Ouddiemerlaan 146, Diemen
BEGRAAFPLAATSTERREIN, hoofdonderdeel van het complex van de Nederlands-Israëlitische Begraafplaats te Diemen. De begraafplaats werd in opdracht van de Nederlands-Israëlitische gemeente van Amsterdam aangelegd in 1913-1914 naar ontwerp van architect E.M. Rood en ingewijd op 3 mei 1914. Het terrein valt samen met de grenzen van het complex. In 1925 werd de begraafplaats gesplitst in een westelijk en oostelijk deel. Een strook grond namelijk werd door de staat onteigend voor de aanleg van de ringspoorbaan rond Amsterdam. In 1928 kwam het hiertoe geplande spoorwegviaduct gereed. In 1928 werd ook het oostelijk deel als begraafplaats in gebruik genomen. Op de begraafplaats te Diemen werden vanaf 1914 tot 1940 ongeveer 500 mensen per jaar begraven. Het ging om overwegend joden uit de lagere bevolkingsgroepen. De overleden kinderen hebben een eigen veld. In 1942 werd de hoofdingang verplaatst van de Ouddiemerweg naar de noordgrens.
Hoogst uitzonderlijk is de aanwezigheid van een urnenveld met stoffelijke resten van joden die tijdens de Tweede Wereldoorlog in kamp Westerbork zijn overleden en aldaar tegen het gebruik in werden gecremeerd. Na 1945 bleef de begraafplaats in gebruik. In de jaren 1956-1957 werden circa 28.000 graven inclusief omliggende grond (beschouwd als eigendom van de doden) van de begraafplaats Zeeburg (gemeente Amsterdam) overgebracht naar Diemen. Tot op heden vinden er enkele begravingen per jaar plaats.
De toegang lag aanvankelijk aan de Ouddiemerlaan maar bevindt zich thans aan de noordgrens nabij de woning.
Omschrijving
Het begraafplaatsterrein heeft een langgerekte, west-oost gerichte plattegrond, die in het oosten in een punt begint en enigzins gebogen verloopt volgens de oude verkaveling van de Ouddiemerpolder. Het terrein bestaat uit een westelijk en een oostelijk deel, die beide de toegang op het westen hebben. Beide delen zijn omgeven door grenssloten en een bomenrij. Het westelijk deel omvat het grafvelden A met kinderveld. Het oostelijk deel omvat de grafvelden B, C, D, U en Zeeburg
Westelijk deel.
Veld A is ingedeeld door manshoge heggen met tussenpaden. Het hoofdpad loopt langs de zuidelijk terreingrens, waarbij aan het toegangshek een bordje de Kohaniem verzoekt uiterst rechts te houden (de priester bleef zo veel mogelijk op afstand van de graven). De noordwestelijke terreinhoek nabij de berging bevat het kinderveld (rij 1-54). Er staan enkele graven van kinderen overleden tijdens de Tweede Wereldoorlog.
De graven van veld A dateren uit de periode 1914-1927 en staan in evenwijdige en aaneengesloten rijen. De rechtop staande grafstenen zijn uitgevoerd in een hardsteensoort of in een betonmortel met netwapening, bij uitzondering in marmer. Zij zijn min of meer gelijk van vorm en formaat en bevatten in vrijwel alle gevallen alleen tekst, in het Hebreeuws, Nederlands of in beide talen. Enkele grafstenen bevatten een symbolische afbeelding zoals de twee omhoog gespreide handen of de uitschenkende kan. Het veld heeft een afrastering langs de paden. Zeer bijzonder is dat er een twintigtal houten graftekens op de begraafplaats behouden bleef. Deze eenvoudigste vorm van grafaanduiding die in vroeger tijden veelvuldig voor de armere bevolking werd toegepast is elders vrijwel verdwenen. De graftekens zijn houten planken die met hun punt als een spade in de grond zijn gestoken. Ze bevatten een in het hout gesneden tekst in het Hebreeuws (soms) of Nederlands (meestal). De houten graftekens dateren uit de periode 1915-1927. Ook het kinderveld bevat enkele houten graftekens.
(Achter op het terrein is op het grafveld een berkenbos gegroeid, hetgeen niet oorspronkelijk is en tegen het oorspronkelijke gebruik om bomen op een joodse begraafplaats te vermijden.)
Het oostelijk deel: omvat veld B met het metaheerhuis en na een dwarssloot velden C, D, U en Zeeburg en na opnieuw een dwarssloot het restant van veld Zeeburg. Veld B ligt ten noorden van het toegangspad dat recht op het metaheerhuis aanloopt en via een brug met gemetselde borstweringen en ijzeren reling als middenpad de overige velden ontsluit.
