Fabriekscomplex van Nelle. Fabriekscomplex, bestaande uit een tabaks-, koffie- en theefabriek - aansluitend naast elkaar geplaatst, met een gezamenlijke lengte van circa 220 meter - alle drie plat-afgedekt, maar in hoogte telkens afnemend en bij de tabaks- en koffiefabriek voorzien van sheddaken; nabij de ingang een vrijstaand kantoorgebouw - met een concave en een haakse vleugel, verbonden met de tabaksfabriek door middel van een luchtbrug; midden tegenover de tabaksfabriek een ketelhuis met bijgebouwen en schoorsteen; tegenover de koffiefabriek een centraal expeditiegebouw; tegenover de theefabriek een L-vormig werkplaatsen-, annex garage-gebouw; het geheel is ontworpen door J.A. Brinkman en L.C. van der Vlugt in 1925-'30, in Nieuw-Zakelijke stijl, in opdracht van C.H. van der Leeuw.

De fabrieken zijn gebouwd met behulp van een gewapend beton-constructie waarbij - voor het eerst in Nederland - gebruik is gemaakt van achtzijdige, paddestoelvormige kolommen en waarbij de gevels niet-dragend zijn, doch over de gehele breedte voorzien van in zeer smalle stalen kozijnen gevatte draairamen van halve breedte ten opzichte van het kantoor waarbij de glasmaat is gebaseerd op het toenmalige tuindersglas; aan de lange zijden staan de ramen in een verhouding van 2 : 1 ten opzichte van de stalen borstweringen, ten behoeve van zoveel mogelijk uitzicht voor het personeel, aan de korte zijde is de verhouding vanwege de aldaar gesitueerde bijzondere ruimten andersom en zijn de borstweringen van steen. Op de hoeken zijn namelijk vooruitstekende trappehuizen in combinatie met liftschachten, toilet-, was- en kleedruimten, geplaatst, teneinde de eigenlijke fabrieksruimten ononderbroken te houden; tevens zijn de gebouwen daartoe gedeeltelijk onderkelderd.

De beganegrondverdieping is daarentegen hoger ten opzichte van de andere bouwlagen; de vensters zijn langer ten gunste van zoveel mogelijk daglicht, bovendien is nog een aparte halfondergrondse gang met zwart betegelde gevel aangebracht langs alle fabrieksgebouwen doorlopend aan de voorzijde ten behoeve van de directie. De fabrieksgebouwen bezitten een aparte fundering van betonnen heipalen ter plaatse van de weeginstallaties bij hun oorspronkelijke situering.

Voorts zijn de gebouwen m.u.v. het centrale expeditiegebouw voorzien van een omlopend, buisvormig hekwerk aan de bovenzijde, alsmede van een apart leidingbuizenstelsel in de kelders. De trappenhuizen bevatten stalen buisleuningen, met roodgeverfde leuningen; de meeste deuren zijn van staal.

De tabaksfabriek (1926-'28) telt acht bouwlagen en bevat boven het oostelijk trappehuis een vrijwel rondom uitkragend uitzichtspaviljoen op een slakkehuisvormige plattegrond opgetrokken in staal en glas, waarvan de bovenramen een bijna kwartrond profiel bezitten met rond gegoten glasruiten. Dit trappehuis bezit overigens een geheel uit vensters bestaande voorgevel, welke om de hoeken wordt voortgezet, maar aan de Z.O.-zijde verder is gesloten met uitzondering van een cirkelvormig venster bij de begane grond, nabij de uitspringende kleedkamervleugel, die op de beganegrond open is gelaten waardoor de drie in de openlucht staande kolommen de ingang benadrukken.

Het noordelijk trappehuis is in vergelijkbare trant uitgevoerd, zij het dat de voortgezette N.W.-wand geheel van vensters is voorzien; de N.W.-wand van de eigenlijke fabrieksruimte is daarentegen geheel gesloten. Op de beganegrond is aan de N.O.-zijde een lage, geheel beglaasde schakelruimte uitgebouwd. De eigenlijke fabrieksruimte is veertien vakken breed en drie vakken diep. Aan de achterzijde zijn echter de droogruimten - ter hoogte van een bouwlaag en rondom in oorsprong voorzien van een lage reeks vensters - uitgebouwd en in oorsprong overhuifd door een twaalftal afgeronde sheddaken.

