Oud Wassenaar, Wassenaar

Omschrijving onderdeel 1: LANDHUIS.

Inleiding

In Neo-Renaissancestijl opgetrokken landhuis Oud Wassenaar naar ontwerp van C. Muysken uit 1876-1879 met zeer rijk gedecoreerd en in verschillende stijlen uitgevoerd interieur, dat al door tijdgenoten werd geroemd. De betimmering van de voormalige eetkamer in Neo-Hollandse Renaissancestijl werd in 1877 op een kunstnijverheidstentoonstelling in Amsterdam bekroond met de gouden medaille. De bouw van het kasteel werd opgedragen aan de aannemers gebr. Van Malsen, die in de gelijknamige stoomtimmerfabriek te Den Haag ook de paneelbetimmeringen van de diverse stijlkamers hebben gemaakt. De schilder J. Stortenbeker (Den Haag) verzorgde de plafond- en wandschilderingen in het gebouw, waarvoor Muysken de ontwerpen maakte. In de jaren tien van de twintigste eeuw is het gebouw aan de achterzijde uitgebreid met een zaal naar ontwerp van de architect J.J. Brandes. De terrassen aan weerszijden van de bordestrap bij de entree zijn ook in dezelfde periode toegevoegd. De kamerindeling op de verdieping is in de hoteltijd enigzins gewijzigd.

Omschrijving

In hoofdopzet symmetrisch landhuis op rechthoekige plattegrond met diverse risalieten en twee ronde hoektorens ter weerszijden van de hoofdgevel. Het pand telt een souterrain, twee bouwlagen en een zolderverdieping onder een samengesteld dak. De steile dakschilden zijn gedekt met leien in Maas- en Rijndekking en schubleien in de kleuren blauw, rood en groen in een decoratief mozaïekpatroon. Langs de dakranden en op de nokken attieken, balustrades en gietijzeren crêtes. De gevels worden horizontaal geleed door speklagen, sterk geprofileerde water- en cordonlijsten en een omgaand hoofdgestel met neo-renaissancistische ornamenten op het fries. De horizontale geleding wordt doorbroken en verlevendigd door de hoektorens en de risalieten onder de steile steekkappen. In de pilasterstelling van de gevels is de Ionische orde boven de Dorische orde geplaatst. Boven de rustica sokkel van ruw behakte blokken natuursteen (petit granite) zijn de gevels opgetrokken in een donkerrode baksteen (Rhijnsteen appelbloesem). De speklagen, het lijstwerk en het overige beeldhouwwerk met renaissancistische motieven aan de rijk geornamenteerde gevels is uitgevoerd in witte kalksteen. Het gebouw bevat overwegend T-vensters met recht of halfrond bovenlicht en smalle schuifvensters. Een groot aantal van de vensters en deuren is voorzien van een bloktandlijst en een segmentboogvormig of driehoekig fronton in witte kalksteen. De symmetrische hoofdgevel (zuidoost) met ronde hoektorens heeft een licht uitspringende middenpartij van vijf traveeën met geprononceerd middenrisaliet over twee bouwlagen. Op de bel-etage de centrale hoofdingang in een loggia van drie rondbogen met daarvoor een brede natuurstenen bordestrap. Deze loggia, nu met glaspuien dichtgezet, wordt overwelfd door in gele IJsselsteen gemetselde koepelgewelven en heeft een vloer van terrazzo-mozaïek tegels. Boven de rondbogen een fries met triglyfen en metopen onder een cordonlijst en attiek met balustrade. Boven de verdiepingvensters en op het fries onder de daklijst natuurstenen reliëfs. De risaliet wordt bekroond door een trapgevel in Hollandse Renaissancestijl met klauwstukken, obelisken en in de top een segmentboogvormig gebroken fronton. In de topgevel drie cartouches met de jaartallen 1876 en 1879 en de naam Oud-Wassenaar en een wijzerplaat in gebeeldhouwde lijst. Aan weerszijden van de topgevel rijk geornamenteerde dakkapellen. De hoektorens zijn ter hoogte van de verdieping voorzien van een rondgaand balkon met gietijzeren hek op consoles en zijn daarboven rijk gedecoreerd met natuurstenen renaissancistische ornamenten. De zinken koepeldakjes met lantaarn worden ondersteund door langgerekte consoles met voluutdecoratie. Tegen de noordoostelijke zijgevel een drie traveeën breed risaliet met een centrale entreepartij op de bel-etage en op de verdieping drie traplichten met roedenverdeling en gebrandschilderd glas. In het steile dakschild boven het risaliet een attiek en dakkapel. Links van de risaliet de hoektoren en rechts een hoekpaviljoen met één vensteras onder een afgeknot tentdak met dakkapel. De smalle gevelpartij naast het hoekpaviljoen wordt bekroond door een met leien gedekt koepeldakje. De zuidwestelijke zijgevel is in hoofdlijnen spiegelbeeldig identiek aan de noordoostgevel. Naast de hoektoren een drie traveeën breed risaliet met attiekbalustrade en steekkap met dakkapel. Links een hoekpaviljoen onder afgeknot tentdak met dakkapel. Op de bel-etage een loggia met centrale rondboog op kolommen, geflankeerd door rechthoekige gepleisterde vakken (oorspronkelijk open) en ronde gevelopeningen met natuurstenen lijst. Naast het hoekpaviljoen een lage ronde traptoren onder kegeldak met naaldspits. De symmetrische achtergevel (noordwest) heeft een vijf traveeën breed middenrisaliet onder dakschild met drie dakkapellen en hoekpaviljoens onder steile afgeknotte tentdaken met één dakkapel. Het souterrain en de bel-etage gaan schuil achter de later aangebouwde zaal. In de 13 vensterassen van de gevel kruisvensters met roedenverdeling en dubbele 10-ruits deuren. De middelste zes pilasters en de borstwering van het balkon zijn bekleed met decoratieve terracottategels. Op de verdieping aan weerszijden van de middenrisaliet twee en in de hoekpaviljoens één venster.

