Queekhoven, Breukelen
HOOFDGEBOUW (huis Queekhoven).
Het blokvormige buitenhuis Queekhoven is een witgepleisterd gebouw in neo-classicistische stijl op vierkante grondslag onder een met grijze pannen gedekt afgeknot zadeldak. Aan de achterzijde (oost) van het gebouw een onderkelderde uitbouw, de koepelkamer, op zeszijdig grondvlak met driezijdige afsluiting, onder een plat dak. De gepleisterde voor- en zijgevels hebben verdiepte snijvoegen in blokvormig patroon. Rondom het hoofdgebouw loopt een geprofileerde kroonlijst met gootlijst, bovenlangs de dakschilden loopt een tweede gootlijst. Aan de zuidzijde van het hoofdgebouw een lage houten uitbouw onder een plat dak. Op de hoeken van het hoofdgebouw omgaande pilasters op natuurstenen plint met blokvormige decoratie. Op de vier hoeken van het afgeknotte dakdeel vier schoorstenen op vierkante grondslag met inspringende hoeken en verdiepte vlakken onder platte kappen.
De voorgevel van het huidige huis Queekhoven, dat na de verwoesting in 1672 door de Fransen het oorspronkelijke huis aan het einde van de 17de eeuw verving, heeft meerdere gedaantes gekend, de achtergevel daarentegen bleef ongewijzigd. De laat-17de-eeuwse voorgevel van Queekhoven was volgens een 'Philip Vingboonsschema' opgebouwd en werd in de 18de eeuw vervangen door een gemoderniseerde gevelpartij, zoals op een litho door P.J. Lutgers uit 1836 is te zien. In 1880 werd wederom een nieuwe gevel voor de oude geplaatst. Het is de huidige gevel in een stijl waarin neo-renaissance-elementen te herkennen zijn. Waarschijnlijk werden gedurende de verbouwingen van het huis de ramen in de loop der tijd wat verhoogd, lengte en diepte van het huis veranderden niet.
Aan de voorgevel van het huis is de kroonlijst voorzien van een tandlijst en blokvormige consoles, waartussen quirlande dragende festoenen. De voorgevel is geleed in vijf traveeën waarvan de middelste een risalerende werking heeft. Het wat naar voren komende risaliet, waarin de ingangspartij, heeft beganegronds een dubbele deur met in elk deurdeel een langwerpig venster en een 2-ruits bovenlicht bestaande uit twee halfovale ramen. Op de verdieping een 30-ruitsschuifvenster omgeven door een kozijn met in de bovendorpel uitspringende delen. Langs bel-etage en verdieping lopen pilasters met verdiepte vlakken en kapitelen. Het middenrisaliet wordt bekroond door een uitspringend, met leien gedekt, afgeknot zadeldak. Bovenop het zadeldak een smeedijzeren omheining met aan de voorzijde twee pinakel-achtige elementen. Aan de voorzijde van het zadeldak een kleine dakkapel met 1 5-ruitsschuifvenster en door een driehoekig fronton, gedragen door eenvoudige pilasters, afgesloten. Aan weerszijden van de middenrisaliet gelijke gevelvlakken: beganegronds twee 35-ruitsschuifvensters en op de verdieping twee 25-ruitsschuifvensters met onder de onderdorpels hardstenen platen en in de bovendorpels hebben uitspringende delen.
De rechterzijgevel (zuid) heeft op de verdieping links een dubbele deur met in elke vleugel een 10-ruitsvenster, waarvoor een balcon dat gesteund wordt door twee consoles en is voorzien van een balustrade met op de hoeken pijlers waartussen balusters. Onder het balkon een dichtgezet venster met in het pleisterwerk een ruitpatroon. Beganegronds rechts twee houten kruiskozijnen met in de vier vakken glas-in-lood waarvan de onderste vakken zijn voorzien van luiken. Op de verdieping hierboven twee 25-ruitsschuifvensters. Waarschijnlijk heeft deze gevel zijn huidige aanzien omstreeks 1917 gekregen toen C.W. Matthes het huis verbouwde en stijlkamers inrichtte. De linkerzijgevel (noord) heeft beganegronds twee 35-ruitsschuifvensters en op de verdieping twee 25-ruitsschuifvensters.
