Stationsweg 18, Dokkum
Inleiding
Het rijkelijk geornamenteerde, dubbele WOONHUIS met HEKWERK is in de gevel gedateerd ANNO 1909 en gebouwd onder Overgangsarchitectuur. Bij een interne verbouwing van huisnummer 18 vond men een plankje waarop stond: "Ate A. Meinema, oud 18 jaren en Jan Jansma, oud 19 jaren hebben dit kamertje gemaakt. Metslawier, Juni 1909." Op stilistische gronden valt de woning toe te schrijven aan de anonieme architect van de Stationsweg 29 te Dokkum. Het dubbele woonhuis, op de hoek van de Stationsweg en de Eelaan, en heeft een diepe achtertuin die begrensd wordt door de stadsgracht. De dubbelwoning ligt binnen het Gebied met Bijzondere Waarden 'Stationsbuurt' dat in het kader van het Monumenten Inventarisatie Project is geïnventariseerd. De bouw van het woonhuis valt in de periode waarin de Noord Friesche Locale Spoorwegmaatschappij het eindstation (1901) bij Dokkum had, tegenover het bedoelde dubbele woonhuis. Het dubbele woonhuis heeft de verschijningsvorm van het rentenierswoningtype; beide woninghelften zijn meer of minder in-pandig verbouwd, zonder dat ze structureel ingrijpend zijn gewijzigd. Buiten de bescherming van rijkswege vallen een houten garage (1981) achter huisnummer 20, en de berging (1976) achter huisnummer 18 wegens geringe architectonische waarde en te jonge leeftijd.
Omschrijving
Het dubbele woonhuis heeft globaal een rechthoekige plattegrond, met de voorgevel aan de noordzijde parallel aan de Stationweg. Aan de achterzijde zijn contemporaine aanbouwen: in het midden de beide bijkeukens met een T-vormige plattegrond en op de hoeken vierkante serres, alle onder plat dak. Het terrein wordt aan de voorzijde en zijkant van het trottoir gescheiden door een eenvoudig, contemporain, ijzeren hekwerk. Het dubbele woonhuis bestaat uit één bouwlaag onder een afgeknot schilddak aan de voorzijde en een tot en met de zolderverdieping opgetrokken gevel aan de achterzijde. Op de achtergevel staat een gemetselde, lage balustrade als gevelbeëindiging, tussen gepleisterde hoekpenanten. De gevels zijn opgetrokken in bruine bakstenen op een gepleisterde plint en verlevendigd met crème-witte verblendstenen en rode strengpersbakstenen tectonische decoraties, zoals de sierbanden langs onder- wissel- en boven-dorpels en streklagen. De gevels worden afgesloten door een rode strengpersbakstenen lijst, rood gevoegd, met een geprofileerde, gepleisterde band. De vensters hebben een flauw hellende, keperboogvormige afsluiting met een streklaag, aanzetstenen en sluitstenen met diamantkop, en kunststenen trommelvelden, waarin eenvoudige Art Nouveau lijndecoraties in laagreliëf. Alle vensters hebben een groen geglazuurde bakstenen lekdorpel. Al het kozijnhout heeft een geknipte loodslab. De dakschilden zijn belegd met bruin geglazuurde kruispannen. De dakschilden worden onderbroken door opgetrokken geveltoppen boven de dubbele entree en op de hoek naar de Eelaan en een kleine houten dakkapel in het linker dakschild aan de Eelaan. De noordgevel heeft in het midden een risalerende, dubbele entreepartij met een vereenvoudigde trapgevel en een gepleisterde gevellijst: op de aanzettrede, de middentrede en op de top staat een obelisk. De entree bestaat uit twee portieken met een betegeling van onder meer reliëftegels met een bloemmotief en een terrazzostoep. Beide portieken hebben een porte brisee in Neo-Renaissance-trant met smeedijzeren hekwerkjes voor de glaspanelen. Het portiek wordt afgesloten door een latei met een kunststenen trommelveld. Boven de entree rust op een muurstijl-korbeelconstructie een houten balkon met een elegante, geometrische versierde balustrade. In de geveltop worden de twee dubbele balkondeuren omlijst door een vrijwel cirkelvormige, decoratieve streklaagomranding met de datering: ANNO 1909. De bijkeukens zijn opgetrokken in bruine bakstenen en oversnijden gedeeltelijk de achtergevel. In de tweede bouwlaag enkele vensters en een deur naar het droogplat.
