Huis te Maarn, Doorn
Omschrijving complexonderdeel 3
De PARK- EN TUINAANLEG van het Huis te Maarn stamt uit 1906 en werd ontworpen door tuinarchitect P.H. Wattez. De aanleg werd ontworpen bij een theekoepel, die thans niet meer bestaat. Op de plek van de koepel staat thans het landhuis.
De aanleg bestaat uit een as vanaf de Maarnse Grindweg, die zich splitst en tegen de glooiing van de heuvelrug klimt om vervolgens na enige tijd weer samen te komen. De druppelvormige ruimte die zo ontstaat is grotendeels open en functioneert als weiland. Aan de zuidzijde, op het hoogste punt in de druppelvorm, staat het landhuis. Hiervoor strekt zich de tuinaanleg uit die loopt tot ongeveer eenderde van de open ruimte. Op deze hoogte wordt het weiland doorsneden door een gebogen pad. Langs dit pad staan zogenaamde `soldaatjes' van taxus. In het midden van de kruising van dit pad met de as van de tuin is een zonnewijzer geplaatst en enkele replica's van cementen banken in Lodewijk-stijl. Halverwege het pad staan enkele sokkels. In het weiland staan enkele boomgroepen, bestaande uit Libanon-ceders. Vanuit het hoger gelegen huis is de belangrijkste zichtas die van de oprijlaan naar de Maarnse Grindweg. Vanuit hetzelfde punt lopen twee zichtlijnen schuin in de richting van het lager gelegen gebied.
De tuin tussen het huis en het gebogen pad is aangelegd in de nieuw-architectonische stijl met drie terassen die tegen de glooiing van het landschap zijn aangelegd, waartussen drie trappen met elk zes treden zijn aangebracht. De beplanting bestaat uit rechte taxushagen, grasperken en borders met vaste- en eenjarige bloeiende planten. Voor het huis bevindt zich een achtiende eeuwse marmeren sculptuur, gesigneerd Clodion.
Aan de zuidzijde, de ingangszijde van het huis, ligt een lanenstelsel van linden- en beukenbomen in een beboste ruimte. Deze ruimten waren oorspronkelijk open. De zichtassen van het kruislingse stelsel komen samen op een centraal punt waar zich een bassin bevindt. Op het einde van de zichtas staat de zogenaamde Bentheimer put. Hierachter staat een tuinbank in Lodewijk XIV-stijl, waarnaast twee schildhoudende leeuwen op sokkels zijn geplaatst. Bij de ingang van het huis staan eenzelfde soort sculpturen, die echter veel kleiner zijn. Achter een boomgroep aan de zuidoostzijde van het landgoed bevinden zich nog twee houtloodsen alsmede een gat dat de plek aangeeft waar zich vroeger een ijskelder bevond.
Waardering complexonderdeel 3
De park- en tuinaanleg zijn van cultuurhistorische waarde als uitdrukking van tuinkunst bij een begin twintigste eeuwse buitenplaats; voorts is het van architectuurhistorische waarde vanwege de stijl en vanwege de plaats binnen het oeuvre van de tuin- en landschapsarchitect Wattez. Tenslotte is de tuin van ensemblewaarde vanwege de aanwezigheid van het woonhuis en dienstgebouw.
Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
Locatie
Inleiding
De buitenplaats Het huis te Maarn is een vroeg twintigste eeuwse buitenplaats. Het neo classicistische herenhuis en koetshuis zijn gebouwd in 1915 naar ontwerp van architect Jan Stuyt. De tuinaanleg was reeds in 1907 gereed. In die tijd stond op het terrein alleen een theekoepel ter plaatse van het huidige huis.
De stichter van het Huis te Maarn was W.B. Blijdenstein, die getrouwd was met mevrouw A.G. van Heek. Jan Stuyt was als architect van het huis op de hoogte van de ontwikkelingen in Amerika. Het ontwerp van Stuyt doet qua verschijningsvorm denken aan The White House in Washington. De tuin van het huis werd ontworpen door P.H. Wattez. De tuinaanleg bestaat uit een symmetrisch opgezette parkaanleg, die zich achter en voor het huis uitstrekt. Bij de plaatsing van het huis, de aanleg van de tuin, coulissen en wegen, is gebruik gemaakt van de ligging tegen de helling van de Utrechtse Heuvelrug, zodat men vanuit het hoger gelegen huis een uitzicht heeft over de tuin en de lager gelegen gronden.
Omschrijving
De BUITENPLAATS `HET HUIS TE MAARN' is gelegen aan de Amersfoortseweg, maar heeft ook een toegang aan de Maarnse Grindweg. De meest statige toegang is de laatste. Vanaf deze zijde heeft men van veraf reeds zicht op de noordgevel van het huis aan de tuinzijde.
De bescherming van de buitenplaats omvat het op de kaart aangegeven gebied. Binnen de aangegeven omgrenzing komen de volgende onderdelen in aanmerking voor rijksbescherming:
1. landhuis
2. dienstgebouw
3. park- en tuinaanleg
4. Tennisbaan en tennishuisje
5. waterput (Bentheimer put)
6. Tuinnbank
7. Tuinornament (vogeldrinkbak)
8. tuinormanent (zonnewijzer)
9. tuinornamenten (leeuwen op sokkels)
Waardering
De buitenplaats `Het huis te Maarn' is van cultuurhistorische waarde vanwege de ontstaansgeschiedenis en als voorbeeld van een jongere buitenplaats op de rand van de Utrechtse Heuvelrug; het is van architectuurhistorische waarde vanwege de gaaf bewaarde aanleg van de verschillende onderdelen en de plaats in het oeuvre van de architecten. Tenslotte is het complex van ensemblewaarde vanwege de ligging aan de noordflank van de Utrechtse Heuvelrug.
Eigenschappen
Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
---|---|---|---|---|
Historische aanleg | Kastelen, landhuizen en parken | Tuin, park en plantsoen | oorspronkelijke functie | Ja |
Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Maarnse Grindweg | 2 | – | 3951 LK | Maarn | – | – | Ja |
Kadastraal perceel | Kadastrale sectie | Kadastraal object | Appartement | Kadastrale gemeente |
---|---|---|---|---|
– | A | 1385 | – | Maarn |
– | A | 1391 | – | Maarn |
– | A | 1698 | – | Maarn |
– | A | 1328 | – | Maarn |
– | A | 1699 | – | Maarn |
Start | Eind | Notitie | Beschrijving |
---|---|---|---|
1915 | 1916 | – | vervaardiging |
Name | Beroep | Notitie |
---|---|---|
Wattez, P.H ; Utrecht | architect / bouwkundige / constructeur | – |