Inleiding

Het pand Kerkstraat 20-24 is oorspronkelijk gebouwd als dubbele bovenwoning annex "magazijn voor glas, aardewerk en luxeartikelen", een functie die nog in de originele belettering staat vermeld in de latei boven de winkelpui. Het in 1905 in Overgangsstijl (voor opdrachtgever S.) gebouwde WINKEL/WOONHUIS is ontworpen door de architect M. de Vries, wiens naam evenals het bouwjaar staat vermeld in een glazen geveltableau.

Omschrijving.

Het pand heeft drie bouwlagen onder plat dak, waarvan de parterre een winkel-en de twee verdiepingen een woonfunctie hadden. De asymmetrische voorgevel met verspringende gevelvelden is opgetrokken in rode verblendsteen. De deels nog in oorspronkelijke staat verkerende winkelpui heeft in de twee buitenste van de drie terugliggende entreepartijen nog de oorspronkelijke, fraai bewerkte art nouveau deuren met geslepen glas boven hardstenen drempels en poeren. De pui is onder het rechter etalageraam en in de linker penant nog voorzien van de oorspronkelijke, geprofileerde zwart geschilderde plint en heeft onder de brede geglazuurde lijst met waterhol ook nog de originele latei in de vorm van een met metalen bloemen versierde puibalk. De bovenlichten die zich hier oorspronkelijk onder bevonden zijn geheel weggewerkt achter detonerende platen, die een visuele breuk veroorzaken tussen de pui en de rest van de façade. Links van de linker entree bevindt zich een poortdoorgang. De eerste verdieping heeft een onregelmatige gevelindeling met vensters onder segmentbogen met eenvoudige baksteenmozaiekjes in de boogtrommels, roedenverdeling in de bovenramen en doorlopende, geglazuurde onderdorpels en waterlijsten met doorgetrokken afzaat. De vensters zijn van links naar rechts: een breed samengesteld venster, twee smalle vensters met smalle bakstenen penant onder overspanningsboog en een hangende houten erker waarin bovenlichten met een fries van naar Art Nouveau verwijzende hoefijzerbogen en een hoge, beschoten bovenrand met kroonlijst. Rechts hiervan een samengesteld venster met een breed middenraam tussen twee lagere, smalle zijramen en roedenverdeling in de bovenramen onder segmentboog. Hiernaast staat een glazen tegeltableau met een afbeelding van Mercurius, zweepslagmotieven, bouwjaar en de naam van de architect. Boven het venster in de rechter travee bevindt zich een blinde rondboog bifora met een invulling van ruitmotieven. De venster bevinden zich tussen kraagstenen van Bentheimer zandsteen, die de aanzet zijn van uitgemetselde velden, waartussen zich de bovenramen van de eerste verdieping en de vensters van de tweede verdieping bevinden. Ook de gevelopeningen op de tweede verdieping zijn voorzien van geglazuurde onderdorpels met afzaat en segmentboogjes met baksteenmozaiekjes in de boogtrommels. De hoek- en de kraagstenen zijn eveneens van Bentheimer zandsteen, een steensoort die ook is gebruikt voor de afdeklijsten op de randen van de onregelmatige gevelbeëindiging. De iets hoger opgaande rechter gevelpartij verloopt rechts naar een lagere travee, die wordt beëindigd door een kroonlijst onder een half, met geglazuurde Lucas IJsbrandspannen gedekt, afgeknot schilddak. De travee links van de erker wordt beëindigd door een tuit met geprofileerde kroonlijst. De linker gevelhoek heeft een bekroning van Bentheimer zandsteen. De linker zijgevel en de achtergevel zijn opgetrokken uit gewone machinale baksteen en zijn van ondergeschikt belang.

Waardering

Het vrij gave pand is een beeldbepalend onderdeel van een gesloten straatwand in het centrum van de stad, waardoor het ook ensemblewaarde heeft. De façade is zeer karakteristiek vanwege de gebruikte steensoort en de detaillering, die evenals diverse stijlkenmerken representatief zijn voor vroeg-twintigste eeuwse winkel-/woonhuisarchitectuur. Het pand maakt tevens deel uit van het beschermde stadsgezicht.