Inleiding

In 1918-1919 in zakelijk-expressionistische trant gebouwde, vrijstaande VILLA. In opdracht van S.R. Klatte ontworpen door de architecten H. Elte Phzn en G.F. Mastenbroek. De werken in beton werden uitgevoerd door N.V. Gewapend Betonbouw "De Kondor". De omringende tuin toont een lichte glooiing ten gevolge van een geringe ophoging van het perceel. Van het oorspronkelijke houten tuinhek resteren thans nog de gemetselde vierkante posten met natuurstenen afsluiting. De villa had oorspronkelijk houten luiken, deze werden in 1949 ter vermindering van de schilderkosten verwijderd. Op de oorspronkelijke bouwtekening stond aan de NO-zijde nog een waranda aangegeven; dit bouwdeel werd reeds in de latere ontwerpfase omgevormd tot erker.

Omschrijving

In lichtbruine baksteen gemetselde woonvilla bestaande uit vier bouwlagen: kelder, parterre, verdieping, kapverdieping. Gebouwd op een samengesteld rechthoekig grondplan en gedekt door een zadeldak met blauwgrijze Friese pannen. Aan de nok geplaatste rechthoekige schoorsteen met enkelvoudige gemetselde profielband. Houten uitkragende gootlijst op klossen; gemetselde schouderstukken met natuurstenen plaat. De voorgevel toont een sterk risalerende gevelvoorsprong. Als puntgevel uitgewerkt wordt dit deel afgesloten door een ingestoken zadeldak met aan de overige dakschilden identieke pannen. Zowel op de parterre als op de verdieping een venster met houten kozijn, draairamen en bovenlichten. Het venster op de verdieping is gevat in een licht verdiepte en getoogde nis met in geometrisch motief geplaatste uitspringende baksteenkoppen in het segmentvormige bovendeel. Smal venster in de top en wit gepleisterde jaartal- en gevelsteen gevat in uitspringende bakstenen tussen de parterre en de verdieping. De toegangspartij bevindt zich links van de gevelvoorsprong en wordt gedekt door een schilddak-deel met aan het zadeldak identieke pannen. Verder een houten gootlijst op klossen, verticale smalle vensters met draairamen en een toegangsdeur onder platte, houten en geprofileerde luifel. Boven de toegangspartij nog een drieruits venster. Aan de rechterzijde van de gevelvoorsprong bevindt zich een rechthoekige uitbouw met een ten opzichte van de toegangspartij aanvullend schilddak-deel. Vensters met draairamen en gemetselde strekken, houten gootlijst op klossen. De rooilijn van toegangspartij, gevelvoorsprong en rechthoekige uitbouw vomt een doorgetrokken lijn. Verder nog twee grote vensters en een klein zeshoekig venster met verticale roedeverdeling. Twee drieruits dakkapellen. Rondom vlechtingen, een geaccentueerd trasraam en natuurstenen onderdorpels.

De rechterzijgevel (Z) heeft een regelmatige vensterverdeling met vensters met draairamen en bovenlichten en gemetselde strekken. Venster van de kapverdieping heeft geen bovenlichten. Kleine baksteenversiering in de top van de puntgevel. Vlechtingen en kleine klossen onder de ruiters. Hoekloggia met open zijde aan de voor- en zijgevel. Deels dragende verdeelpijlers met natuurstenen licht geornamenteerd kapiteel. Dicht gemetselde borstwering en wit gepleisterde latei van gewapend beton.

De achtergevel (O) heeft regelmatig geplaatste vensters in diverse formaten met draairamen en naar buiten kantelende bovenlichten. Drie dakkapellen met drieruits vensters. Centraal een rechthoekig eenvoudige erker onder plat dak. Twee dubbele toegangsdeuren. Trap met drie treden geeft toegang tot de erker.

De linker zijgevel (N) heeft een lichtuitspringende puntgevelvormige erker over de verdieping en deels over de kapverdieping. Gedragen door brede witgepleisterde onderdorpel op vijf als balkeinden opgevatte klossen. Venster in licht verdiepte en getoogde nis als bij de voorgevel. Verder vensters in diverse formaten met draairamen en tuimelramen en een toegangsdeur.

Waardering

Villa in zakelijk-expressionistische trant van algemeen belang vanwege architectuur- en cultuurhistorische waarde. Tevens van belang wegens stedebouwkundige en ensemblewaarde als beeldbepalend onderdeel van de villabebouwing rond de J.J. Viottastraat en Cornelis Schuytstraat.