Inleiding

Het landhuis Landeck werd gebouwd in 1922 in opdracht van baron Taets van Amerongen van Woudenberg. De moeder van Willem Hendrik baron Taets van Amerongen, W.J.E.F. von Knobelsdorff was afkomstig uit Silezië. In de periode van de geldontwaarding werd het aantrekkelijk een huis in Silezische houtbouw over te laten komen naar Nederland. De stenen fundering werd gelegd door een Nederlandse aannemer. Het huis werd genoemd naar het plaatsje Landeck in Silezië. In 1929 werd een aanbouw geplaatst naar ontwerp van architect A. Versteegh en in 1935 werd het terras aangebracht. Aanvankelijk was de toegang tot het perceel gelegen aan de Laan van Laag Kanje, recht voor de hoofdingang van het huis. Thans ligt de toegang aan de Dwarsweg.

De architect van de tuin, die aan de oostzijde van het huis is gelegen, is onbekend. De tuin is aangelegd in een streng geometrische stijl. De perken zijn grotendeels verdwenen, waardoor de waarde thans met name ligt in de twee lange berceaus, die aanvankelijk dichter naar het huis liepen. Van de rozentuin tussen de berceaus rest thans alleen nog de verdiepte aanleg. Op het terrein bevindt zich tevens een stenen portierswoning met houten serre, die buiten de bescherming valt.

Omschrijving

Het LANDHUIS Landeck is gelegen op de hoek van de Dwarsweg en de Laan van Laag Kanje. Het pand is boven een bakstenen plint uit grenenhout opgetrokken. Het huis is oorspronkelijk symmetrisch van opzet. De aanbouw uit 1929 heeft dit beeld verstoord. Het oorspronkelijke bouwvolume telt twee bouwlagen onder elkaar kruisende zadeldaken. De zuidzijde is bedekt met rode Hollandse pannen, de noordzijde met gesmoorde Hollandse pannen. De aanbouw telt twee bouwlagen onder een plat dak. Deze is uit baksteen opgetrokken en met hout bekleed.

De gevels zijn witgeschilderd met uitzondering van de topgevels, die standgroen zijn. Ook de kozijnen en hekwerken zijn standgroen geschilderd. De ornamentiek aan de daklijsten met eenvoudige geometrische patronen en de uitkragende planken op de hoeken zijn een kenmerk voor de Silezische houtbouw.

De voorgevel of noordgevel bevat in een portiek de hoofdentree. Deze is gelegen in een uitbouw van één bouwlaag waarvan het dak tevens dienst doet als balkon. De uitbouw heeft aan weerszijden van de ingang twee vensters. De ingang wordt overkapt door een dakje, rustend op twee zuilen. De tweede bouwlaag bevat een kozijn met openslaande balkondeuren, vensters en bovenlichten en twee vensters ter weerszijden van dit kozijn. In de topgevel bevinden zich drie vensters.

De zuidgevel of tuingevel bevat in de eerste bouwlaag twee kozijnen met stolpende deuren en vensters ter weerszijden. Hiertussen hangt een bronzen luidklok. In de tweede bouwlaag bevinden zich drie driestrooks vensters met bovenlichten. In de top zijn twee vensters gezet. De oostgevel is met uitzondering van een driezijdige erker rechts symmetrisch ingedeeld. De tweede bouwlaag heeft vier stolpende vensters met bovenlichten. In de top zijn twee vensters aangebracht. De aanbouw van twee bouwlagen onder plat dak is tegen de westgevel gezet. Deze aanbouw kenmerkt zich door de door de daklijst stekende kozijnen, die door een hoger plat dak worden afgedekt. Op het dak bevindt zich een houten balustrade. Aan de westzijde bevindt zich een hangend balkon.

De interieurindeling is bijna geheel oorspronkelijk. Via de hal met trappenhuis komt men in de salon. Aan de oostzijde zijn de keuken en de eetkamer gelegen. In het pand zijn twee marmeren schouwen geplaatst, afkomstig van een oudere villa. In de schouw van de salon zijn eveneens oudere mangaankleurige tegeltableaus aangebracht, voorstellende een kat en een hond.

De tuinaanleg bestaat uit twee, ongeveer vijftig meter lange berceaus van afwisselend rode en groene haagbeuken. Deze zijn haaks op de gevel van het huis geplant. Tussen de berceaus bevindt zich een grasveld met daarin een vierkant verdiept grasveld, een betonnen vijver, een zonnewijzer, afkomstig van het landgoed Aardenburg te Doorn en een bordermuurtje. De tuin wordt afgesloten door een haag met een poort. Aan de straatzijde bevinden zich rhodondendrons.

Waardering

De villa is van cultuurhistorische waarde vanwege de ontstaansgeschiedenis, het is van architectuurhistorische waarde als voorbeeld van een houten pakketbouwvilla uit Silezië en het is van ensemblewaarde vanwege de ligging in de bosrijke omgeving in relatie tot de architectuurhistorisch waardevolle tuin en de portierswoning.