Cantineweg 19, Katwijk
Inleiding
In 1877-78 naar ontwerp van de Leidsche gemeentearchitect J.W. Schaap uitgevoerde WATERTOREN in eclectische trant met romaniserende rondbogen, ten behoeve van het duinwaterwinningcomplex van de voormalige Leidsche Duinwaterleidingmij. met bijbehorende dienstwoning en machinegebouw.
Omschrijving
Watertoren, machinegebouw en woonhuis op samengestelde plattegrond. Ronde, 33.15 meter hoge WATERTOREN op achthoekige onderbouw onder met groene bitumen gedekt flauw hellend rondlopend dak voorzien van houten lantaarn onder koperen kegeldak. Gevels onderbouw en schacht opgetrokken in rode baksteen en horizontaal geleed door hardstenen banden. Reservoirommanteling van hout. Vensters in onderbouw voorzien van hardstenen waterdorpels en houten kozijnen en roeden. In de schacht hebben de vensters een gietijzeren roedenverdeling.
De indeling van de gevels is symmetrisch: de onderbouw op plint heeft per zijde een door een horizontale band in tweeën geleed rechthoekig spaarveld met vensteras. Behalve aan de noord-, zuid en westzijde, waar respectievelijk het machinegebouw, het woonhuis en de rechthoekige gebouwtjes zijn vastgebouwd.
Overgang van de onderbouw naar de schacht door middel van een hardstenen geprofileerde kroonlijst. De schacht wordt verticaal door lisenen in acht vensterassen geleed en horizontaal door hardstenen banden. Bakstenen rondboogfries onder de houten reservoirommanteling.
Onderbouw: ingangsgevel (oost) in het midden een (niet oorspronkelijke) dubbele houten deur met segmentboogvormig vierruitsbovenlicht onder segmentboog. Boven de deur een hardstenen stichtingsplaat. Links en rechts van de ingangsgevel twee identieke gevels met in het midden een segmentboogvormig negenruitsvenster (kozijnen vernieuwd) onder segmentboog en er boven een zevenruitsradvenster. Linksboven naast de deur een koperen portret van directeur C. van Spall in terracotta lijst.
De twee gevels aan de westkant ter weerszijden van de aanbouw komen overeen met de venstergevels aan de oostkant, maar zij hebben nog de oor spronkelijke kozijnen.
De schacht heeft per travee in het midden een horizontale hardstenen band met onder en boven een rechthoekig spaarveld. In die spaarvelden een tweede spaarveld met boven elkaar twee paar gekoppelde rondboogvormige zevenruitsvensters op gezamenlijke hardstenen waterdorpel. Tweede spaarveld volgt aan de bovenzijde de bogen van de vensters.
Lisenen tot bakstenen rondboogfries. Daarboven een uitkragende hardstenen rand. De houten reservoirommanteling bestaat uit verticale planken red cedar afgesloten door een goot.
Interieur: Achthoekige onderbouw is binnen rond. In het midden een ronde stenen traptoren met ijzeren wenteltrap. Voor ingang traptoren een houten portaaltje, waarin vensters met roedenverdeling. Verder het bedieningspaneel en bij de ingang een pijp met daarin aan- en afvoerleidingen voor het reservoir. De houten lekvloer bevindt zich ter hoogte van de overgang van de onderbouw naar de schacht.
MACHINEGEBOUW aan noordzijde van de watertoren vastgebouwd op rechthoekige plattegrond bestaande uit één bouwlaag onder met zwarte kruispannen gedekt samengesteld zadeldak. Gevels opgetrokken in rode baksteen op plint. Segmentboogvormige twaalfruitsvensters voorzien van houten kozijnen en roeden. Grijs geschilderde hardstenen waterdorpels (dakgoten vervangen).
De gevelindeling is regelmatig. De voorgevel (noord) heeft links een tuitgevel met hoeklisenen. Halverwege de gevel tussen de lisenen een uitkragende bakstenen waterlijst. Daaronder twee segmentboogvormige spaarvelden met daar in twee vensters. Midden tuitgevel boven de waterlijst een rooster onder segmentboog met hardstenen waterdorpel. Vlechting in metselwerk top.
Gevel rechts naast de tuitgevel bestaat uit een rechthoekig spaarveld, met links een houten deur met segmentboogvormig achtruitsbovenlicht onder segmentboog. Rechts naast de deur drie vensters.
Zijgevel (west) een tuitgevel met indeling identiek aan de tuitgevel op het noorden, maar met een dichtgemetseld rechtervenster. In het midden van de gevel een venster in plaats van een rooster.
Achtergevel (zuid) is identiek aan het rechtergedeelte van de noordgevel. Zijgevel (oost) heeft een rechthoekig spaarveld met twee vierruitsschuifvensters met tweeruitsbovenlicht met houten kozijnen en roeden. Midden tussen de vensters een witgeschilderde iets verdiepte rondboognis op hardstenen waterdorpel. Onder in de nis op de dorpel een halfronde gemetselde bak van mortel met basaltlava.