De rechter helft van het dubbele woonhuis, huisnummer 18, heeft in de voorgevel twee H-vensters met groen getinte, matglazen, meerruits bovenlichten. In de rechter zijgevel een H- en een tweelichtvenster. Op het dakschild een oorspronkelijke schoorsteen. De serre aan de achterzijde is gedeeltelijk vernieuwd.
De linker helft van het dubbele woonhuis, huisnummer 20, heeft aan de noordzijde een drielichtvenster en op de afgsnoten hoek naar de Eelaan een over twee bouwlagen opgetrokken topgevel met een rechte en een uitgezwenkte gevellijst bekroond met een obelisk. In de eerste en tweede bouwlaag een H-venster, waarvan de bovenste onder een afgeknotte keperboogvormige streklaag. De H-vensters hebben gedeeltelijk glas-in-lood bovenlichten. In de zijgevel een tweelichtvenster en naast de schoorsteen op het dakschild een kleine houten dakkapel onder een wolfdak, belegd met leien, en een 'morgenster'. De serre aan de achterzijde heeft een met portland beraapte borstwering, die met de borstel is geruwd, waarop gesneden een houten stijlen met T-ruiten met een gebogen wisseldorpels; de bovenlichten hebben gekleurd glas-in-lood in het patroon van geabstraheerde bloemen.
Het INTERIEUR van het woonhuis nr. 18 is structureel oorspronkelijk en heeft enkele waardevolle interieuronderdelen. Van belang zijn onder meer het betegelde tochtportaal (motief: 'zonsopkomst') en een eenvoudig gestuct plafond en in de tochtdeur een gezandstraalde voorstelling van de watergezicht met een zeilprauw en gewas. De vloer van het portaal en de gang zijn uitgevoerd in terrazzo. In de kamers en suite zijn natuurstenen hoekschoorstenen met betegelde schouwen, vensterbanken en de serredeuren met gefacetterde glaspanelen.
Het INTERIEUR van nr. 20 is vrijwel identiek aan dat van nr. 18, zij het spiegelbeeldig. Van belang zijn ondermeer het tochtportaal en de gang als in het buurpand; in de kamers en suite beide stucplafonds met kastanjeblad en -bloesem en een hoekschoorsteen. De serre is van de achterkamer gescheiden door een dubbele deur met gefacetteerde glaspanelen.
Waardering
Het dubbele woonhuis met hekwerk uit 1909 dat onder Overgangsarchitectuur werd gebouwd is van algemene cultuurhistorische en architectuurhistorische waarde:
- als bijzonder uitdrukking van een stijlontwikkeling, te weten de invloed van de Art Nouveau in de regio,
- als bijzondere representant van deze Overgangsarchitectuur in de gemeente Dongeradeel,
- vanwege de redelijke mate van esthetische kwaliteit van het ontwerp,
- door de hoge mate van gaafheid van het materiaalgebruik en ornamentiek,
- vanwege de redelijke mate van belang wegens de situering verbonden met de ruimtelijke ontwikkeling van Dokkum buiten de vesting gedurende het eerste decennium van de twintigste eeuw, dat samenviel met de ontsluiting door de lokaalspoorweg,
- als beeldondersteunend hoekpand binnen de als gebied met bijzondere waarden aangemerkte Stationsbuurt,
- vanwege de redelijke tot hoge mate van gaafheid van zowel het exterieur als het interieur.
Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
Locatie
Eigenschappen
Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
---|---|---|---|---|
Woonhuis | Woningen en woningbouwcomplexen | Woonhuis(K) | oorspronkelijke functie | Ja |
Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Stationsweg | 18 | – | 9101 HZ | Dokkum | – | – | Ja |
Stationsweg | 20 | – | 9101 HZ | Dokkum | – | – | – |
Hoofdcategorie | Subcategorie | Beschrijving | Notitie |
---|---|---|---|
Woningen en woningbouwcomplexen | Woonhuis(K) | – | Rentenierswoning |
Kadastraal perceel | Kadastrale sectie | Kadastraal object | Appartement | Kadastrale gemeente |
---|---|---|---|---|
– | C | 252 | – | Dokkum |
– | C | 1381 | – | Dokkum |
Start | Eind | Notitie | Beschrijving |
---|---|---|---|
1909 | 1909 | – | vervaardiging |