Inleiding

Het voormalige gemeentehuis van Tubbergen is in 1930-31 gebouwd naar ontwerp van H.W. Valk. Zijn prijsvraagontwerp in traditionalistische stijl werd door een jury met als voorzitter prof. ir. M.J. Grandpré-Molière als beste verkozen.

Historiserende elementen (trapgevels, roedenverdeling) verwijzen naar de oud-Hollandse raadhuisstijl. De typische dakruiter verraadt de Skandinavische invloed die de architectuur van overheidsgebouwen vlak voor de tweede wereldoorlog onderging. De raadzaal lag op de verdieping achter de reeks dakkapellen, in de open dakstoel. Hiermee refereert het ontwerp zowel aan een nationale (vgl. Prinsenzaal Den Haag) als aan een regionale (Los Hoes) traditie. In Sleen (Drenthe) is in 1938 in gebruik genomen een raadhuis naar ontwerp van A. Baart met een sterk vergelijkbare traditionalistische vormgeving. Op 28 februari 1963 is de bovenverdieping van de zijvleugel uitgebrand. In 1971 is het raadhuis verbouwd. De raadzaal werd met een publieke tribune ingericht, een trouwkamer werd gebouwd. Bij de verbouwing werd al uitgegaan van het feit dat het raadhuis eventueel zijn oorspronkelijke functie zou verliezen. Sinds 28 juni 1984 heeft het gebouw een horecafunctie.

Het gebouw is overhoeks georiënteerd op de Grotestraat, die ter plaatse een bocht maakt, nabij het Raadhuisplein. Het raadhuis is bewust teruggerooid om de bocht in de Grotestraat overzichtelijker te maken voor het verkeer. Opmerkelijk is het materiaal waarin het pand is opgetrokken: geprofileerde vlamovensteen.

Omschrijving

Het voormalige gemeentehuis is opgetrokken vanuit een L-vormige plattegrond over twee bouwlagen, waarbij de verdieping deels onder de kap geplaatst is, onder een zadeldak gedekt met leien in rijndekking. De kopse gevels hebben trapgevels. Het gebouw staat op een plint. Op de nok staat een met koper beklede dakruiter, bestaande uit een zeshoekige ui met een vierkante spits, bekroond met een sierijzeren windvaan.

De overhoekse ligging wordt geaccentueerd door de op de begane grond afgesnoten noordwesthoek met op de verdiepingscheiding een natuurstenen console. Op de console is overhoeks in de concave welving het wapen van Tubbergen aangebracht.

De lange gevel (W) telt vier identieke traveeën, gescheiden door hemelwaterafvoeren. Op de begane grond van iedere travee zijn twee houten kruiskozijnen aangebracht in oud-Hollandse stijl. De onderste ramen zijn behangen met luiken. De kruiskozijnen zijn 36-ruits, de bovenlichten zijn voorzien van gekleurd glas. Op de verdieping is in iedere travee één zo'n kruiskozijn aangebracht, zij het met verhoogd bovenlicht. Op de plaats van de wisseldorpel, die op de verdieping samenvalt met de daklijst, zijn vier vierruits raampjes tussengeplaatst. Het gedeelte van deze hoge vensters dat boven het muurvlak steekt, is in een dakkapel gevat. Deze heeft een zadeldak en in de topgevel een kepervormig beschot. In de travee rechts van het midden is het kruisvenster uitgevoerd als glasdeur. Ervoor is een stoep geplaatst.

De kopgevel (N) heeft op de begane grond dezelfde twee kruiskozijnen als de traveeën van de lange gevel. Ook op de verdieping hetzelfde verhoogde kruiskozijn als in de lange gevel, echter niet in een dakkapel gevat maar in de geveltop. De gevel van de aanbouw onder lessenaarsdak, in de oksel van de L-vorm, ligt in hetzelfde vlak als de korte gevel. Rechts is hier een teruggelegen dubbele glasdeur aangebracht met een stoep. Links een opvallende erker, met centraal een terugliggend 12-ruits schuivend deel met 12-ruits bovenlicht, geflankeerd door twee 6-ruits schuifvensters. Op de verdieping rechts een staand en links een liggend 12-ruits venster.

Het interieur van het voormalige gemeentehuis is deels nog in oorspronkelijke staat.

Waardering

Voormalig gemeentehuis van cultuurhistorisch, architectuurhistorisch en stedebouwkundig belang vanwege:

- de oorspronkelijke functie

- het opvallende materiaalgebruik en de stijlverwijzingen.

- de markante ligging in de bocht van de Grotestraat

- de gaafheid van het exterieur