Dijk 34, Enkhuizen
Omschrijving
In neo-Renaissancestijl uitgevoerd BEJAARDENTEHUIS op trapeziumvormige plattegrond bestaande uit souterrain, parterre, verdieping en kapverdieping onder afgeknot schilddak met zwarte kruispan. Het afgeknotte deel van het schilddak heeft rondom een houten kroonlijst. Het schilddak wordt aan de deels tegen het Snouck van Loosenhuis aangebouwde voorzijde (W), de straatzijde (N), en aan de rechterzijde (Z) doorbroken door drie gelijkvormige kleine dakkapellen. Aan de achterzijde (O) wordt het schilddak doorbroken door één grote dakkapel. Aan de noordzijde heeft het afgeknotte deel van het schilddak een schoorsteen.
Het muurwerk is opgebouwd uit rode baksteen op een natuurstenen plint. Ter decoratie zijn de souterrainvensters aan de rechter- (Z), de achterzijde (O) en de linkerzijde (N) voorzien van natuurstenen aanzet- en sluitstenen. De vensters op parterre en verdieping van genoemde gevels hebben zandstenen aanzet- en sluitstenen. Voornoemde vensters zijn voorzien van natuurstenen lekdorpels. De decoratie bestaat voorts onder meer uit natuurstenen cordonlijsten, grotendeels natuurstenen hoekpunten met dito bossering en een vrijwel rondomgaand fries dat bestaat uit rood-gele tegels met siermotief.
Aan de voorzijde (W), in de restruimte tussen Dijk 38 en de aanbouw, bevindt zich een binnenstraat die ter hoogte van het souterrain voorzien is van twee schuifvensters met een vierruits roedenverdeling.
De asymmetrische linkerzijde (N) bestaat uit twee geveldelen, waaronder een licht uit de gevel naar voren komende hoekrisaliet geheel rechts. De hoekrisaliet heeft een vensteras en het linker geveldeel heeft vier vensterassen. De vensteras van de hoekrisaliet bevat ter hoogte van het souterrain, op de parterre en op de verdieping twee gekoppelde vensters. Ter hoogte van het souterrain heeft de hoekrisaliet vierruits schuifvensters. De gekoppelde schuifvensters op de parterre worden met elkaar verbonden door middel van een kolonnet en hebben beide een tweeruits bovenlicht en een gezamenlijke ontlastingsboog met metselmozaïek in het spaarveld. In het metselmozaïek bevindt zich een plaquette. De vensters op de verdieping hebben een getoogd bovenlicht. Op de kapverdieping zet de risaliet zich voort in een zandstenen balustrade. De hoeken van de risaliet zijn ter hoogte van het souterrain en op de parterre uitgevoerd in natuursteen en voorzien van dito bossering. De rechterhoek van de risaliet valt samen met de hoek van de gehele noordgevel. Op de verdieping heeft de risaliet aan weerszijden een pilaster met zandstenen basement en dito kapiteel.
De vensterassen van het linker geveldeel hebben ter hoogte van het souterrain, op de parterre en op de verdieping overwegend vierruits schuifvensters. De vensters op de parterre zijn geplaatst onder een ontlastingsboog met metselmozaïek in het spaarveld. In het voordakschild bevindt zich recht boven de tweede, derde en vierde vensteras een dakkapel met éénruits venster. De dakkapellen worden bekroond met fronton en zijn aan weerszijden voorzien van een pilaster.
De symmetrische achterzijde (O) bestaat uit drie geveldelen, waaronder een licht uit de gevel naar voren komende middenrisaliet. De middenrisaliet bevat twee vensterassen. Ter hoogte van het souterrain heeft de middenrisaliet een natuurstenen trap met dito gebosseerde blokken. De van een balustrade voorziene trap heeft op maaiveldniveau een paneeldeur en leidt naar een paneeldeur met drieruits bovenlicht op de parterre. Beide deuren bevinden zich in de rechter vensteras. Zowel de deur op de parterre als de deur ter hoogte van het souterrain hebben een ijzeren harnas en zijn respectievelijk voorzien van een en twee glaspanelen. Beide deuren hebben een natuurstenen omlijsting. De omlijsting ter hoogte van het souterrain bestaat uit twee geblokte pilasters en een hoofdgestel en de omlijsting op de parterre bestaat uit twee pilasters en een kroonlijst. Voornoemd bovenlicht op de parterre wordt geflankeerd door kleine pilasters en bekroond met een van schelpmotief voorzien fronton. Op de verdieping bevat de rechter as nog een getoogd bovenlicht. De linker as heeft op zowel parterre als verdieping een schuifvenster. Laatstgenoemd venster heeft een getoogd bovenlicht. Dit venster en het zich in de rechter as bevindende bovenlicht zijn door middel van een uit pilasters en rondbogen bestaande zandstenen omlijsting verbonden met een plaquette. De plaquette, met daarop in vergulde letters de tekst: Snouck van Loosen Stichting 1892, wordt bekroond met schelpmotief. Op de kapverdieping bevindt zich een grote dakkapel met zandstenen pilasters en dito fronton met ijzeren hijsbalk. De dakkapel, die aan weerszijden geflankeerd wordt door een zandstenen balustrade, heeft een dubbele houten deur met twee glaspanelen. De geveldelen aan weerszijden van de risaliet bevatten elk een vensteras. De assen hebben ter hoogte van het souterrain, op de parterre en op de verdieping een vierruits schuifvenster. De vensters op de parterre zijn alle geplaatst onder een ontlastingsboog met metselmozaïek in het spaarveld.