Interieur: vloer bedekt met ijzeren platen met profiel. Houten kapconstructie met ijzeren tr ekstangen. Het stoomvat is nog aanwezig.
WOONHUIS aan de zuidkant van de watertoren vastgebouwd op rechthoekige plattegrond, bestaande uit één bouwlaag onder met zwarte kruispannen gedekt mansardedak. Gevels opgetrokken in rode baksteen op plint. Vensters zijn identiek aan die in de oostgevel van het machinegebouw. Gootlijst op klampen.
De gevelindeling is regelmatig. Ingangsgevel (west): een rechthoekig spaarveld met in het midden een paneeldeur met bovenlicht. Aan weerszijden een venster. In het dak t wee nieuwere dakkapellen onder plat dak met venster.
Kopgevel (zuid): hoeklisenen afgedekt met hardstenen dekplaat. Halverwege de gevel een horizontale hardstenen band. Eronder twee vensters. Op de verdieping in het midden een dubbele houten deur met ruit die toegang geeft tot het later aangebouwde houten balkon op drie lateien. Houten balkonhek met ijzeren spijlen.
Zijgevel (oost) is identiek aan de oostgevel van het machinegebouw. Dak heeft twee dakkapellen.
Waardering
De watertoren met machinegebouw en woonhuis, hoofdonderdeel van het duinwaterwinningcomplex van de voormalige Leidsche Duinwaterleidingmij zijn van algemeen belang wegens architectuur-, bouw- en cultuurhistorisch alsook typologische waarde vanwege de mate van gaafheid in hoofdvorm, detaillering, materiaalgebruik van zowel ex- als interieur en vanwege de mate van gaafheid van de aanwezige machinerieën en als één van de oudste nog in werking zijnde watertorens van ons land en vanwege de unieke vormgeving en ondersteuning van het reservoir. Tevens van belang als representatief voorbeeld uit het oeuvre van de Leidsche gemeentearchitect J.W. Schaap.
Voorts heeft de watertoren met machinegebouw en woonhuis ensemble- en situationele waarde als beeldbepalend hoofdonderdeel van het complex en als van veraf herkenbaar oriëntatiepunt in de duinen van Katwijk.
Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
Locatie
Inleiding
Ten behoeve van de in 1877 op initiatief van Mr. W.van der Vliet en Mr. Ch. Bosch Reitz opgerichte N.V. Leidsche Duinwater Maatschappij in de duinen ten zuiden van Katwijk aangelegd duinwaterwinningcomplex aangelegd, dat op 15 mei 1878 officieel in gebruik werd genomen. Van dit complex komen de volgende drie onderdelen in aanmerking voor bescherming van rijkswege: 1. het VOORFILTERGEBOUW, zie voor omschrijving bij onderdeel met monumentnr.: 508785; 2. het POMPGEBOUW, zie voor omschrijving bij onderdeel met monumentnr,: 508786; 3. de WATERTOREN met daaraan vastgebouwd het MACHINEGEBOUW en het WOONHUIS, zie voor omschrijving bij onderdeel met monumentnr.: 508787. Bijzonder is, dat een aantal historisch-functionele onderdelen van dit complex nog steeds (gedeeltelijk) de waterwinning en de distributie in de regio West-Rijnland verzorgt.
Omschrijving
De WATERTOREN met daaraan vastgebouwd het MACHINEGEBOUW (compressorengebouw) en het voormalige WOONHUIS van het hoofd van het pompstation, uit 1877-78, in Neo-Romaanse stijl, gebouwd naar ontwerp van de Leidse stadsarchitect J.W. Schaap (1813-1887).
Ing. C.J. van Spall was verantwoordelijk voor de technische installatie, waaronder het smeedijzeren hangbodemreservoir met een inhoud van 600 kubieke meter. Dit reservoir heeft een unieke tulbandvorm tussen twee concentrische ringen. Het reservoir is tevens uniek vanwege zijn breedte en geringe diepte en wordt respectievelijk aan de buitenkant en de binnenkant ondersteund door de buitenmuur en de binnenmuur. De muren zijn onderling weer verbonden door middel van ijzeren trekstangen. (Diameter buitenwand reservoir is 16 meter, diameter binnenwand 2,4 meter, diepte 2 tot 2,6 meter).
De toren is de op één na oudste nog in werking zijnde watertoren in ons land. Aan de toren zijn later, aan de westkant, twee rechthoekige, éénlaags gebouwtje vastgebouwd, die voor de bescherming van rijkswege van ondergeschikt belang zijn.
De toren is in 1980 gerenoveerd. Tijdens deze renovatie is o.a. het glas in de toren vervangen door lexaan en is het hout van de reservoirommanteling teruggebracht (de oorspronkelijke ommanteling was in 1936 vervangen door metselwerk in een ijzeren constructie; tijdens deze werk zaamheden is het dak gedekt met bitumen).