Aan de (thans) ongepleisterde achtergevel van het eigenlijke hoofdgebouw is de zeszijdige koepelkamer uitgebouwd. Deze onderkelderde uitbouw van rode baksteen is (thans) onbepleisterd en wordt door een plat dak met rondomgaande kroonlijst, met aan de achterzijde een getoogd middenstuk en bladmotieven, gedekt. In de zuidelijke zijgevel, boven de houten entree een rond glas-in-lood venster en op de bel-etage rechts een 40-ruitsschuifvenster. In de noordelijke zijgevel, op de bel-etage links een 40-ruitsschuifvenster en rechts op souterrainniveau een venster met diefijzers, op de bel-etage een 24-ruits uitzetvenster en een wc-raampje met diefijzer en op de verdieping een 12-ruitsschuifvenster en een wc-raampje. In de twee naar schuin geplaatste gevelvlakken op souterrainniveau een 8-ruitsschuifvenster en op de bel-etage een 40-ruitsschuifvenster. In de afsluitende achtergevel op souterrainniveau een 8-ruitsschuifvenster met op de bel-etage een dubbele deur met in beide vleugels een 10-ruitsvenster en voorzien van een 12-ruits bovenlicht, geheel omgeven door een geprofileerde lijst. Voor de deur een 19de-eeuws smeedijzeren bordes, gedragen en toegankelijk door twee kwartronde trappen.
Interieur- Aan de achterzijde van het huis is een relatief grote zeszijdige koepel- of tuinkamer in het midden van de gevel uitgebouwd. Een deur aan het einde van de middengang geeft toegang tot deze ruimte die één meter hoger ligt dan de andere kamers op de bel-etage. De kamer is tegelijkertijd met de bouw van het huis omstreeks 1680 ontstaan en is ongeveer een keer zo hoog als de andere ruimten op deze verdieping. De zuivere Lodewijk XIV-elementen van de buffetkast vormen aanleiding voor de datering van de zaal en het huis aan het einde van de 17de eeuw. Het aan de randen koepelvormige plafond van de zaal werd aan het einde van de 18de eeuw gedecoreerd met met stucwerk in classicistische stijl. Vijf hoge schuifvensters geven uitzicht op het park achter het huis. De koepelzaal vormt een combinatie van het type huis met een centraal gelegen achterzaal en het huis van het Vingboonstype met een brede middengang die van voor- naar achtergevel loopt. De brede middengang heeft een merkwaardige zoldering, bestaande uit vlakke kruisgewelven. Waarschijnlijk zijn dit schijngewelven geconstrueerd uit hout en stucwerk. Onder de koepelkamer ligt de nog vrijwel authentieke keuken. In de keuken een blauwe tegelversiering, de broodoven is na 1948 verdwenen. Rechts van de gang: de vroegere muziekkamer in Lodewijk XV-stijl met fraaie schoorsteenmantel met Venetiaanse spiegel. Het houtwerk heeft een donkere blauwgroene kleur en wordt opgesierd door vergulde biezen en ornamenten. De linker voorkamer in Lodewijk XVI-stijl is in okergeel uitgevoerd en en-suite gelegen met de damessalon. De eetkamer is ingericht in Hollandse renaissancestijl, wat vaker aan het einde van de 19de eeuw werd toegepast. De ramen van de eetkamer bestaan uit kruisvensters met glas-in-lood. De andere kruisvensters hebben een 18de-eeuwse kleine roedenverdeling.
Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
Locatie
HISTORISCHE BUITENPLAATS QUEEKHOVEN (Zandpad 39, Breukelen). Historische buitenplaats gelegen op de oostelijke oever van de rivier de Vecht te Breukelen, bestaande uit een omstreeks 1700 gebouwd blokvormig buitenhuis met uitgebouwde koepelkamer, waarvoor twee symmetrisch geplaatste bouwhuizen uit het begin van de 18de eeuw, omringd door een in oorsprong formele, geometrische aanleg van lanen, zichtassen, vijverpartijen en geschoren hagen, die omstreeks 1800 werd verlandschappelijkt. Het aan de hand van stijlkenmerken in de koepelkamer te dateren huis werd omstreeks 1680-1700 ter plaatse van een in 1672 door brand verwoest, een gelijknamig buitenhuis gebouwd. Het nieuwe huis werd voor het eerst afgebeeld in 1719 op gravures van Daniël Stoopendaal, in Andries de Leth, De Zeegepralende Vecht, vertoonende verscheidene Gesigten van Lustplaatsen, Heerenhuysen en dorpen, beginnende van Uitrecht en met Muyden besluitende. In deze tijd was Queekhoven eigendom van Pierre Mannoury die er een kostschool in huisveste. De laat 17de-eeuwse voorgevel van het huis Queekhoven was volgens een zogenoemd 'Philip Vingboonsschema' opgebouwd en werd later vervangen door een gemoderniseerde gevelpartij, zoals op een litho door P.J. Lutgers uit 1836 is te zien. In 1880 werd wederom een nieuwe gevel voor de oude geplaatst. Dit is de huidige gevel in een stijl waarin neo-renaissance-elementen te herkennen zijn. Waarschijnlijk werden gedurende de verbouwingen van het huis de ramen in de loop der tijd wat verhoogd, lengte en diepte van het huis veranderden echter niet. De achtergevel met koepelkamer bleef onveranderd.
De buitenplaats is toegankelijk via twee aan het Zandpad gelegen toegangshekken tussen pijlers. Achter het hekwerk liggen aan het voorplein de twee vroeg-18de-eeuwse bouwhuizen, die oorspronkelijk dienst deden als oranjerie en koetshuis.
De historische tuin- en parkaanleg van Queekhoven heeft door de eeuwen heen veel bekendheid genoten en waarschijnlijk dankt de buitenplaats zijn naam aan het kweken van gewassen (kweekhoven). Oorspronkelijk werd het huis omgeven door een formeel, symmetrisch aangelegd park waarin lanen, zichtassen, vijverpartijen en geschoren hagen. Waarschijnlijk dateert de moestuin, met de zeldzame meandermuur die aan noord- en oostzijde de moestuin omgeeft, in oorsprong uit het begin van de formele parkaanleg op Queekhoven. Als opdrachtgever voor deze muur komt de doopsgezinde Francois Straalman (1678-1754), een belangrijk lakenhandelaar, fabrikant en reder, in aanmerking. Na in 1721 gehuwd te zijn met Margaretha Kops, kocht hij in 1725 de buitenplaats voor f. 14.200.
Omstreeks 1800 werd de formele tuin tot een park in landschapsstijl omgevormd. De rechte sloten achter het huis, met uitzondering van de brede sloot rondom de moestuin, werden vergraven tot een lange slingervijver en de hoofdas die van het huis tot het einde van de aanleg liep werd onderbroken door bomen, gewassen en een theekoepel. De moestuin onderging vrijwel geen veranderingen. Enkele elementen van de formele aanleg, zoals een rond kommetje achter het huis, werden tot op heden gespaard. Na verkoop van Queekhoven na de dood van Straalman in 1754 wisselde het buiten diverse keren van eigenaar. In 1860 werd Queekhoven aan Joan Adam Matthes verkocht. Hij was degene die omstreeks 1880 de voorgevel in neo-renaissancestijl liet optrekken en in de periode 1917-1938 liet zijn zoon en erfgenaam C.W. Matthes het buiten veel veranderingen aan in- en exterieur ondergaan. Koetshuis en oranjerie werden in de 18de-eeuwse staat teruggebracht, kamers in het huis werden in Lodewijk-XIV en -XV stijl ingericht. Omstreeks 1920 werd achter de moestuin, op de plaats waar zich tot die tijd een eiken- en beukenwandelbos in landschapsstijl bevond, de heemtuin waarin vele zeldzame boomsoorten aangelegd waarbij de structuur in landschapsstijl van het oorspronkelijke wandelbos gehandhaafd bleef.
