstijl aan het oosteinde van de aanleg van Bingerden versierde. Op de kaart van Bingerden door G. van den Bergh uit 1807 is te zien hoe het gedeelte van de Mariendaalseweg, dat langs deze ruine voert, reeds met laanbomen was beplant. De in het genoemde op het kadastrale perceel Angerlo nr. H154 gelegen bos oorspronkelijk aanwezige slingerpaden zijn slechts gedeeltelijk als tracé aanwezig en het bos, dat aan de zuidzijde door het kadastrale perceel Angerlo nr. H123 wordt begrensd, heeft in de historische aanleg een waarde als groenbuffer. Aan de oostzijde reikt dit bos tot aan de Kruisstraat. Voorts wordt in meer noordelijke richting de oostzijde van de historische aanleg door de Mariendaalseweg gemarkeerd, die aan de oostzijde (enkele rij laanbomen aan weerszijden, thans eik, 20e-eeuws) tot aan de ruine van het Kasteel Kell en aan de noordzijde (enkele rij laanbomen aan weerszijden, thans beuk en eik, 20e-eeuws) tot aan de Bingerdenseweg reikt. Na 1842, toen de erfgenamen van Jonkheer Rudolph Willem Jacob van Pabst Bingerden verkochten aan zijn zuster Geertruid Sara Agatha barones van Heeckeren van Kell - Van Pabst werd de bospartij aan weerszijden van de hoofdas ten oosten van de buitengracht voor een groot deel gekapt, zodat er een ruim gezicht op de hierachter gelegen weilanden ontstond en zodat ook het tot die tijd geheel achter het geboomte schuil gaande koetshuis tot de gezichten binnen de aanleg werd getrokken. In 1884 werd ter plekke een nieuw koetshuis opgetrokken en in 1914 werd dit koetshuis tot de huidige boerderij Groot Bingerden verbouwd. Het gezicht op de weilanden in noordoostelijke richting wordt deels onderbroken door een eikenwal, die reeds op de kaart van H. van Heijst uit 1778 staat aangegeven. Deze wal, die vanaf de Mariendaalseweg begint, voert in noordwestelijke richting tot de Bingerdenseweg.
In 1868 bracht de tuinarchitect Eduard Petzold verschillende wijzigingen aan in de PARKAANLEG (ontwerp op Huis Bingerden). Hij plantte een aantal solitairen in het park, dat variatie in de ruimtewerking binnen aanleg aanbracht en dat het compositorische verband tussen de verschilllende fragmenten van het landschapsspark versterkte. Waarschijnlijk beplantte Petzold ook de boszoom aan weerszijden van het gezicht ten oosten van de buitengracht. Voorts beplantte hij diverse solitairen en boomgroepen (thans eik en beuk, 19e eeuw) op de weilanden ten noordoosten van de genoemde eikenwal, waarvan ook de wellicht deels toendertijd bewust aangebrachte hiaten de gezichten op deze weilanden van perspectief voorzien. Alhoewel deze weilanden ten noordoosten van de eikenwal in deze tijd reeds bij de buitenplaats Wielbergen behoorden, bracht de directe verwantschap van de toenmalige eigenaren van Wielbergen en Bingerden hen er toe de composities van beide parken met elkaar te verweven, zo er niet reeds aan het einde van de 18e eeuw, toen op Bingerden een aanleg in landschapsstijl werd gerealiseerd en Wielbergen nog integraal tot Bingerden behoorde, een compositorisch verband tussen het terrein van Wielbergen en het park van Bingerden is geschapen. De ten noorden van de Bingerdenseweg gelegen uiterwaarden (kadastrale percelen Angerlo nrs. E400, E285, A1100, A1101; en de kadastrale percelen Doesburg nrs. E1682, E1683, E1693) behoren eveneens tot de historische aanleg van Bingerden en hebben hierin een belangrijke waarde als groenbuffer. Waarschijnlijk vanouds, maar in ieder geval na 1868 speelden deze uiterwaarden een belangrijke rol als gezichten binnen de aanleg. Op het kadastrale perceel Angerlo nr. A1100 bevindt zich alhier de 18e-eeuwse boerderij Kroonestein met twee bijbehorende stalgebouwen, die vanouds tot de buitenplaats behoren, met op het erf een 18e-eeuwse eik. Ten oosten hiervan een ensemble van twee 18e-eeuwse eiken en een 19e-eeuwse eik, ten westen van Kroonestein een rij populus nigra uit het einde van de 19e eeuw, en in het oostelijke gedeelte van de tot Bingerden behorende uiterwaarden (op het kadastrale perceel Doesburg nr. E1682) een solitaire populus nigra uit het einde der 19e eeuw). Ten noorden van de uiterwaarden stroomt de rivier de IJssel, die de noordgrens van de historische aanleg markeert. De uiterwaarden, genoemde bomen, boerderij met stalgebouwen en de IJssel zijn vanuit diverse plaatsen in het park, deels vanuit het huis en vanaf de Bingerdenseweg te zien. De aan de Bingerdenseweg grenzende kadastrale percelen Angerlo nrs. H144 en H145, waar thans het gemeentehuis van Angerlo met bijbehorend erf zijn gelegen, zijn voor de historische aanleg van ondergeschikte betekenis. Omstreeks de tijd, dat Petzold op Bingerden werkte, werd vermoedelijk eveneens de 18e-eeuwse zandstenen zonnewijzer op sokkel op het voorplein geplaatst. Omstreeks de eeuwwisseling werden op Bingerden in het formele tuingedeelte ten zuiden van het huis een monumentale vaas op sokkel en ten noorden van het huis enkele betonnen paddestoelen als tuinornamenten in het park opgesteld. In deze tijd werd ook de portierswoning aan het begin van de oprijlaan gebouwd. Wellicht werd toen voorts de marmeren beeldengroep met Leda en de zwaan op een 18e-eeuwse zandstenen sokkel in het formele tuingedeelte ten zuiden van het huis geplaatst. De vaas op sokkel ten zuiden van het huis werd na de Tweede Wereldoorlog naar het tuingedeelte ten noorden van het huis getransporteerd.