Interieur

In het souterrain zijn onder meer de tegellambriseringen van de gangen en de voormalige bijkeuken (nu: herentoilet) bewaard gebleven, evenals de oude wijnkelder. De verschillende ruimtes worden overspannen door troggewelven en gemetselde kruis- en tongewelven.

Op de bel-etage en de verdieping zijn de vertrekken gegroepeerd rond de rijk uitgevoerde centrale vestibule over twee bouwlagen die wordt verlicht door een cirkelvormige daklicht met een windroos van gebrandschilderd glas. Ter hoogte van de verdieping een galerij met wit marmeren balustrade op zuilen van rood graniet met zwart marmeren basementen en wit marmeren kapitelen. De piëdestals zijn van grijs graniet. De vloer bestaat uit wit geaderd marmer met banden van gekleurd marmer-mozaïek tussen de kolommen. De wanden van de vestibule zijn op de bel-etage bekleed met kunstmarmer (stucco lustro) en geleed door rondboogvormige doorgangen en pilasters met Dorische kapitelen. De wanden op de verdieping zijn beschilderd met ornamenten in Neo- Renaissancestijl en geleed door pilasters met Ionische kapitelen tussen rondbogen onder trompen. In Neo-Renaissancestijl uitgevoerde eiken deuren onder gebroken frontons geven toegang tot de verschillende vertrekken.

In de noordwand van de vestibule een open doorgang van rondbogen naar het met kunstmarmer beklede trappenhuis. De enkele witte marmeren trap met dito balustrade gaat via een bordes over in twee houten trappen met houten balustrade. Plafond met lijstwerk en een centrale ronde plafondschildering. Traplichten met glas-in-loodramen, de middelste met landschap. Het Neo-Hollandse Renaissance-interieur van de eetkamer (nu: jachtkamer) is uitgevoerd in blank eikenhout. Het cassettenplafond bestaat uit met ornamenten beschilderde caissons en een middenvak met geschilderde figurengroep. De rijke paneelbetimmering is met bloem- en vruchtfestoenen geschilderd en de vakken zijn gevuld met speciaal voor Oud-Wassenaar gemaakte gobelins. De wandbetimmering met boekenkasten van de voormalige bibliotheek in Neo-Renaissancestijl is evenals het in caissons verdeelde plafond uitgevoerd in donker notenhout. In de halfronde bovenlichten van de dubbele deuren glas-in-loodramen. Het in lichte kleuren geschilderde Neo-Lodewijk XVI-interieur van de salon en het aangrenzend boudoir met antichambre bestaat uit onder meer een paneellambrisering en ornamentlijsten van papier maché rond vakken met satijnen wandbespanning. De kleine vertrekken rechts van de ingang zijn voorzien van een hoge notenhouten paneellambrisering. De grote balzaal in elegante late Neo-Renaissancestijl is gestucadoord met pilasters, entablement en plafond met geprofileerd lijstwerk rond een rechthoekige plafondschildering met landschap. De vakken tussen de pilasters zijn met satijnstof bekleed, het stucwerk is met luchtige ornamenten geschilderd. In enkele kamers op de verdieping zijn onder meer paneellambriseringen, balkenplafonds en in stucwerk uitgevoerde spiegelgewelven bewaard gebleven. Vanaf de verdieping voert een gietijzeren spiltrap naar de zolderverdieping, die grotendeels in oorspronkelijke staat verkeert. Verspreid in het gebouw staan nog enkele stukken van het oorspronkelijke, speciaal voor Oud Wassenaar ontworpen meubilair.