Ten zuiden van het huis Queekhoven staat het in oorsprong 18de-eeuwse voormalige boerderijtje, thans tuinmanswoning, waarachter een schurencomplex van recente datum dat niet voor bescherming in aanmerking komt. In de tuin bevinden zich enkele tuinsieraden; een voetstuk met zonnewijzer, een voetstuk met bloempot en twee voetstukken met een tuinbeeld. In de moestuin bevinden zich kweekbakken, kassen en muurkassen en een barak van recente datum die voor bescherming van ondergeschikt belang is. Ten oosten van de moestuin staat een 19de-eeuwse schuur en op het moestuineiland een vroeg-20ste-eeuws kippenhok met schuilhokje. Tussen moes- en heemtuin een dam met toegangshek.
Het omgrenzingsplan van de historische aanleg van de tuinen van Queekhoven is vanaf het einde van de 17de eeuw bijna geheel in tact gebleven. Het langwerpige terrein wordt aan de westzijde begrensd door het Zandpad, aan de oostzijde door een stuk wilgengriend (thans in eigendom van de gemeente Breukelen) en aan noord- en zuidzijde door scheisloten begrensd. De omgrenzing van de historische buitenplaats is aangegeven op de bij de registeromschrijving bijbehorende kaart en wordt in onderdeel 2 van dit complex nader gespecificeerd.
De historische buitenplaats Queekhoven is uit de volgende samenstellende onderdelen opgebouwd:
1. hoofdgebouw (huis Queekhoven), zie voor omschrijving hierna;
2. historische tuin- en parkaanleg, idem;
3. noordelijk bouwhuis (voorheen oranjerie), idem;
4. zuidelijk bouwhuis (voorheen koetshuis), idem;
5. tuinmanswoning, idem;
6. toegangshekken met hekpijlers, idem;
7. meandermuur met poort, idem;
8. koude dubbele bak, idem;
9. koude bak, idem;
10.kas, idem;
11.druivenkas, idem;
12.muurkas tegen dwarsmuur, idem;
13.muurkas, idem;
14.kweekbak, idem;
15.schuur, idem;
16.kippenhok en schuilhok, idem;
17.dam met pijlers en toegangshek, idem;
18.sokkel en zonnewijzer, idem;
19.voetstuk en bloempot, idem;
20.vrouwfiguur op voetstuk, idem;
21.kinderfiguur met tros druiven, idem.
De historische buitenplaats Queekhoven is in cultuur-, architectuur- en tuinhistorisch opzicht van algemeen belang, vanwege:
- het laat-17de-eeuwse huis Queekhoven met uitgebouwde koepelkamer en laat 19de-eeuwse voorgevel, dat typerend is voor de tijd van ontstaan en het middelpunt van de buitenplaats vormt;
- de gaafheid van het laat-18de- of vroeg-19de-eeuwse park in landschapsstijl, waarin enkele elementen uit de oorspronkelijke 18de-eeuwse formele aanleg zijn behouden met als belangrijk onderdeel de moestuin die in zijn authentieke vroeg-18de-eeuwse gedaante als zodanig een gaaf deel uitmaakt van de historische parkaanleg;
- de meandermuur rondom de moestuin uit het tweede kwart van de 18de eeuw, die een zeldzame variant van de slangemuur is;
- de samenhang tussen de samenstellende complexonderdelen.
Eigenschappen
Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
---|---|---|---|---|
Kasteel | Kastelen, landhuizen en parken | Kasteel, buitenplaats | oorspronkelijke functie | Ja |
Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Zandpad | 39 | – | 3621 ND | Breukelen | – | – | Ja |
Hoofdcategorie | Subcategorie | Beschrijving | Notitie |
---|---|---|---|
Kastelen, landhuizen en parken | Kasteel, buitenplaats | – | – |
Kadastraal perceel | Kadastrale sectie | Kadastraal object | Appartement | Kadastrale gemeente |
---|---|---|---|---|
– | B | 1032 | – | Breukelen Sint Pieters |
Start | Eind | Notitie | Beschrijving |
---|---|---|---|
1700 | 1700 | ria | vervaardiging |