Inleiding

Op de hoek van de Van Eeghenstraat en Jacob Obrechtstraat in 1893 opgetrokken aan drie zijden vrijliggende VILLA naar een ontwerp van C.A. Alizis Wübbe in neo-maniëristische stijl.

In 1918 heeft er een inwendige verbouwingplaats gevonden door H. Hölte & Co. in opdracht van J.D.J. Eysken-Sluyters.

N.B. In 1983 is het pand doorgebroken naar het naastliggende pand ten behoeve van bestemming tot psychiatrisch verpleegtehuis in opdracht van J.C. de Keyzer.

In 1990-1991 is het pand opgeknapt en afgesplitst in opdracht van J.H. Oltlammeus.

Omschrijving

Op een aan de noordwestzijde afgeschuinde, rechthoekige plattegrond gebouwde bakstenen en gepleisterde villa op een donkergrijs gepleisterde hardstenen plint bestaande uit sousterrain, bel-étage, eerste verdieping en kapverdieping.

Het met shingles gedekte afgeknotte schilddak ligt boven een ver uitkragende geprofileerde gootlijst. Onder de gootlijst een fries waarin spiegels en bewerkte consoles die de daklijst dragen. De overgang van het schilddak naar het platte dak wordt gevormd door een tweede eveneens uitkragende en geprofileerde daklijst. De verdiepingen worden uitwendig gescheiden door grijs gepleisterde hardstenen cordonbanden. De hoekpilasters zijn ter hoogte van de bel-étage gecanneleerd.

De pilastervoetingen zijn gerusticeerd en gepleisterd in een andere kleur. De sousterrainvensters zijn voorzien van een smeedijzeren siertraliewerk.

De inpandig gelegen entree aan de Van Eeghenstraat ligt ter hoogte van de bel-étage en is toegankelijk via een uit zes treden bestaande hardstenen stoep met aan weerszijden ijzeren leuningen. Eikehouten deur met twee smalle rondboogvensters achter een ijzeren siertraliewerk. In de gevel direct boven de portiekingang een eenruitsbovenlicht welke is gevat in een aedicula. Deze aedicula is van een gepleisterde Bentheimersteen en bestaat uit consoles, voluten en een door een obeliskvormige bekroning doorbroken fronton. Aan weerskanten van het fronton twee peervormige bekroningen. Het fronton breekt door de cordonband. Naast de ingang twee gekoppelde eenruitsvensters met bovenlichten. Het muurvlak boven deze vensters tot aan de cordonband is voorzien van overkragend sierpleisterwerk op vier sierconsoles. Op de eerste verdieping een fenêtre à terre met smeedijzeren sierhek. Het sierhek rust op de uitkragende cordonband welke op zijn beurt gedragen wordt door drie consoles. Het fenêtre à terre wordt omlijst door sierpleisterwerk met een bewerkte sluitsteen. Rechts daarvan een eveneens door pleisterwerk omlijst eenruitsschuifraam met bovenlicht. Aan de Van Eeghenstraatzijde twee dakkapellen met klauwstukken en fronton.

In de afgeschuinde hoek op de bel-étage twee vensters met aan weerszijden twee pilasters op grijs gepleisterde consoles. De muurvlakken boven de ramen zijn voorzien van decoratief pleisterwerk. Op de eerste verdieping een blind venster boven een reeks van kandelaberzuiltjes op een stylobaat. In het blinde veld een sjabloonmotief in laagreliëf. Bovenin dit blinde venster een halve maanvormig bovenlicht met glas-in-lood. Daarnaast een fenêtre à terre zoals hierboven beschreven. Het balcon rust op twee consoles met gebeeldhouwde leeuwekoppen. De twee kleine dakkapellen met klauwstukken en frontons zijn voorzien van een torenvormige bekroning.

De gevel aan de Jacob Obrechtstraat is drie vensterassen breed. In de bel-étage twee door stucwerk omlijste vensters met schuiframen en bovenlichten. In de middentravee een nis met schelpmotief. Op de eerste verdieping in de middentravee een driehoekerker met bovenlichten waarin glas-in-lood. De vensters in de erker worden onderverdeeld door twee bewerkte pilasters. De muurvlakken onder de erkerramen zijn voorzien van decoratief pleisterwerk, waaronder guirlandes. De erker wordt gedragen door drie consoles met gebeeldhouwde leeuwekoppen. Ter weerszijden van de erker twee door pleisterwerk omlijste vensters boven een reeks van kandelaberzuiltjes op een stylobaat.

In de kap drie dakkapellen. De middelste dakkapel met balcon en smeedijzeren sierhek breekt door de daklijst. De dakkapel is voorzien van voluten, pilasters en een verhoogde top met een segmentvormig fronton met aan weerszijden twee peervormige bekroningen. De beide andere dakkapellen - waarvan de linker groter is dan de rechter - zijn voorzien van klauwstukken en een driehoekig fronton met bekroning.

Achtergevel waarvan rechterdeel ter hoogte van eerste en tweede etage is teruggerooid boven een balcon. In linkerdeel twee blinde vensters met sjabloonmotief. Vensters als hierboven beschreven.

Waardering

Hoekvilla van architectuurhistorisch belang vanwege de in neo-maniëristische stijl vormgegeven detaillering. Tevens van beeldbepalend belang vanwege de situering op de hoek van Van Eeghenstraat en Jacob Obrechtstraat.