Gebouw 63 (object L), Den Helder
Inleiding
KETELMAKERIJ gebouwd tussen 1918 en 1920, gesitueerd aan het zuidelijke deel van het Afsluitingskanaal. De ketelmakerij, plaatselijk bekend als gebouw 63, is gelegen op het zuidwestelijke deel van het complex Rijkswerf Willemsoord tussen de vml. mastenloods (gebouw 66) en de zuidwesthoek. Volgens het bestek uit 1918 bedroegen de afmetingen van het gebouw buitenwerks 57 bij 35 meter.
Omschrijving
Op rechthoekig grondplan gebouwde ketelmakerij, bestaande uit een driebeukig basilicavormig bouwvolume. Het middenschip wordt gedekt door een zadeldak, de twee zijbeuken door een lessenaarsdak, in oorsprong alle bedekt met dakleer. De diepte van het gebouw is elf traveeën. De noklijn staat loodrecht op de Zuidstraat. Het middenschip heeft elf lichtkappen, dwars op de noklijn van het dak. Het middenschip is breder en hoger dan de zijbeuken, zodat extra daglicht kan binnentreden door de vensters in de zijwanden van het schip. Deze in oorsprong ijzeren vensters zijn rechthoekig en hebben witglazen ruiten in een meerruits roedenverdeling.
De draagconstructie bestaat uit een samenstel van ijzeren I-profielstijlen en -liggers. De kolomvoeten zijn ingebed in een betonfundatie. De gemetselde pilasters van de zijbeuken hebben consoles van gewapend beton. De stijlen en pilasters dragen de bimscementen dakplaten. De kraanbalken van de travellers rusten op hardstenen draagstenen. De muren van de gevels bestaan uit metselwerk, waarin stalen ramen zijn aangebracht ter versteviging.
De zuidelijke kopgevel is opgetrokken in rode baksteen boven een uitgemetselde plint. Deze gevel heeft een breedte van zeven vensterassen, waarbij het middenschip een breedte van drie assen heeft en de zijbeuken ieder twee. De middenas van het schip bevat een grote rechthoekige poort met twee achterelkaar gehangen houten schuifdeuren, met ijzeren beslag ter versteviging. De deuren hangen aan stalen balken. Boven deze poort is een groot vierkant venster met meerruits roedenverdeling aangebracht. Aan weerszijden van de middenas bevindt zich een vensteras met een rechthoekig staand houten venster met een meerruits roedenverdeling. De zijbeuken zijn elk twee vensterassen breed en bevatten op elke as een rechthoekig staand houten venster met meerruits roedenverdeling. Alle vensters hebben bakstenen lekdorpels. De vensters zijn aan de binnenzijde met stalen roeden verstevigd. De aanzet van de daken is in de kopgevels (noord- en zuid) aangegeven met gecementeerde horizontale banden.
De zijgevels (oost en west) hadden in oorsprong elf rechthoekige staande vensters met meerruits roedenverdeling.
De noordelijke kopgevel is qua indeling en detaillering gelijk aan de zuidelijke kopgevel. De houten schuifdeuren zijn vervangen door metalen schuifdeuren.
Waardering
Het pand is van algemeen belang als historisch functioneel onderdeel van het complex Rijkswerf Willemsoord. Daarnaast is het pand van belang uit cultuur- en architectuurhistorisch oogpunt als gaaf bewaard gebleven voorbeeld van een in de eerste helft van de 20ste eeuw gebouwde ketelmakerij. Door de ligging aan de zuidrand van het Rijkswerfterrein heeft het pand beeldbepalende waarde voor het aanzien van de werf vanaf de zuid- en zuidwestzijde.
Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
Locatie
Omschrijving van het complex
Het complex betreft de in het noordoosten van de gemeente Den Helder gelegen (oude) RIJKSWERF WILLEMSOORD. De Rijkswerf, officieel geheten Maritiem Etablissement Willemsoord, is gesitueerd tussen het Marsdiep (in het noorden), het Nieuwe Diep (in het oosten) de Zuidstraat (in het zuiden) en de Weststraat en het Molenplein (in het westen).
De geschiedenis van de aanleg en bouw van de Rijkswerf gaat terug tot de Franse Tijd. In 1811 decreteerde Napoleon dat in Den Helder aan het Nieuwe Diep de grootste marinehaven en marinewerf van Nederland moesten worden gebouwd. Een ontwerp van Jan Blanken Jansz., Directeur der Maritieme Werken, werd op 8 maart 1812 goedgekeurd. I. Valk, Inspecteur der Maritieme Gebouwen, heeft in deze beginfase voor de Rijkswerf verschillende gebouwen ontworpen. De Rijkswerf kende in de 19de eeuw twee bouwfasen, de eerste van 1813 tot 1827, de tweede van 1857 tot 1866.