In de Tweede Wereldoorlog werd het hoofdgebouw door oorlogsschade verwoest. In 1958 werd op de fundamenten van het oude huis het huidige in rode baksteen uitgevoerde hoofdgebouw door de architect E.A. Canneman ontworpen, waarbij de kelders van het oude huis gedeeltelijk bewaard zijn gebleven; het door Canneman ontworpen huis, een verkleinde uitgave van zijn 18e-eeuwse voorganger, komt niet voor afzonderlijke bescherming in aanmerking, aangezien het niet kan worden aangemerkt als monument in de zin der wet. In 1958 werd ook op de as van het huis, aan de buitengracht het 18e-eeuwse oorspronkelijk van de buitenplaats Leeuwenhof te Overschie afkomstige monumentale smeedijzeren hek met hekpijlers opgesteld.
Naast de reeds genoemde grensmarkeringen ligt de westgrens aan de westzijde van het kadastrale perceel Angerlo nr. G19 en aan de oostzijde van het kadastrale perceel Angerlo nr. G20, de zuidgrens aan de noordzijde van de kadastrale percelen Angerlo nrs. H133, H134 en G20 en het reeds genoemde kadastrale perceel Angerlo nr. H123. Aan de oostzijde markeren de kadastrale percelen Angerlo nrs. H136, H141 en K260 de grens van de historische aanleg.
Afgezien van zijn waarde als uitzichtspunt, van waaraf bijna de gehele buitenplaats kan worden overzien, is de aanleg van de Bingerdenseweg als zodanig voor de historische aanleg van ondergeschikte betekenis. Ook de aanleg van de Zevenaarseweg is voor de historische aanleg van ondergeschikte betekenis.
De historische buitenplaats Bingerden is uit de volgende onderdelen samengesteld;1. Historische tuin- en parkaanleg; zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer: 459711. Muurwerk met pijlers langs het voorplein; zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer: 459682. Koetshuis; zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer: 459683. Oranjerie annex dienstwoning; zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer: 459684. Rentmeesterswoning; zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer: 459685. Schuur; zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer:459686. Tuinmuren met pijlers langs de moestuin; zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer: 459687. Smeedijzeren hek met bakstenen pijlers; zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer: 459688. Zonnewijzer op sokkel; zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer: 459689. Portierswoning; zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer: 459690. Beeldengroep op sokkel; zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer; 459691. Vaas op sokkel; zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer: 459692. Twee paddestoelen op sokkel; zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer: 459693. Paddestoel op sokkel; zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer: 459694. Paddestoel op sokkel; zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer: 459695. Boerderij Groot Bingerden; zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer: 459696. Mariendaal; zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer: 459697. Boerderij Kroonestein; zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer: 459698. Stalgebouw rechts van boerderij Kroonestein; zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer: 459699. Stalgebouw links van boerderij Kroonestein; zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer: 459700. Ruine Kasteel Kell: zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer: 459701 De historische buitenplaats Bingerden is in cultuurhistorisch opzicht van algemeen belang, vanwege:
- het architectonische ensemble van het door halfcirkelvormig muurwerk omlijste voorplein, het koetshuis, de rentmeesterswoning en de oranjerie annex dienstwoning, dat een gaaf bewaard voorbeeld is van een laat 18e-eeuws classicistisch symmetrisch opgezet voorplein met bijgebouwen van een historische buitenplaats;
- de 18e- en wellicht deels 17e-eeuwse classicistische structuur van de aanleg van de op nabijgelegen kerktorens geprojecteerde hoofdas, waarop hoofdgebouw, die haaks door een dwarsas doorsneden wordt;
- het laat 18e-eeuwse park in landschapsstijl met heuvelpartij, slingervijver en weiden en de 19e-eeuwse uitbreidingen van dit park, waardoor agrarische percelen van het omringende land en op de uiterwaarde gelegen op harmonieuze wijze betrokken zijn in de compositie van de al bestaande aanleg.