De koffiefabriek (1928-'29) telt zes bouwlagen, waarbij wegens de voor het keuren van de koffie verlangde lichtinval, de vloer op de derde verdieping gedeeltelijk is weggelaten, met als gevolg dat de glazen N.W.-gevel hier niet wordt onderbroken; aan de achterzijde springen de drie bovenste bouwlagen iets minder dan een vak terug; voorts bezit de allerbovenste bouwlaag waar in oorsprong de sorteerafdeling was gesitueerd vierkante kolommen in het midden, naast paddestoel-kolommen; ten behoeve van een maximale en neutrale lichttoetreding zijn boven elk vak sheddaken aangebracht die vanwege de oriëntatie op het noorden scheef op de overige ruimten zijn geprojecteerd.

De eigenlijke fabrieksruimte is hier zestien vakken breed en drie, respectievelijk twee, vakken diep. Op het dak is ter reclame de naam van de fabrieken aangebracht door middel van losse letters, gesteund door een staalconstructie, naar ontwerp van de architecten. Het drie vakken brede trappehuis, met annexen, bezit grotendeels gesloten wanden met lage, horizontale vensterstroken, en is op de beganegrond opengelaten, ter benadrukking van de ingang aldaar; het is zodanig geplaatst dat aan de N.W.-zijde nog twee vakken van de fabrieksruimte daarachter doorlopen.

De theefabriek (1928-'29) telt drie bouwlagen en is voor het overige uitgevoerd als de tabaksfabriek; de eigenlijke fabrieksruimte is acht vakken breed en drie vakken diep. Hier bevinden zich nog twee oorspronkelijke mengmachines vervaardigd door Bartlett & Son Ltd,. Het terzijde aangebouwde trappehuis met bijruimten springt ten opzichte hiervan aan beide zijden in; de N.O.-wand is aan de linkerzijde geheel gesloten en aan de rechterzijde geheel van vensters voorzien; de Z.W.-wand is hieraan spiegelbeeldig; de korte eindgevel aan de N.W.-zijde is geheel van vensters voorzien.

Het kantoorgebouw (1928-'29) bevat een concave vleugel ter hoogte van drie bouwlagen en ter breedte van zeven vakken, een haakse vleugel met een vide waarin een insteek, en twee bouwlagen daarboven, ter breedte van acht vakken, en een spievormige verbindingsruimte ter hoogte van de vide.

Het geheel is opgetrokken met gebruikmaking van een skeletconstructie van betonnen kolommen en wat betreft de schuine 2-gevel van stalen kolommen en voor het overige in vergelijkbare trant uitgevoerd als de fabrieksgebouwen. Ook dit gebouw is onderkelderd en zoveel mogelijk van stalen draairamen voorzien. De twee bovenste bouwlagen van de concave vleugel hebben aan de ingezwenkte zijde een licht overstek; aan de linkerzijde bevinden zich een drietal garages, aan de rechterzijde de ingangspartij - met stoep - waarbij wederom de omsluitende wand achterwege is gelaten.

De in de openlucht staande steunkolommen zijn met zwarte tegels bekleed, evenals die bij de garages. Op de hoek van de concave en de haakse vleugel sluit aan de N.W.-zijde ter hoogte van de tweede bouwlaag de luchtbrug van staal en glas met de tabaksfabriek aan; daarachter is een licht uitspringend trappehuis aangebracht met afgeronde zijde. Inwendig zijn de kantoorruimten zoveel mogelijk opengelaten; in de haakse vleugel wordt de gehele vide in beslag genomen door een kantoorzaal, waarin enkele in staal en glas uitgevoerde spreekkamers zijn afgescheiden; de insteekverdieping is bestemd voor de directie en bevat een ingezwenkte galerij die in open verbinding staat met de kantoorzaal. Hier bevindt zich nog ten dele het oorspronkelijke meubilair, bestaande uit stalen buisstoelen en -tafels met hardblauwe ronde bladen.