De eerste bouwfase werd in 1813 gestart. Na de val van Napoleon en het daaropvolgende herstel van de Nederlandse onafhankelijkheid, werd door Willem I op 14 november 1814 gelast dat het werk in Den Helder moest worden voltooid. De naam Willemsoord werd voor het eerst gebruikt in een memorie van Jan Blanken van 12 september 1815, waarna de naam ingeburgerd raakte. Tijdens de bouw viel het terrein onder het Departement van Binnenlandse Zaken en Waterstaat, op 20 september 1822 werd Willemsoord aan de marine overgedragen. Na een gewijzigd plan van Blanken uit 1819 werd het definitieve plan voor de inrichting van de werf en de bestemming van de gebouwen op 26 februari 1823 door Koning Willem I goedgekeurd. In deze eerste bouwfase werd de basisstructuur van de werf ontwikkeld, waarbij onder andere het natte dok (object: C), de maritieme binnenhaven, het dokkanaal, de zeedoksluis en het oude droogdok (dok I, object: A) werden aangelegd. De voltooiing van het plan nam nog vier jaar in beslag. In de eerste bouwfase werden ook de volgende bouwwerken gerealiseerd: de vier door I. Valk ontworpen langgerekte werkplaatsen/loodsen langs de westrand van het werfterrein (de objecten D, F, G, H, zijnde de gebouwen 1, 29, 52 en 60), het door J. Blanken ontworpen stoommachinegebouw (object J, gebouw 47), de mastenloods (object M, gebouw 66) en de kanonneerbootkappen uit iets later periode -waarschijnlijk circa 1833- (object K, gebouw 3). Het directiegebouw of commandementsgebouw (object S, ook wel 'het Paleis' genaamd, daterend uit circa 1823) en het gebouw voor opslag van licht ontvlambare stoffen (object T, ook wel 'het Torentje' genaamd, nu Marinemuseum) dateren ook uit de eerste bouwperiode.
Een tweede bouwcampagne volgde in de jaren 1857 tot 1866. In deze periode kreeg het terrein van de Rijkswerf de vorm die nu nog in hoofdtrekken herkenbaar is, onder andere door de aanleg van een nieuw droogdok, dok II (object B). Voorts werd het natte dok vergroot en werden de reeds bestaande waterbouwkundige werken verder uitgebreid. Op het Marinegedeelte verscheen in 1869 het hoofdgebouw van het Koninklijk Instituut voor de Marine (object Q).
Nadien, in de periode van 1866 tot circa 1990, werd de bebouwing op het Rijkswerfterrein nog regelmatig uitgebreid en/of vernieuwd om aan de eisen des tijds te kunnen voldoen. Door sluiting van de overige werven in Nederland bleef de Rijkswerf Willemsoord na 1933 over als enige werf van uitrusting, herstelling en conservatie. In 1938 werd aangevangen met de bouw van de nieuwe scheepsmakerswerkplaats (object N, gebouw 51). In de Tweede Wereldoorlog werden zowel haven als werf zwaar beschadigd. Met name het zuidoostelijk gelegen compartiment, thans behorend tot de bewapeningswerkplaatsen van de marine, werd zwaar gebombardeerd. Daarbij werd de bebouwing op dit compartiment bijna volledig verwoest. Op dit compartiment bevinden zich geen afzonderlijk te beschermen bouwwerken meer. Tijdens de oorlog werden op de rijkswerf verschillende betonnen schuilkelders gebouwd en werd het stoommachinegebouw (object J, gebouw 47) gebruikt als kantoor en telefooncentrale. Daartoe werd dit gebouw voorzien van een nieuwe constructie en voorzetgevel van gewapend beton. De walkanten van het Afsluitingskanaal kregen in de periode 1940-1945 geleidelijk een bekleding van gewapend beton. Na de oorlog werden veel herstelwerkzaamheden verricht en werden verschillende nieuwe gebouwen gerealiseerd, onder andere het op het marinegedeelte gebouwde Lesgebouw voor Adelborsten (object R) uit omstreeks 1946, op de plaats van het voormalige hospitaal. Na 1945 werd ook een gedeelte van het Afsluitingskanaal aan de noordzijde gedempt. De zeedoksluis werd in 1967 vervangen door een nieuwe zeedoksluis, die zuidelijk van de oorspronkelijke ligt. In 1949 werd begonnen met de bouw van een geheel nieuwe marinehaven ten oosten van het Nieuwe Diep. In 1988 werd begonnen met de bouw van een nieuwe rijkswerf in de nieuwe haven van Den Helder die in 1993 gereed kwam. De bouwgeschiedenis van de (oude) Rijkswerf Willemsoord is beschreven door C. Reinders Folmer - van Prooijen in "Rijkswerf Willemsoord 1822-1982. Overzicht van de geschiedenis van terrein en gebouwen" (1982).