Waardering

Het LANDHUIS Oud Wassenaar is van algemeen belang wegens architectuur- en cultuurhistorische waarde. Het landhuis is een representatief voorbeeld van de Neo-Renaissance, uit de school van de Delftse hoogleraar E. Gugel, en een hoogtepunt in het bouwkundige oeuvre van de architect C.Muysken.

Het Landhuis Oud Wassenaar is een typerend voorbeeld van een 'Gesamtkunstwerk', waarbij de architect zowel exterieur als interieur ontwierp. De hoge kwaliteit van het zeer rijke interieur wordt bepaald door het bijzondere ensemble van de verschillende, bij de oorspronkelijke functie van de vertrekken passende, interieurstijlen, de hoogwaardige uitvoering en het bijzondere materiaalgebruik. Het pand is in hoge mate gaaf in hoofdvorm, materiaalgebruik en detaillering, zowel uit- als inwendig.

Het landhuis is tevens van belang als beeldbepalend hoofdonderdeel van de historische buitenplaats Oud-Wassenaar met name vanwege het bewust nagestreefde schilderachtige silhouet en het kleurige materiaalgebruik in relatie tot de landschappelijke parkaanleg.

Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland

Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.

Locatie

Monumentnummer
508020
Complexnaam
Oud Wassenaar
Provincie
Gemeente
Plaats
Complexomschrijving

Omschrijving van het complex

HISTORISCHE BUITENPLAATS 'OUD WASSENAAR' met LANDHUIS (1), PARKAANLEG (2), voormalige DIENSTWONING (3) en PERGOLA (4).

De in oorsprong achttiende-eeuwse historische buitenplaats dankt de huidige verschijningsvorm grotendeels aan veranderingen die tussen 1876 en 1879 zijn doorgevoerd in parkaanleg en bebouwing. In 1871 kocht C.J. van der Oudermeulen, stalmeester in buitengewone dienst van Koning Willem III en onder meer hoogheemraad van Rijnland, de buitenplaats Oud Wassenaar. Blijkens de kadastrale kaart uit 1822 was het landhuis toen gesitueerd aan de Schouwweg in een parkaanleg met deels formele lanenstructuur (Oud Wassenaarseweg, Groen van Prinstererlaan en Lindelaan) en deels vroege landschappelijke inrichting met slingerende waterpartij, een 'Chinese tempel' en een 'koepel'. Van der Oudermeulen liet het oude huis afbreken en gaf de architect Constantijn Muysken (1843-1922) opdracht een nieuw huis en dienstgebouwen te ontwerpen. Tussen 1876 en 1879 verrees, in de nabijheid van de waterpartij, Kasteel Oud-Wassenaar in de stijl van de Neo-Renaissance met stijlinvloeden van de Hollandse, Franse en Italiaanse Renaissance. In dezelfde periode werd de vroege landschappelijke parkaanleg getransformeerd naar een ontwerp in late Landschapsstijl van de Duitse tuinarchitect C.E.A. Petzold. Waarschijnlijk zijn toen de oude tuinkoepels afgebroken. Na het overlijden van de heer Van der Oudermeulen in 1904 kwam de buitenplaats, samen met het naastgelegen Rust en Vreugd, in handen van Nationaal Grondbezit N.V. en in 1908 van de exploitatiemaatschappij 'Park Groot Haesebroek' onder directie van de architect J.T. Wouters. Het formele gedeelte van de buitenplaats, langs de rechte lanen, werd in de jaren daarna verkaveld tot villapark en bebouwd. Aan het begin van de Kasteellaan en in het bos recht tegenover het kasteel bouwde J.T. Wouters omstreeks 1907 twee dienstwoningen in Chaletstijl, behorende bij Rust en Vreugd. De voormalige moestuin van Oud-Wassenaar werd in 1910 onderdeel van het complex Frisiastate aan de Lindelaan. De eenvoudige toegangshekken in de Kasteellaan en de Lindelaan dateren uit de jaren tien van de twintigste eeuw. In 1920 en 1930 werden door de toenmalige eigenaar van zowel Rust en Vreugd als Oud-Wassenaar, van Ommeren, koopman te Rotterdam, twee villa's in het park gebouwd, aan de Van der Oudermeulenlaan (nr.20) en aan de Laan van Hoogwolde (nr.1).Sinds 1910 heeft het kasteel een horecafunctie. In 1975 zijn in de onmiddellijke nabijheid van het kasteel vier appartementengebouwen opgericht, die buiten de bescherming vallen.

