BOERDERIJ, blijkens inwendig balk-opschrift in oorsprong daterend uit 1602, en behorend tot het middenvoerdeeltype van de hallehuisgroep, genaamd "Louise-hoeve".

De boerderij is opgetrokken in baksteen, met zwarte, en deels met wit geverfde plint, onder rieten zadeldak met wolfeinden.

De voorgevel bevat drie zesruitsschuifvensters met luiken en in de top een dubbelvenster met luiken, op de tussendorpel voorzien van de naam "Louise-hoeve"; voorts vlechtingen en gebogen muurankers langs en aan de schuine zijden, en twee sierankers in het midden. De lage rechterzijgevel bevat in het schuurgedeelte een viertal vierkante stalvensters met luiken; de achtergevel is in traditionele trant herbouwd na de brand van 1967.

Inwendig een 17e eeuws deurkalf met opschrift:"Godt wiltie verblijden Die/Mijn benijden Anno 1602;aangebracht op de toegang tot de zogenaamde "mooie kamer".

Boerderij van eenvoudige doch harmonische architectuur en waardevolle historische bouw-onderdelen.