N.B. In het hiernavolgende worden voor de verschillende objecten zowel letters als nummers gebruikt. De letters A tot en met T verwijzen naar de objecten van het complex "Rijkswerf Willemsoord". De nummering van de verschillende gebouwen (gebouw 1, 3, 29, enzovoort) komt alleen in de redengevende omschrijvingen per beschermd onderdeel voor en komt overeen met de nummering zoals in de jaren '50 van deze eeuw aan de verschillende gebouwen gegeven door de bouwkundige dienst van Rijkswerf Willemsoord. Onder deze nummers zijn de gebouwen plaatselijk bekend.
Naast de onder monumentnummer 531547 beschermde terreinaanleg van de werf, omvat het complex Rijkswerf Willemsoord de volgende afzonderlijk beschermde monumenten:
A: Oude droogdok (dok I, inclusief twee houten richtlatten) (monumentnummer 508471)
B: Nieuwe droogdok (dok II, inclusief één richtlat) (monumentnummer 508463)
C: Natte dok (monumentnummer 508472)
D: Gebouw 1, werkplaats/loods (monumentnummer 508473)
E: Woonhuis voor de officier van politie (bij gebouw 1) (monumentnummer 508474)
F: Gebouw 29, werkplaats/loods (monumentnummer 508475)
G: Gebouw 52, werkplaats/loods, gedeeltelijk (uitsluiting van de tweede bouwlaag) (monumentnummer 508476)
H: Gebouw 60, werkplaats/loods, gedeeltelijk (uitsluiting van de aanbouwen van na 1918) (monumentnummer 508467)
I: Gebouw 28, berging (monumentnummer 508477)
J: Gebouw 47, stoommachinegebouw (monumentnummer 508466)
K: Gebouw 3, kanonneerbootkappen, sloepenloods (monumentnummer 508465)
L: Gebouw 63, ketelmakerij (gedeeltelijk) (monumentnummer 508468)
M: Gebouw 66, mastenloods met scheepshelling ten oosten (monumentnummer 508464)
N: Gebouw 51, scheepsmakerswerkplaats (gedeeltelijk) met scheepshelling en kraanstructuren (monumentnummer 508469)
O: Toegangspartij westelijke hoofdingang (monumentnummer 508478)
P: Gebouw 43, opslag dokmaterialen en schaftlokaal 'het Zwaantje' (monumentnummer 508479)
Q: Hoofdgebouw Koninklijk Instituut voor de Marine (monumentnummer 508461)
R: Lesgebouw Adelborsten / 'Het Klooster' (monumentnummer 508462)
S: Directiegebouw Marine / 'Het Paleis' (monumentnummer 508480)
T: Gebouw voor opslag van licht ontvlambare stoffen, het huidige Marinemuseum / 'het Torentje' (monumentnummer 508470)
Waardering van het complex
Het complex Rijkswerf Willemsoord is van algemeen belang uit maritiem-historisch en architectuurhistorisch oogpunt vanwege de zeldzaamheid van het complex, de herkenbaar gebleven functionele en architectonische samenhang van de complexonderdelen en vanwege de architectonische vormgeving en typologische betekenis van de bebouwing.
Daarnaast zijn de aanleg van het complex en de architectuur van verschillende bouwwerken van belang als belangrijk onderdeel van het oeuvre van Jan Blanken Jansz.
Tevens heeft het complex situationele waarde door de prominente stedenbouwkundige situering in het noordoostelijke deel van Den Helder.
Eigenschappen
Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
---|---|---|---|---|
Ketelhuis | Boerderijen, molens en bedrijven | Industrie | oorspronkelijke functie | Ja |
Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Willemsoord | 63 | – | 1781 AS | Den Helder | – | – | Ja |
Kadastraal perceel | Kadastrale sectie | Kadastraal object | Appartement | Kadastrale gemeente |
---|---|---|---|---|
– | D | 6300 | – | Den Helder |
Start | Eind | Notitie | Beschrijving |
---|---|---|---|
1918 | 1920 | – | vervaardiging |