Het eigenlijke ketelhuis (1928-'29, uitgebreid 1930-'31) is in gewapend beton opgetrokken op een vierkante grondslag en wordt door twee bolronde asfaltdaken overdekt; de Z.O.-wand is geheel gesloten met uitzondering van de vensters in de ronde top; de N.O.-gevel bevat drie lage vensterreeksen; de uitgebouwde Z.W.-gevel bestaat daarentegen geheel uit vensters, evenals de lagere en nog meer naar voren uitgebouwde pompenkamer die dan ook inwendig wordt gesteund door zich naar beneden verjongende stalen geklonken kolommen met I-profiel; de smalle en hoge hydrofoorruimte, die aan de N.W.-zijde hiervan is gesitueerd en een drietal stalen geklonken watervaten bevat, vervaardigd door De Nayer te Willebroek, is geheel gesloten en ondersteunt tevens de nog verder naar achteren uitstekende kolenbergplaats, die aan de N.O.-zijde rust op een cilindervormige schacht. Voor de Z.W.-hoek van dit complex bevindt zich de taps toelopende, achtzijdige schoorsteen, die op elke hoek met ribben is verzwaard, op een betegelde sokkel.

Het blokvormige expeditiegebouw (1929-'30) ter hoogte van drie bouwlagen bevat gesloten zijwanden en geheel van vensters voorziene lange gevels, en is opgetrokken volgens dezelfde bouwwijze als de tegenover liggende fabrieksgebouwen waarheen door middel van beglaasde, vier stalen luchtbruggen een rechtstreeks transport is mogelijk gemaakt.

De werkplaatsen en garages zijn ondergebracht in een L-vormig bedrijfsgebouw (1929-'30) ter hoogte van een bouwlaag, waarvan de gevels geheel uit vensters bestaan; de binnenruimten worden door kolommen verdeeld, waarbij elk vak extra wordt verlicht via een sheddak.

Dit fabriekscomplex geldt als schoolvoorbeeld van Nieuwe Zakelijke Stijl doordat het ontwerp is gebaseerd op een voorafgaande analyse van het toenmalige fabricageproces en wegens de verdere toepassing van algemene functionalistische principes zoals de nadruk op zoveel mogelijk toetreding van licht en lucht, op doelmatigheid, gunstige situering en flexibiliteit van de verschillende ruimten met inbegrip van uitbreidingsmogelijkheden, en wegens de met deze principes verbonden aesthetiek - met nadruk op de transparantheid der bouwvolumes zowel inwendig als uitwendig (ontmaterialisering) - door het gebruik van smalle staalprofielen in de vliesgevels en scheidingswanden, alsook door de toepassing van vele ononderbroken ruimten, op de eigen kwaliteiten van de toegepaste materialen en op gebruik van ritme en heldere verhoudingen. Tevens is dit een der eerste complexen met een paddestoel-kolomconstructie en het merendeel der heipalen in gewapend beton en met toepassing van vliesgevels, bestaande uit staal en glas, en daardoor is het een baanbrekend werk in de ontwikkeling van de moderne architectuur en van internationale betekenis. Door de grote aandacht voor zo gunstig mogelijke arbeidsomstandigheden - maximale toetreding van licht en lucht, uitzicht, hygiene, aanwezigheid van sportvelden en bibliotheek - is dit fabriekscomplex bovendien van belang in sociaal-historisch opzicht.

Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland

Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.

Locatie

Monumentnummer
46869
Complexnaam
Van Nellefabriek
Provincie
Gemeente
Plaats
Complexomschrijving

Inleiding

Vanaf 1925-31 gefaseerd tot stand gekomen industrieel complex, in oorsprong bestemd voor de verwerking en verpakking van tabak, koffie en thee, gebouwd in opdracht van C.H. van der Leeuw namens de firma v/h Weduwe J.J. van Nelle nv en geheel uitgevoerd volgens de principes van het Nieuwe Bouwen. De allereerste fase van fabrieksaanleg is ontworpen door M. Brinkman in 1925; de hoofdopzet, met inbegrip van de eerste aanpassingen, is ontworpen door J.A. Brinkman en L.C. van der Vlugt, en de uitbreidingen uit de jaren '40 van de twintigste eeuw zijn ontworpen door J.A. Brinkman en J.H. van den Broek.

