Inleiding

Linkerdeel (W.) van een in 1899-1900 tot stand gekomen vrijstaande symmetrische dubbele WOONVILLA. De opdrachtgever was J.Bakker; de aanvraag werd tegelijkertijd met die voor de Jacob Obrechtstraat 2 (vm. Paviljoenstraat) ingediend. De architect was L. Beirer. De villa is gebouwd in overgangs-architectuur met invloerden van de Art Nouveau in de detaillering en invloeden van een meer landelijke bouwkunst in de kapvorm.

N.B. In 1921 werd door M.W.M. Voets in opdracht van I. Salomon de bestaande serre tegen de achtergevel vergroot en een raamkozijn aangebracht in de stenen muur van de tuinkamer. In 1927 werd de achtergevel door architect H.C. Berchtenbreiter verbouwd en uitgebreid. In 1928 werden in opdracht van I. Salomon door H.C. Berchtenbreiter de trappen van sousterrain naar hoofdverdieping en van hoofdverdieping naar verdere verdieping gewijzigd. In 1929 werd door architect R. Herman in opdracht van I. Salomon de stoep gewijzigd en een rond raam aangebracht in een van de vertrekken. In 1933 vond er door A.H. Reusink jr. in opdracht van Salomon verdere verbouw en uitbreiding plaats, tevens werd nog een dakkapel toegevoegd.

Omschrijving

Linkerdeel van dubbele woonvilla op een samengestelde plattegrond, bestaande uit vier bouwlagen: sousterrain, hoofdverdieping, eerste verdieping en kapverdieping. Het afgeplatte schilddak wordt onderbroken door de ingestoken zadeldaken van dakkapel, hoekerker en risalerend middendeel en heeft een geknikte dakvoet. Het dak wordt met rode Friese pannen gedekt. De centraal ten opzichte van het gehele bouwblok geplaatste toegangspartij toont een natuurstenen trap, een portiek met deur met meerruits bovenlicht en een naastgelegen venster met eveneens meerruits bovenlicht. Verder tegeltableaux met florale decoratieve motieven in gotiserende rondboognissen en een opvallend zadeldak met uitkragende houten lijst. Boven het venster van de hoofdverdieping spitsboog- en ruitvormige nissen waarin tegeltableaux met geometrische, florale en animale decoratie. Verticale en horizontale decoratieve baksteenbanden in gele en rode steen. Natuurstenen kraagstenen bij de rondboognissen. Vensters met schuiframen met 6-, 8- en 12-ruits bovenlichten. Dakkapel met houten topvulling en lijst, metalen hijsbalk en haak.

Overhoeks geplaatste erker met vensters met schuiframen met 12-ruits bovenlicht en topgevel met verdiept segmentvormig venster met houten verticale tracering. Signatuur van de bouwmeester op niveau van de hoofdverdieping in hardstenen hoekelement.

De zijgevel toont nog resten van dezelfde centraal gelegen architectonische accentuering als bij nr. 62. Meer nissen zijn hier met tegeltableaux gevuld, waaronder vier vierkante uitsparingen elk gevuld met een uit negen tegels opgebouwd polychroom portret van een Egyptische, een Romeinse, een Griekse en een Middeleeuwse vrouw. De tableaux waarschijnlijk bij De Distel vervaardigd, wellicht naar ontwerp van Cornelis de Bruin.

Verdere erkers en uitbouw, muurnissen, horizontale geelrode baksteenbanden en dakkapellen. Op de bouwtekening verder nog een muurnis met beeld.

De achtergevel heeft symmetrisch geplaatste vensters met schuiframen en meerruits bovenlichten, een uitbouw, een rondboogfries met tegeldecoratie en een afgeknotte puntgevel met grote houten overstek.

Waardering

Linkerdeel van woonvilla van algemeen belang vanwege de architectuurhistorische waarde. Verder van belang wegens ensemblewaarde als beeldbepalend onderdeel van het enige als zodanig in Amsterdam gebouwde villapark. De gaafheid van de tegeltableaux vormt een belangrijke toegevoegde waarde.

Tevens van kunsthistorische waarde wegens de gaaf bewaarde tegeltableaux in Art Nouveau-trant.