Inleiding

Boerderij uit ca. 1890. Woongedeelte karakteristiek en rijk geornamenteerd in oriëntaalse stijl (zie MIP boek).

Omschrijving

Boerderij van het krimpentype, opgetrokken in baksteen onder een met betonpannen gedekt afgewolfd zadeldak. Op de nok drie diagonaal geplaatste scoorstenen. Opvallend is de boogvorm die gebruikt is voor gevelopeningen en -beëindiging: deze is recht met afgeschuinde hoeken. De vorm is sterk benadrukt door wit gepleisterde strekken of profiellijsten.

Symmetrische voorgevel met vier traveeën, de middelste twee hoger opgaand, waardoor de gevel een driedeling krijgt. Op de middenas blindnissen. De vensters op de vier assen zijn geflankeerd door pilasters. Van de middelste twee traveeën zijn de pilasterstellingen gekoppeld, deze koppeling is geaccentueerd door de opdeling van de gietijzeren balustrade van het balkon, doordat de buitenste pilasters wit gepleisterd zijn en doordat de stellingen in de top door één boog gekoppeld worden. De buitenste twee traveeën staan meer op zichzelf. Ook deze hebben een pilasterstelling, afgedekt met een tuitgeveltje. Waar de pilasters de dakrand raken is een vaas geplaatst op een tuitstuk.

De middelste traveeën hebben op de begane grond een schuifvenster en op de verdieping dubbele balkondeuren. De traveeën worden afgesloten door een mezzaninovenster. De buitenste traveeën missen de balkondeuren op de verdieping.

In de rechterzijgevel twee T-vensters en een dubbele paneeldeur met bovenlicht, allen tussen pilasters en met erboven een mezzaninovenster. In de kopgevel van de eerste krimp een T-venster, in de langsgevel drie T-vensters en een dubbele paneeldeur met bovenlicht. In de kopgevel van de tweede krimp een kleiner T- venster. In de langsgevel twee moderne overhead deuren. Na de derde krimp acht stalvensters.

In de linkerzijgevel twee- plus éénmaal een T-venster en een mezzaninovenster, allen tussen pilasters. In de kopgevel van de krimp, die schuin geplaatst is, de inrit. In de zijgevel van het bedrijfsgedeelte negen segmentvormige stalvensters.

Rechts in de achtergevel een inrit met segmentboog. Verder twee loopdeuren, gescheiden door stalvensters. Onder het wolfeind drie ronde vensters en twee segmentvormige zesruits vensters.

Interieur: de hoofdindeling van het woongedeelte is gehandhaafd. Detaillering van de vertrekken, lambriseringen, deurportalen en schouwen, is nog aanwezig.

Gebintstructuur bedrijfsdeel intact, stalindeling verwijderd.

Waardering

Boerderij van cultuur-, architectuurhistorische en stedenbouwkundig belang:

- als karakteristiek voor de agrarische ontwikkeling van de streek

- vanwege de beeldbepalende ligging

- vanwege de kwaliteit van het ontwerp van met name het woongedeelte