Het Van Nelle-complex omvat de volgende drie complexonderdelen: 1. fabriekscomplex, bestaande uit kantoorgebouw, voormalige tabaks-, koffie- en theefabrieken, ketelhuis met schoorsteen, voormalig expeditiegebouw met luchtbruggen en L-vormig werkplaatsen-/brandweergebouw; zie voor omschrijving monumentnummer 46869; 2. aanleg van het fabrieksterrein; 3. reeks pakhuizen (Schiehallen) naar ontwerp van J.A. Brinkman en J.H. van den Broek, met bijbehorende laad- en loskade langs de Delfshavense Schie.

Het omstreeks 10 ha. grote fabrieksterrein van het Van Nelle-complex grenst sinds 1942 direct aan de Delfshavense Schie, waarop het al vanouds was georiënteerd; aan de zuid- en zuidwest-zijde is het terrein omgeven door een in 1947 gegraven smalle vaart met aflopende grasbermen aan weerszijden, aan de noordelijke zijde, haaks op de Delfshavense Schie, wordt de terreingrens gemarkeerd door doorzicht biedende, op zichzelf niet beschermenswaardige erfafscheidingen. De hoofdtoegang bevindt zich vanouds bij de aftakking van de Van Nelleweg vanaf de zich ter plaatse afbuigende Schuttevaerweg, bij de Delfshavense Schie. De parkachtige groenaanleg van het fabrieksterrein wordt versterkt door de openbare groenvoorzieningen in de directe omgeving, waarmee een directe visuele relatie is gelegd, in het bijzonder aan de oostzijde van de vijverpartij.

N.B. In oorsprong bevonden zich aan de zuidwestelijke zijde sportterreinen voor het personeel - een korfbalveld, een voetbalveld van nationale afmetingen en later ook een voetbalveld van internationale afmetingen, alsmede een aantal tennisbanen voor de directie - met twee houten bijgebouwen naar nieuw-zakelijk ontwerp van J.A. Brinkman en L.C. van der Vlugt uit 1929, doch deze zijn vanaf de jaren '70 van de twintigste eeuw fasegewijs geofferd voor de bouw van het - van het oorspronkelijke concept afwijkende - distributiecentrum en parkeervoorzieningen. De oorspronkelijke, fijn gedetailleerde portiersloge en toegangshekwerken naar nieuw-zakelijk ontwerp van J.A. Brinkman en L.C. van der Vlugt zijn in 1982 vervangen door de huidige, niet beschermenswaardige voorzieningen. De oorspronkelijke rijwielstalling, annex eerste hulpgebouw, tegenover het kantoorgebouw aan de andere zijde van de hoofdentree, is ten gevolge van oorlogsschade verdwenen; dit langgerekte, puntvormig beëindigde gebouw had naar de Schiezijde oplopende lessenaarsdaken en een schuine gepleisterde muur aan de oostzijde, waarop in oorsprong, boven een aangebouwde plantenbak, de aan de verplaatsing van de Van Nellefabrieken uit de binnenstad naar de Spaanse polder refererende tekst uit 1930 was aangebracht (deze siert tegenwoordig de kopse muur van het kantoorgebouw). Voorts waren hoge metalen lichtmasten in nieuw-zakelijke trant geplaatst langs de fabrieksstraat met gebogen boveneinden. Bij de reeks pakhuizen (Schiehallen) is de ongelijkpotige loopkraan op de betonnen los- en laadkade inmiddels verdwenen. In 1991 zijn de meest zuidoostelijke werkplaatstraveeën afgebroken om plaats te maken voor een koffiesilo naar ontwerp van M. Booy van het architectenbureau Van den Broek en Bakema.

