Inleiding

Het vrijstaande, ca. 1875 in sobere evenwichtige baksteenbouw ontstane woonhuis is een van de meer eenvoudige panden in het gebied dat in de volksmond bekend was als de "paleizenbuurt" en deel uitmaakt van het beschermd stadsgezicht. De tuin wordt aan de voorzijde begrensd door een eenvoudig tweede helft 19e-eeuws hekwerk. De bescherming geldt niet voor de verdiepingloze uit- en aanbouw in de Gymnasiumstraat.

Omschrijving.

Het vanuit een rechthoekige plattegrond, in schone baksteen opgetrokken hoekpand heeft een verdieping onder een met platte Friese pannen gedekt schilddak en afgeknot schilddak met schoorsteenschachten op de nokhoeken en een houten dakkapel met kroonlijst, fronton en met zink beklede wangen. Het vrij sober vormgegeven pand is voorzien van een gepleisterde plint, lisenen, getoogde venster en een entablement met geprofileerde gootlijst. De gevel aan Gymnasiumstraatzijde heeft een asymmetrische indeling en is voorzien van een stoep met een in een ondiepe portiek geplaatste paneel-vleugeldeur met gietijzeren raamijzers en getoogd bovenlicht met gietijzeren levensboom. De travee rechts van de liseen lijkt buiten de hoofdvorm van het pand te staan en heeft een afgeknot schilddak. De zuidelijke gevel (Nassaulaan) wordt gedomineerd door een terras van geraapte baksteen met een houten veranda met geschulpte randen aan het lessenaardak. De vensters in de voornamelijk met glas ingevulde zijwanden hebben een diagonale roedenverdeling. Op het terras komen twee getoogde porte brisees uit, die evenals de getoogde vensters op de verdieping nog zijn voorzien van de originele ramen met afgeronde hoeken. De achtergevel (westzijde) is voorzien van met persiennes behangen vensters en een gietijzeren roosvenster per bouwlaag. In de rechter zijgevel (noordgevel) staan getoogde vensters met nog de originele ramen met afgeronde hoeken. Het tegen deze gevel van de hoofdvorm staande oudste deel van een verdiepingloze aanbouw onder met platte Friese pannen gedekt schilddak heeft niet meer de oorspronkelijke gevelindeling. De voor een deel nog van de oorspronkelijke beplanting voorziene tuin heeft een erfscheiding in de vorm van hekken van smeed- en gietijzer tussen gecanneleerde gietijzeren kolommen op poeren van natuursteen. Het tuinhek staat tussen zware gietijzeren hekpijlers.

Waardering

Het eenvoudige, maar karakteristieke pand (met hekwerk) is een redelijk gaaf voorbeeld van laat-negentiende eeuwse woonhuisarchitectuur. Het heeft met name ensemblewaarde en staat in een deel van het beschermde stadsgezicht, waarin veel waardevolle laat 19e- en vroeg 20e-eeuwse woonhuisarchitectuur is geconcentreerd.