Het omvangrijke neo-Renaissance kasteelachtige landhuis staat met de hoofdgevel aan de westelijke oever van de slingerende waterpartij, die verder door een landschappelijke parkaanleg wordt omgeven. De dienstwoning en de pergola zijn, op enige afstand van het kasteel, gesitueerd aan de Schouwweg. Aan de noordzijde grenst de buitenplaats aan het landgoed Rust en Vreugd. De Van Ommerenlaan, de Laan van Hoogwolde en het oostelijke gedeelte van de Oud Wassenaarseweg begrenzen de buitenplaats aan de oost- en zuidzijde. Het L- vormige patroon van de vroegere oprijlanen (Groen van Prinstererlaan en Lindelaan) is bij de bescherming inbegrepen. Op de bij de omschrijving behorende kaart is de omgrenzing van het complex aangegeven.

Waardering van het complex

De HISTORISCHE BUITENPLAATS 'OUD WASSENAAR' is van algemeen belang wegens architectuur- en cultuurhistorische waarde als representatief voorbeeld van een deels getransformeerde buitenplaats met laat negentiende-eeuws landhuis, bijgebouwen en parkaanleg.

De historische buitenplaats 'Oud Wassenaar' is van groot architectuur- historisch belang vanwege het bijzondere kasteel-landhuis, één van de fraaiste en gaafste voorbeelden van Neo-Renaissance-architectuur uit de tweede helft van de negentiende eeuw in Nederland, zowel wat exterieur als interieur betreft. Het ontwerp is een hoogtepunt in het oeuvre van de architect C. Muysken. De bouwkundige complexonderdelen zijn gaaf in hoofdvorm, materiaalgebruik en detaillering, met name het kasteel-landhuis bevindt zich in nagenoeg oorspronkelijke staat.

De historische buitenplaats 'Oud Wassenaar' is van algemeen tuinhistorisch belang vanwege de grotendeels gaaf bewaard gebleven parkaanleg in Landschapsstijl met de voor het oeuvre van de tuinarchitect C.E.A. Petzold kenmerkende waterpartij, rondwandelingen en beplanting en de restanten van de achttiende-eeuwse formele lanenstructuur.

De hoge ensemblewaarde van de historische buitenplaats 'Oud Wassenaar' wordt bepaald door de bijzondere stilistische, functionele en ruimtelijke samenhang van de verschillende complexonderdelen, in het bijzonder het schilderachtige silhouet, het kleurige materiaalgebruik en de situering van het landhuis, afgestemd op de landschappelijke parkaanleg.

De historische buitenplaats 'Oud Wassenaar' is van stedenbouwkundig belang als onderdeel van de landgoederenzone in Wassenaar, met name vanwege de samenhang met het aangrenzende Rust en Vreugd.

Eigenschappen

Functies
Functie Hoofdcategorie Subcategorie Functietype Is hoofdfunctie
Landhuis Kastelen, landhuizen en parken Kasteel, buitenplaats oorspronkelijke functie Ja
Adressen
Straat Getal Achtervoegsel Postcode Plaats Locatie Situatie Is hoofdadres
Park Oud Wassenaar 1 2243 BX Wassenaar Ja
Types
Hoofdcategorie Subcategorie Beschrijving Notitie
Kastelen, landhuizen en parken Kasteel, buitenplaats
Percelen
Kadastraal perceel Kadastrale sectie Kadastraal object Appartement Kadastrale gemeente
F 10321 Wassenaar
Bouwperioden
Start Eind Notitie Beschrijving
1843 1922 vervaardiging
Naar boven