Complexomschrijving

Het Van Nelle-complex is grotendeels in 1925-1930 gebouwd naar het functionalistisch ontwerp van J.A. Brinkman en L.C. van der Vlugt. Ondanks latere uitbreidingen en wijzigingen is het oorspronkelijk concept van een transparante dynamische daglichtfabriek in een parkachtige omgeving nog grotendeels herkenbaar. De theosofisch georiënteerde firmant C.H. van der Leeuw, die voor deze opdracht studiereizen naar Amerika (o.a. Fordfabriek in Detroit) en het in 1925 voltooide Bauhaus in Dessau had gemaakt, had grote invloed op de planvorming. Bij het ontwerp golden als voornaamste uitgangspunten: licht, lucht, efficiëntie, hygiëne en goede werkomstandigheden. De vestiging van het Van Nelle-complex in 1925-31 liep ver vooruit op de stedenbouwkundige planvorming voor het industriepark Spaanse Polder. Het ongeveer trapeziumvormige fabrieksterrein bevond zich met de schuine zijde aan de NW-oever van de Delfshavense Schie. In 1925 werd het land opgespoten en in 1926 werd met heien begonnen voor de bouw van de tabaksfabriek. Voor het eerst in de Nederlandse bouwgeschiedenis werd hierbij gebruik gemaakt van geheel betonnen heipalen (18,5 m lang), die op de bouwplaats werden vervaardigd. In 1927-30 verrezen de koffie- en theefabriek, het ketelhuis, het kantoor, werkplaatsen en garage, alsook de inmiddels verdwenen hoofdwacht, fietsenstalling, kantinegebouw, voetbal- en tennishuisjes. In 1931 werd het centrale expeditiegebouw mèt luchtbruggen voltooid. Al deze gebouwen zijn van de hand van J.A. Brinkman en L.C. van der Vlugt. De aanleg en situering der gebouwen zijn geheel bepaald door de eisen van - verticaal georganiseerde - productie en transport, met een duidelijke scheiding naar functies. Van begin af aan werd tevens rekening gehouden met eventuele toekomstige uitbreidingen en recreatieve voorzieningen voor het personeel. De rechte NW-ZO loop van de Delfhavense Schie is in alle ontwerpstadia richtinggevend geweest voor de plaatsing der fabrieksgebouwen, evenwijdig aan - doch op geruime afstand van - dit kanaal. Deze scheepvaartroute was van vitaal belang voor de massale aanvoer van brand- en grondstoffen en ook voor het transport van de uiteindelijke fabrieksproducten, naast het toenemende wegtransport. De hoofdontsluiting van het complex ligt aan de zijtak van de Schuttevaerweg, de Van Nelleweg, en wel in het verlengde van de Spangensekade, die destijds via de woonwijk Spangen de enige verbinding met de stad vormde en die vooral van belang was voor het personeel en de bezoekers. Meer ZW-waarts, dicht bij de ingang, ligt de kantoorvleugel uit 1928-30 met gebogen voorgebouw en hoger blok aan de achterzijde. Het kantoorgebouw is door middel van een glazen luchtbrug ter hoogte van de eerste verdieping èn via een halfondergrondse gang aan de voorzijde van de tabaksfabriek verbonden met zowel de tabaks- als de koffiefabriek. Het kantoor ziet aan de overzijde van de fabrieksstraat uit op een ruime tuin - een grasveld met slingerende borders met gevarieerde beplanting - langs de Delfshavense Schie en ook de overige zijden zijn plantsoenen ingericht. De tabaksfabriek (met uitgebouwde kerverij aan ZW-zijde), tevens het diepste en het hoogste en het meest markante volume door de toegevoegde tearoom, werd het eerst gebouwd (1926-29). Aan de NW-zijde zijn aansluitend de koffie- en theefabriek gerealiseerd (1928-30). De fabrieken zijn onderling gescheiden door twee naar voren uitgebouwde trappenhuizen, waarbij aan de voorzijde nog smalle schakelkamers zijn aangebouwd en tussen tabaks- en koffiefabriek een brandmuur staat. Tegenover de tabaksfabriek is in 1927-29 het door twee bolronde daken overkapte ketelhuis opgetrokken, met bovenop een kolenbunker en aan de ZW-zijde een vrijstaande achtzijdige, tapse schoorsteen. Dit werd al in 1929-31 uitgebreid, o.a. met een hoogspanningsgebouw aan de kanaalzijde, een pompenkamer aan de zijde van de fabrieksstraat en een controlekamer nabij het expeditiegebouw. Het in oorsprong geheel op steenkolen gestookte ketelhuis diende zowel voor het natten van de tabak (op stoom) als voor de centrale verwarming van alle gebouwen, waarmee het via een wijdvertakt stelsel van leidingkelders is verbonden. In 1929-31 verrezen het centrale expeditiegebouw (door middel van schuine luchtbruggen verbonden met de productiegebouwen aan de overzijde van de fabrieksstraat) en het L-vormige werkplaatsen/ garagegebouw (op de uiterste N-hoek van het terrein). In 1942-43 werd op de zojuist verworven strook grond direct langs de Delfshavense Schie een reeks van negen aan elkaar gebouwde pakhuizen (Schiehallen) onder gebogen daken gerealiseerd naar ontwerp van J.A. Brinkman en J.H. van den Broek (die als associé de in 1936 overleden L.C. van der Vlugt was opgevolgd). De reeks werd in 1967 in dezelfde trant uitgebreid tot twaalf. Voorlangs de Schiehallen is een met betonplaten bestrate laad- en loskade aangelegd, in oorsprong vooral bestemd voor het lossen van de brandstoffen. De langgerekte, nu witgepleisterde gebouwen hebben een breedte van elk 16,5 m bij een diepte van ruim 39 m en worden door gebogen daken, inwendig gedragen door stalen driehoekspanten, overkapt.