De zichtas in noordwestelijke en zuidwestelijke richting eindigt op een rij populieren aan de westzijde van de kadastrale percelen Angerlo nrs. G19 en E400, en aan de oostzijde van het kadastrale perceel Angerlo nr. G20. Het genoemde kadastrale perceel Angerlo G19, waarop thans weide en bouwland, is voor de historische aanleg als groenbuffer van waarde. In de zichtas in zuidwestelijke richting heeft een solitaire eik, die in de 19e eeuw op de grens van de huidige kadastrale percelen Angerlo nr. H126 en Angerlo nr. H127 werd geplant, in de compositie van de aanleg aan deze zijde een belangrijke waarde als aandachtspunt.
Na 1842, toen de erfgenamen van Jonkheer Rudolph Willem Jacob van Pabst Bingerden verkochten aan zijn zuster Geertruid Sara Agatha barones van Heeckeren van Kell - Van Pabst werd de bospartij aan weerszijden van de hoofdas ten oosten van de buitengracht deels gekapt, zodat er een ruim gezicht op de hierachter gelegen weilanden ontstond en zodat ook de tot die tijd geheel achter het geboomte schuilgaande boerderij Groot Bingerden tot de gezichten binnen de aanleg werd betrokken. De bij deze boerderij gelegen opstallen zijn voor de historische aanleg van ondergeschikte betekenis. Het gezicht op de weiden in noordoostelijke richting wordt deels onderbroken door een eikenwal met een noordwestelijk- en zuidoostelijk verloop, die reeds op de kaart van H. van Heijst uit 1778 staat aangegeven.
Naar alle waarschijnlijkheid heeft de tuinarchitect Eduard Petzold in 1868 op Bingerden gewerkt. Hij plantte waarschijnlijk diverse solitairen (eik) in het weiland ten zuiden van het huis, direct ten westen van het koetshuis, in de weide ten zuidwesten van de waterloop in landschapsstijl ten zuidwesten van het huis (toponiem: Omloop) en in de weide ten oosten van de buitengracht. Door deze aanplant van solitairen werd een compositorisch verband geschapen tussen de verschillende delen van de aanleg in landschapsstijl. Voorts versterkten deze solitairen de ruimtewerking binnen de aanleg. Waarschijnlijk beplantte Petzold eveneens de boszoom aan weerszijden van het gezicht ten oosten van de buitengracht, die als coulissen de ruimtewerking van de hier ten noordoosten aangrenzende weilanden versterken. Voorts beplantte hij ook diverse solitairen en boomgroepen op de weilanden ten noordoosten van de genoemde eikenwal, waarvan ook de wellicht deels toentertijd bewust aangebrachte hiaten de gezichten op deze weilanden van perspectief voorzien. Alhoewel deze weilanden ten noordoosten van de eikenwal in deze tijd reeds bij de buitenplaats Wielbergen behoorden, bracht de directe verwantschap van de toenmalige eigenaren van Bingerden en Wielbergen hen ertoe de composities van beide parken met elkaar te verweven, zo er niet reeds aan het einde van de 18e eeuw, toen op Bingerden een aanleg in landschapsstijl werd gerealiseerd en Wielbergen nog integraal tot Bingerden behoorde, een compositorisch verband tussen het terrein van Wielbergen en het park van Bingerden is geschapen. De ten noorden van de Bingerdenseweg gelegen uiterwaarden (kadastrale percelen Angerlo nrs. A1100, A1101, E400, E285; en de kadastrale percelen Doesburg nrs. E1682, E1683 en E1693) behoren eveneens tot de historische aanleg van Bingerden. Waarschijnlijk vanouds, maar in ieder geval na 1868 speelden deze uiterwaarden een