De rechterzijde (Z) is spiegelbeeldig aan de eerder besproken linkerzijde (N); alleen zijn aan deze zijde de souterrainvensters niet voorzien van ijzeren tralies.
Het interieur van de aanbouw bevat ter hoogte van het souterrain, op de parterre en op de verdieping een centrale gang met vertrekken aan weerszijden. De gangen op parterre en verdieping hebben rijk uitgevoerde houten deurposten en een aansluitende houten lambrizering met aan de onderzijde een plint die is opgebouwd uit blauw-witte en wit-blauwe tegels.
Waardering
Het in neo-Renaissancestijl uitgevoerde bejaardentehuis is van algemeen belang wegens architectuut- en cultuurhistorische waarde als hoofdonderdeel van de 19de-eeuwse uitbreiding van het Snouck van Loosenhuiscomplex.
Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
Locatie
Omschrijving van het complex
Het Snouck van Loosenhuis-complex bestaat uit een achttiende-eeuws woonhuis met koepel ofwel het SNOUCK VAN LOOSENHUIS, een aangebouwd, negentiende-eeuws BEJAARDENTEHUIS, een TUINHUIS, een TUINMUUR en een PRIEEL.
Het woonhuis met koepel kwamen in 1742 tot stand op initiatief van koopman en burgemeester Dirk Semeyns van Loosen (1696-1757). In 1786 kwam het pand in handen van zijn neef Dirk Elias van Loosen (1738-1812). Op diens initiatief werden twee belendende percelen gekocht en werd het pand aan de linkerzijde vergroot. Hierdoor kreeg het pand een centrale gang met aan weerszijden rijk gedecoreerde kamers: links kamers in neoclassicistische stijl en rechts kamers in rococostijl. In 1893 werd het woonhuis naar het ontwerp van de Amsterdamse architect C.B. Posthumus Meyes fors uitgebreid. Dit geschiedde in opdracht van de stichting Snouck van Loosen die ontstaan was uit de nalatenschap van de in 1885 overleden Margaretha Maria Snouck van Loosen. In haar testament had zij te kennen gegeven dat haar nalatenschap aangewend moest worden voor de opvang van ongehuwde vrouwen of weduwen. Na haar dood werd aan de achterzijde van het Snouck van Loosenhuis de voornoemde aanbouw gerealiseerd en werd het geheel in gebruik genomen als damestehuis. Bij de totstandkoming werden het achttiende-eeuwse trappenhuis en achterhuis gesloopt. Daarvoor in de plaats ontstond een nieuw achterhuis met acht appartementen en een trappenhuis. In de tijd dat het opvanghuis tot stand kwam moeten ook het in chaletstijl uitgevoerde tuinhuis, de tuinmuur en het prieel gebouwd zijn. De tuinaanleg, die buiten de bescherming valt, is naar alle waarschijnlijkheid aan Hendrik Copijn toe te schrijven. Copijn werkte veel samen met firma Moerkoert uit Utrecht. Deze firma leverde het prieel in cementrustiek in 1892.
Het woonhuis, dat prominent aan de Oude Haven van Enkhuizen is gelegen, bevindt zich vooraan op het perceel en is voorzien van een hardstenen stoep met stoeppalen en trap aan de voorzijde. Ter rechterzijde bevindt zich een koepel die met een korte, vermoedelijk negentiende-eeuwse gang verbonden is aan het woonhuis. Aan de voorzijde van de koepel zijn smeedijzeren hekken en een hardstenen stoep met stoeppalen aanwezig. Aan de achterzijde van het woonhuis bevindt zich het vrouwenopvangtehuis uit de negentiende eeuw. In het verlengde van dit bouwdeel ontspringt de tuinmuur die verder evenwijdig aan de H.J. Schimmelstraat loopt. Het in chaletstijl uitgevoerde tuinhuis bevindt zich links achter op het perceel. Rechts achter op het perceel is het prieel gesitueerd.
Waardering van het complex
Het complex is van algemeen belang
- uit cultuurhistorisch oogpunt als belangrijkste nog bestaande achttiende-eeuwse koopmanswoning van Enkhuizen;
- uit cultuurhistorisch oogpunt als voorbeeld van een in 1893 door een charitatieve instelling gesticht damestehuis;
- uit architectuur- en bouwhistorisch oogpunt vanwege de typologie, architectonische concepten, gehanteerde stijlvormen en toegepaste constructie;
- vanwege het belang van de gebouwen voor het oeuvre van de architect C.B. Posthumus Meyes en de firma Moerkoert;
- vanwege de ensemblewaarde door de samenhang van de opstallen;
- als beeldbepalend complex op de dijk in Enkhuizen.
Eigenschappen
Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
---|---|---|---|---|
Bejaardentehuis | Cultuur, gezondheid en wetenschap | Sociale zorg, liefdadigheid | oorspronkelijke functie | Ja |
Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Dijk | 34 | – | 1601 GJ | Enkhuizen | – | – | Ja |
Dijk | 36 | – | 1601 GJ | Enkhuizen | – | – | – |
Kadastraal perceel | Kadastrale sectie | Kadastraal object | Appartement | Kadastrale gemeente |
---|---|---|---|---|
– | F | 3350 | – | Enkhuizen |
Start | Eind | Notitie | Beschrijving |
---|---|---|---|
1892 | 1892 | – | verbouwing |
Name | Beroep | Notitie |
---|---|---|
Posthumus Meyjes, C.B. ; Noord-Holland | architect / bouwkundige / constructeur | – |