De exemplarische functionalistische architectuur van het Van Nelle-complex is ondanks verschillende in- en uitwendige wijzigingen nog tot in talloze details bewaard gebleven en zelfs nog versterkt door enkele later op deze architectuur geïnspireerde toevoegingen. Karakteristiek is de veelvuldige toepassing van vliesgevels in glas en dun profielstaal, in combinatie met witgepleisterde wanden op een zwarte plint en een grote nadruk op techniek (schakelkamers, pompenkamer) en transport (garages, luchtbruggen). Afgezien van kleur-accenten en de - verplaatste - gedenktekst zijn geen decoraties toegepast. Elk der gebouwen is vormgegeven naar de aard van de oorspronkelijke functie, waardoor telkens subtiele afwijkingen van het basispatroon voorkomen in hoogte, vorm, detaillering, zoals de ronde tearoom en het complexe kantoorgebouw met concave vleugel en overhangende bovenbouw. Zowel in het exterieur als in het interieur is slechts een beperkt kleurengamma toegepast, waarbij witten overheersen en aluminiumkleur, chroom, roden, gelen en blauwen krachtige kleuraccenten geven (naast grijzen en zwarten). Ook de inrichting der heldere ruimten is bepaald door de strakke functionalistische esthetiek (in oorsprong vlakke vloeren met afwerklagen van linoleum of houtgraniet of tegels, wandbetegeling, stalen buismeubelen, gekleurd glazen vensterbanken en loketdorpels, ronde plafondlampen, etc.), waarin de overwegend rechthoekige vormen op markante plaatsen worden afgewisseld door rondingen.