belangrijke rol als gezichten binnen de aanleg en hebben hierin een belangrijke waarde als groenbuffer. Deze gezichten worden geleed door de 18e-eeuwse boerderij Kroonestein met twee 19e-eeuwse stalgebouwen, een 18e-eeuwse eik op het erf van Kroonestein, een ensemble van twee 18e-eeuwse eiken en een 19e-eeuwse eik ten oosten hiervan, ten westen van Kroonestein een rij populus nigra uit het einde van de 19e eeuw en in het oostelijke gedeelte van de tot Bingerden behorende uiterwaarden (op het kadastrale perceel Doesburg nr. E1682) een solitaire populus nigra uit het einde der 19e eeuw. De uiterwaarden, genoemde bomen, boerderij met stalgebouwen en de IJssel zijn vanuit diverse plaatsen in het park, deels vanuit het huis en vanaf de Bingerdenseweg te zien. Direct ten zuiden van het huis ligt het zogenaamde Stijve tuintje, een formele tuinaanleg begrensd door in vorm gesnoeide taxushagen en met bloemborders langs de randen. Deze huidige inrichting kwam tot stand omstreeks de tijd, dat Petzold op Bingerden werkte. Vermoedelijk heeft deze tuin, waar rond 1700 een formele parterre was gesitueerd, sindsdien een formele indeling behouden. Rond 1900 werd aan de noordzijde van het huis een tuingedeelte met een identieke haag, maar dan in spiegelbeeld, omgeven.
Afgezien van zijn waarde als uitzichtspunt, van waaraf bijna de gehele buitenplaats kan worden overzien, is de aanleg van de Bingerdenseweg als zodanig voor de historische aanleg van ondergeschikte betekenis. Ook de aanleg van de Zevenaarseweg is voor de historische aanleg van ondergeschikte betekenis.
Eigenschappen
Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
---|---|---|---|---|
Historische aanleg | Kastelen, landhuizen en parken | Tuin, park en plantsoen | oorspronkelijke functie | Ja |
Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Bingerdenseweg | 21 | – | 6986 CE | Angerlo | – | BY | Ja |
Kadastraal perceel | Kadastrale sectie | Kadastraal object | Appartement | Kadastrale gemeente |
---|---|---|---|---|
– | E | 3265 | – | Doesburg |
– | E | 1682 | – | Doesburg |
– | E | 3015 | – | Doesburg |
– | E | 1693 | – | Doesburg |
– | E | 1683 | – | Doesburg |
– | E | 3266 | – | Doesburg |
– | E | 3333 | – | Doesburg |
– | E | 3332 | – | Doesburg |
– | E | 402 | – | Angerlo |
– | E | 456 | – | Angerlo |
– | E | 455 | – | Angerlo |
– | E | 339 | – | Angerlo |
– | E | 400 | – | Angerlo |
– | E | 457 | – | Angerlo |
– | E | 458 | – | Angerlo |
– | E | 454 | – | Angerlo |
– | G | 215 | – | Angerlo |
– | H | 255 | – | Angerlo |
– | H | 252 | – | Angerlo |
– | H | 254 | – | Angerlo |
– | H | 258 | – | Angerlo |
– | H | 262 | – | Angerlo |
– | H | 225 | – | Angerlo |
– | H | 175 | – | Angerlo |
– | H | 153 | – | Angerlo |
– | H | 145 | – | Angerlo |
– | H | 260 | – | Angerlo |
– | H | 256 | – | Angerlo |
– | H | 236 | – | Angerlo |
– | H | 261 | – | Angerlo |
– | H | 176 | – | Angerlo |
– | H | 144 | – | Angerlo |
– | H | 142 | – | Angerlo |
– | H | 135 | – | Angerlo |
– | H | 152 | – | Angerlo |
– | H | 298 | – | Angerlo |
– | H | 299 | – | Angerlo |
– | K | 336 | – | Angerlo |
– | K | 261 | – | Angerlo |
– | K | 263 | – | Angerlo |
– | K | 258 | – | Angerlo |
– | K | 268 | – | Angerlo |
– | K | 338 | – | Angerlo |
– | K | 267 | – | Angerlo |
– | K | 262 | – | Angerlo |
– | K | 337 | – | Angerlo |
– | K | 643 | – | Angerlo |