Boven de ingang naar de toren is een stichtingssteen aangebracht, met de tekst: "LEIDSCHE DUINWATERLEIDING met medewerking der GEMEENTE LEIDEN onder het bestuur van O.W.C. van den Brandelen Burgemeester - P.J. de Fremery - Mr. P.C. Librecht Lezwyn - L.M. de Laat de Kanter } Wethouders en van J.W. Schaap Stads Architect GESTICHT Anno 1877 door Mr. W. van der Vliet en Mr. Ch. Bosch Reitz C.J. van Spall ing."
In de toren bevindt zich nog een betegeld bedieningspaneel voor pompen, motoren e.d. uit 1925, vervaardigd door H.L.J. Tob, electro technisch bureau te Leiden. Tevens is er een ijzeren wenteltrap met houten portaal. De lekvloer is tijdens de renovatie vernieuwd. Het machinegebouw bevat nog een aantal stoomketels, maar deze zijn buiten werking gesteld. Bij een verbouwing zijn de luiken van het woonhuis verdwenen en zijn een balkon en dakkapellen toegevoegd.
Het (voor-)FILTERGEBOUW werd in 1912 als één van de eerste filtergebouwen in Nederland gebouwd. Het ontwerp was vermoedelijk van ing. Ch. van Spall. In 1930 zijn de oude filterbakken vervangen door de huidige, die voorzien zijn van een terugspoelsysteem. Dit terugspoelsysteem maakte het arbeidsintensieve schoonmaken overbodig (de vele deuren in het gebouw werden gebruikt om zand en grind uit de bakken snel te kunnen verwijderen).
In 1955 vond aan de achterzijde van het gebouw een aanbouw plaats, die voor de bescherming van rijkswege van ondergeschikt belang is. In die tijd werden inwendig de beluchtingssproei ers vervangen door verticale beluchtingscompressoren, waardoor de raamopeningen die voorzien waren van houten roosters en gaas, dichtgezet konden worden met blauw getint glas. Halverwege de jaren '80 is bij een grote opknapbeurt een aantal vensters vervangen door exemplaren met betonnen kozijnen en roeden.
Het POMPGEBOUW staat aan het eerste laagreservoir uit 1877 en werd rond 1900 gebouwd. De pompen moesten het water in het reservoir laag houden. Hoewel het pompgebouw nu al enige jaren buiten gebruik is , bevat het nog enkele waardevolle machines, zoals een dieselmotor met generator, een vacuümpompje en een horizontale waaierpomp.
De watertoren staat in het duingebied ten zuiden van Katwijk, ten zuiden van de Cantineweg en ten westen van de provinciale weg (Wassenaarseweg). Het voorfiltergebouw ligt op het terrein ten zuidwesten van de watertoren. Het pompgebouw bevindt zich ten zuiden van de watertoren en ten oosten van het voorfiltergebouw.
Waardering
Het duinwaterwinningcomplex van de vroegere Leidsche Duinwaterleidingmij te Katwijk is van algemeen belang wegens cultuurhistorische waarde als gaaf en representatief voorbeeld van een vanaf 1877 gefaseerd tot stand gekomen duinwaterwinningcomplex in Nederland.
Het duinwaterwinningcomplex is van algemeen belang wegens de architectuurhistorische en industrieel-archeologische waarde vanwege de mate van gaafheid van de complexonderdelen in hoofdvorm, detaillering, materiaalgebruik in zowel het in- als exterieur en vanwege de mate van gaafheid van de aanwezige machinerieën in de verschillende gebouwen.
Het duinwaterwinningcomplex heeft tevenms ensemblewaarde wegens de historisch-functionele en visuele samenhang van de drie complexonderdelen en de situering in het duingebied. Een dergelijke samenhang wordt nog maar zelden in Nederland bij een waterleidingcomplex aangetroffen.
Eigenschappen
Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
---|---|---|---|---|
Woonhuis | Woningen en woningbouwcomplexen | Woonhuis(K) | oorspronkelijke functie | – |
Machinegebouw(M) | Boerderijen, molens en bedrijven | Industrie | oorspronkelijke functie | – |
Nutsbedrijf | Boerderijen, molens en bedrijven | Industrie | oorspronkelijke functie | Ja |
Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Cantineweg | 19 | A | 2224 XP | Katwijk | – | – | Ja |
Kadastraal perceel | Kadastrale sectie | Kadastraal object | Appartement | Kadastrale gemeente |
---|---|---|---|---|
– | A | 15733 | – | Katwijk |
Start | Eind | Notitie | Beschrijving |
---|---|---|---|
1877 | 1877 | – | vervaardiging |
Name | Beroep | Notitie |
---|---|---|
Schaap, J.W. ; Zuid-Holland | architect / bouwkundige / constructeur | – |
Spall, C.J. van ; Zuid-Holland | architect / bouwkundige / constructeur | – |