Veld B bevat graven met staande stenen opgesteld in 83 evenwijdige rijen. Het vroegste te dateren graf is van 1928. De stenen (een hardsteensoort, bij uitzondering marmer) zijn min of meer gelijk van vorm en formaat en bevatten in vrijwel alle gevallen alleen tekst, in het Hebreeuws, Nederlands of in beide talen. Enkele grafstenen sluiten in vormgeving aan op die van het metaheerhuis. Het veld heeft een afrastering langs de paden. Veld C vormt chronologisch het vervolg op veld B en sluit in opzet en in vormgeving van de grafstenen daarop aan. Het veld heeft een afrastering langs de paden. Veld D betreft de voortzetting van veld C, wordt daarvan gescheiden door een pad haaks op het middenpad en ligt noordelijk van veld U. Het heeft een afrastering langs het pad. Dit kleine veld heeft ruimte voor nieuwe graven en is tot op heden in gebruik.
Veld U ligt ten noorden van het middenpad achter veld C. Dit kleinste grafveld heeft een afrastering langs de paden. Dicht opeen zijn hier ongeveer 400 urnen van Amsterdamse joden begraven van de totaal 529 joden die tijdens de Tweede Wereldoorlog tussen 1943 en 1945 in het doorgangskamp Westerbork zijn overleden en aldaar zijn gecremeerd. Tijdens en na de oorlog zijn deze naar Diemen overgebracht en bij een grafsteen begraven.
Veld Zeeburg bevat ongeveer 28.000 graven. Het bestaat eigenlijk uit drie velden: het grootste ten zuiden van het middenpad, het kleinste ten noorden ervan achter velden D en U en een veld op het achterterrein , noordelijk van het middenpad voorbij de laatste bomenrij. Een natuurstenen gedenkplaat vermeldt in het Hebreeuws en Nederlands de historie van deze graven: '[Hebreeuwse tekst; volgt in kapitalen:] Hier rusten/ stoffelijke overschotten/ die sedert het jaar 5474 [= 1714]/ waren begraven/ op de begraafplaats Zeeburg/ en vandaar in het jaar 5718 [= 1957/1958]/ naar hier zijn overgebracht/ De overbrenging is geschied/ met toestemming van de opperrabbijn/ der Nederl. Isra%l. Hoofdsynagoge, te Amsterdam, en met inachtneming/ van diens voorschriften/ Moge deze rustplaats verder ongestoord blijven'. Langs het middenpad staan verder op de drie velden enkele kleinere stenen met het opschrift: 'Veld vol graven/ overgebracht/ van de/ begraafplaats/ Zeeburg'. Het maaiveld van deze drie velden, die ook de grond rond de oude graven op Zeeburg hebben meegekregen, ligt hoger dan het overige terrein. De velden zijn met opgangen van enkele treden te bereiken. Op de velden zijn slechts enkele verspreide marmeren en hardstenen staande grafstenen aanwezig die dateren uit de 18de en 19de eeuw, soms met de symbolische afbeelding zoals de omgehakte boom. Het zuidelijk veld bevat de grootste groep stenen op het zuidoosten, het noordelijk veld bevat stenen tegen de oostelijke bomenrij, het achterterrein bevat enkele stenen in het noorden.
Waardering
Het begraafplaatsterrein is van algemeen belang uit cultuur- en architectuurhistorisch oogpunt als gaaf bewaard en bijzonder voorbeeld van een twintigste-eeuwse joodse begraafplaats waarop zich ook oudere (overgebrachte) graven bevinden.
Het is tevens van algemeen belang uit cultuur- en architectuurhistorisch oogpunt vanwege de aanleg, vanwege de eenvormigheid in graven en vanwege de grafvelden met bijzondere historie.
Het terrein is van algemeen belang als historisch-functioneel hoofdonderdeel van het complex van de Nederlands-Israëlitische Begraafplaats te Diemen.
Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
Locatie
Complex van de NEDERLANDS-ISRAELITISCHE BEGRAAFPLAATS te Diemen, bestaande uit vier onderdelen: BEGRAAFPLAATSTERREIN, WONING, BERGPLAATS en METAHEERHUIS. Het complex werd in opdracht van de Nederlands-Israëlitische gemeente van Amsterdam aangelegd in 1913-1914 naar ontwerp van architect E.M. Rood. De begraafplaats werd ingewijd op 3 mei 1914. Volgens joods gebruik werden begraafplaatsen buiten de stad gesitueerd om contact met de graven te vermijden. Het complex is derhalve gelegen in de Diemerpolder ten oosten van de Ouddiemerlaan en ten noorden van de spoorlijn Amsterdam-Hilversum.
Amsterdam kende de grootste hoeveelheid joodse inwoners van Nederland en in het gebied rond de hoofdstad was dus een relatief grote behoefte aan begraafplaatsen. Zo legden de Portugese joden uit Amsterdam bijvoorbeeld de begraafplaats te Ouderkerk aan de Amstel (1614) aan en de Hoogduitse joden die te Zeeburg (1714), Muiderberg (1642) en tenslotte te Diemen.
