Inleiding

BOERDERIJCOMPLEX bestaande uit langgevelboerderij, langsdeelschuur, karschop en waterput, daterend uit ca. 1825. Het ligt in het buurtschap Snijders-Chaam met een grotendeels middeleeuwse kavelstructuur. Wijzigingen in 1950 en 1978.

Beschrijving

Eenlaags deels onderkelderde langgevelboerderij met rechthoekige plattegrond, waarvan het woonhuis is opgetrokken uit IJsselsteen in kruisverband, het bedrijfsgedeelte uit handvorm baksteen. Het is gedekt met een rieten wolfdak met schoorstenen op de plaats van de brandmuur en boven de zijmuur. Staafankers in alle muren. In het drie raamassen brede woonhuis ligt de opgeklampte voordeur met laag gedeeld bovenlicht in het midden en aan weerszijden zesruitsschuiframen met luiken. In de korte gevel markeren eenruitsvensters de plaats van de kelder, opkamer en zolder. In de gecementeerde achtergevel liggen een één- en vierruitsvenster en opgeklampte deur met vierdelig bovenlicht op de plaats van de geut. In het bedrijfsgedeelte de opgeklampte deeldeur met enkelvoudig bovenlicht. Ca. 1950 zijn de vroegere potstaldeuren vervangen door een cementen stalraam en houten deur. Het metselwerk in de dwarsgevel vertoont sporen van een dichtgezet varkenshok, en wijzigingen uit 1978 toen twee getoogde stalramen en een deur voor het melkhok zijn aangebracht. Het zolderluik ligt op de originele plaats. In de voorgevel hebben ca. 1950 de getoogde staldeuren en halvemaanvenster plaats gemaakt voor twee cementen stalramen. Vier in de muren gelegde moerbalken worden gestut door middenstijlen. De kopse kanten zijn op twee plaatsen in de woonhuisgevel vóór te zien.

Inwendig zijn in het woonhuis oorspronkelijke indeling en delen van de inrichting bewaard. Achter de hoofdingang de woonkamer met brede geprofileerde schouw en ernaast de vroegere bedstee. In de keuken ligt een opgeklampte klepdeur naar de kelder, ernaast een trapje naar de opkamer en een daar aanwezig trapje naar de vliering. Alle deuren zijn opgeklampte deuren.

Gepotdekselde langsdeels chuur met opgeklampte hoge hoekinrijdeuren onder golfplaten schilddak. De schuur heeft drie eiken eenzijdig overstekende dekbalkgebinten en spanten met hanebalk.

Gepotdekseld karschop met golfplaten schilddak met één open travee en twee ingangen met opgeklampte deuren. Inwendig dragen twee wilgehouten ankerbalkgebinten met middenstijl schaarspanten met balk.

Voor het woonhuis loopt een stoepje en staan twee linden met ca. 100 en 150 cm omtrek. Op het achtererf een keienstoep naar de waterput. Naast de wat erput een es van ca. 250 cm omtrek. Op het erf verder een tamme kastanje, een wilg en beukenhaag.

Waardering

Het boerderijcomplex heeft cultuurhistorische waarde als voorbeeld van een sociaal-economische ontwikkeling van een kleinschalig boerenbedrijf. Het heeft architectuurhistorische waarde wegens de gaafheid van elk der samenstellende onderdelen, in het bijzonder de samenhang tussen exterieur en interieur van de boerderij, waarin de hoofdindeling en delen van het oorspronkelijke interieur aanwezig zijn. Als een van de weinig overgebleven getuigen van haar tijd is het complex, in al zijn eenvoud, van belang wegens haar historische zeggingskracht.