Waardering

Het Van Nelle-complex met bijbehorende gebouwen en terreinaanleg is van algemeen belang wegens architectuur-, cultuur- en stedenbouwkundig-historische en ensemblewaarde als 'landmark' van functionalistische architectuur in de Spaanse Polder en schoolvoorbeeld van het Nieuwe Bouwen in Nederland. Het Van Nelle-complex is nog steeds zeer opvallend gelegen aan vaarwater, spoor- en verkeershoofdwegen. Het concept van een moderne, transparante fabriek in het groen is gebaseerd op een voorafgaande analyse van behoeften van fabricageproces en personeel. Kenmerkend is de decoratieloze, ritmisch geproportioneerde architectuur met nadruk op de transparantheid der bouwvolumes door het gebruik van smalle staalprofielen in de vliesgevels en scheidingswanden, alsook door de toepassing van vele ongedeelde ruimten. De heldere architectuur is geheel afgestemd op en alleen mogelijk dankzij de eigenschappen der destijds nieuwe bouwmaterialen (gewapend beton en staal) en de moderne, dynamische machine-esthetiek (vgl. schakelpanelen, luchtbruggen, glazenwasrails, stalen buismeubelen) en heeft daardoor grote esthetische pionierswaarde. De consequente heldere vormgeving is tot in alle details doorgevoerd (o.a. kleuren, belettering). Het Van Nelle-complex heeft mede dankzij visuele en textuele documentatie, lezingen en excursies onmiddellijk na oplevering aantoonbaar grote invloed uitgeoefend op de ontwikkeling van de internationale moderne architectuur. Tevens is het complex van grote bouwhistorische waarde als één der eerste complexen met een paddenstoel-kolomconstructie en balkloze vloeren alsook heipalen in gewapend beton in combinatie met vliesgevels van staal en glas. Door de grote aandacht voor zo gunstig mogelijke arbeidsomstandigheden - maximale toetreding van licht en lucht, uitzicht, hygiëne, de oorspronkelijke aanwezigheid van sportvelden en bibliotheek - is dit fabriekscomplex bovendien van algemeen belang wegens sociaal-historische waarde.

Eigenschappen

Functies
Functie Hoofdcategorie Subcategorie Functietype Is hoofdfunctie
Boerderijen, molens en bedrijven Industrie oorspronkelijke functie Ja
Adressen
Straat Getal Achtervoegsel Postcode Plaats Locatie Situatie Is hoofdadres
Van Nelleweg 43 3044 BC Rotterdam Ja
Van Nelleweg 44 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 45 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 46 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 47 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 48 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 49 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 50 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 51 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 52 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 143 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 144 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 145 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 146 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 147 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 148 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 149 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 150 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 151 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 152 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 243 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 244 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 245 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 246 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 247 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 248 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 249 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 250 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 251 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 252 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 343 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 344 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 345 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 346 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 348 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 350 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 353 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 354 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 355 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 356 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 357 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 1003 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 1017 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 1104 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 1108 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 1111 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 1115 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 1204 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 1206 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 1207 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 1208 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 1210 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 1211 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 1212 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 1214 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 1215 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 1304 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 1305 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 1307 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 1308 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 1310 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 1311 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 1313 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 1315 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 1404 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 1405 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 1408 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 1411 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 1413 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 1415 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 1504 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 1507 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 1511 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 1514 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 1604 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 1607 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 1611 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 1614 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 1704 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 1707 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 1711 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 1714 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 1902 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 2018 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 2119 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 2120 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 2123 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 2125 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 2127 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 2130 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 2132 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 2220 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 2228 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 2229 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 2230 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 2231 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 2232 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 2233 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 2319 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 2327 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 2328 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 2329 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 2330 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 2419 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 2420 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 2422 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 2423 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 2424 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 2425 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 2426 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 2427 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 2428 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 2429 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 2520 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 2523 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 2527 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 3042 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 3134 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 3136 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 3138 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 3140 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 3234 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 3236 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 3238 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 3240 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 4058 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 4059 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 5060 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 5061 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 5062 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 5063 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 5064 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 5065 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 5160 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 5161 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 5162 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 5163 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 5164 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 5165 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 5260 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 5261 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 5262 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 5263 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 5264 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 5265 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 6066 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 6067 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 6068 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 6069 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 6070 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 6071 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 6166 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 6167 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 6168 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 6169 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 6170 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 6171 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 6266 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 6267 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 6268 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 6269 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 6270 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 6271 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 7072 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 7073 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 7074 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 7075 3044 BC Rotterdam
Van Nelleweg 7076 3044 BC Rotterdam
Percelen
Kadastraal perceel Kadastrale sectie Kadastraal object Appartement Kadastrale gemeente
AC 1602 Rotterdam
Naar boven