De begraafplaats te Diemen werd aangelegd omdat men uitgerekend had dat Zeeburg in 1914 vol zou zijn. Zeeburg bestond vanaf 1714, was gegroeid tot 1871 en bleef uiteindelijk tot 1942 in gebruik. Zeeburg viel tot 1896 binnen de gemeente Diemen. In 1956 werd een deel van de begraafplaats Zeeburg verkocht aan de gemeente Amsterdam waar vervolgens de oprit van de Schellingwouderbrug over het Buiten-IJ werd aangelegd. In de jaren 1956-1957 werden circa 28.000 graven inclusief omliggende grond (beschouwd als eigendom van de doden) overgebracht vanaf Zeeburg naar Diemen.
Op de begraafplaats te Diemen werden vanaf 1914 tot 1940 ongeveer 500 mensen per jaar begraven. Het ging om overwegend joden uit de lagere bevolkingsgroepen. Het terrein werd door een spoorwegdoorsnijding in 1925-1928 gesplitst. Het oostelijk terreingedeelte werd in 1928 in gebruik genomen. In 1931 werd hier een eigen metaheerhuis (of lijkenhuis) gebouwd. In 1942 werd de hoofdingang van het terrein verplaatst naar de noordzijde. Na 1945 bleef de begraafplaats in gebruik. Tot op heden vinden er enkele begravingen per jaar plaats.
Omschrijving
Het complex van de Nederlands-Israëlitische Begraafplaats te Diemen bevat 4 afzonderlijk te beschermen onderdelen: het begraafplaatsterrein, een woning, een bergplaats en een metaheerhuis.
De begraafplaats heeft een langgerekte plattegrond, die in het westen in een punt begint en enigzins gebogen verloopt volgens de oude verkaveling van de Ouddiemerpolder. De complexgrens valt samen met het begraafplaatsterrein. De westelijke punt ligt aan de de Ouddiemerlaan, de zuidgrens ligt langs de spoorlijn Amsterdam-Hilversum. Sinds de doorsnijding voor de ringspoorlijn van Amsterdam in 1925 bestaat de begraafplaats uit een westelijk en een oostelijk gedeelte. Beide terreindelen zijn begrensd door sloten en hebben een toegangshek op het westen.
Op het westelijk terreindeel bevinden zich de woning nabij de ingang en de bergplaats ten oosten daarvan. Beide zijn gepleisterde, blokvormige en uiterst sober gedetailleerde gebouwen. Centraal op het oostelijk terreindeel bevindt zich het kubistisch-expressionistisch vormgegeven bakstenen metaheerhuis.
De begraafplaats, die overwegend voor mindervermogende joden in gebruik was, vertoont een zeer regelmatige aanblik met relatief gelijkvormige grafstenen. Zeer bijzonder is dat er een twintigtal houten graftekens op de begraafplaats behouden zijn gebleven, als overblijfsel van de meest eenvoudige vorm van grafaanduiding. Hoogst uitzonderlijk is tevens de aanwezigheid van een urnenveld met stoffelijke resten van joden die tijdens de Tweede Wereldoorlog in kamp Westerbork zijn overleden en aldaar tegen het gebruik in werden gecremeerd.
Waardering
Het complex van de Nederlands-Israëlitische Begraafplaats te Diemen, bestaande uit het begraafplaatsterrein, een woning, een bergplaats en een metaheerhuis is van algemeen belang uit cultuur- en architectuurhistorisch oogpunt als gaaf bewaard en bijzonder voorbeeld van een twintigste-eeuwse joodse begraafplaats waarop zich ook oudere (overgebrachte) graven bevinden. Het complex is tevens van algemeen belang uit cultuur- en architectuurhistorisch oogpunt vanwege de aanleg, vanwege de eenvormigheid in graven en vanwege de grafvelden met bijzondere historie.
Eigenschappen
Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
---|---|---|---|---|
Begraafplaats | Uitvaartcentra en begraafplaatsen | Begraafplaats en -onderdelen | oorspronkelijke functie | Ja |
Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Ouddiemerlaan | 146 | – | 1111 HN | Diemen | – | – | Ja |
Kadastraal perceel | Kadastrale sectie | Kadastraal object | Appartement | Kadastrale gemeente |
---|---|---|---|---|
– | A | 1886 | – | Diemen |
– | A | 2722 | – | Diemen |
– | A | 5913 | – | Diemen |
– | A | 2623 | – | Diemen |
– | A | 5912 | – | Diemen |
– | A | 2700 | – | Diemen |
– | A | 2626 | – | Diemen |
Start | Eind | Notitie | Beschrijving |
---|---|---|---|
1913 | 1914 | – | vervaardiging |
Name | Beroep | Notitie |
---|---|---|
Rood, E.M. ; Noord-Holland | architect / bouwkundige / constructeur | – |