Ouddiemerlaan 146, Diemen
METAHEERHUIS of lijkenhuis, onderdeel van het complex van de Nederlands-Israëlitische Begraafplaats te Diemen, gebouwd in 1931 naar ontwerp van de joodse architect Harry Elte Phzn. (1880-1944) uit Amsterdam. Naast enkele synagoges en joodse ziekenhuizen ontwierp Elte in 1933 ook het ontvangstgebouw en het metaheerhuis op de Joodse begraafplaats aan de Googweg 6 te Muiderberg, die in vormgeving aansluiten op het voorbeeld te Diemen.
Het Metaheerhuis bevindt zich op het achtergedeelte van veld B, aan de grenssloot met brug naar veld C.
De deuren en daklijst van het gebouw zijn vernieuwd en gewijzigd. De overstekende rondgaande lijst vlak onder de dakrand is verwijderd. De in het ontwerp aangegeven lage muren aan weerszijden van het bordes voor de ingang zijn verwijderd of nooit uitgevoerd. Het oorspronkelijke glas in lood uit de noordwestgevel is vervangen door geel kathedraalglas.
Omschrijving
Het expressionistisch vormgegeven metaheerhuis is opgetrokken in baksteen op een betonnen voetplaat en lichte fundering. Het gebouw bestaat uit drie tegen elkaar geplaatste rechthoekige massa's: de ontvangruimte en twee lagere en kleine aanbouwen met de ruimte voor de Kohaniem (de priesters) en een berging.
De voorgevel (ZW) bevat een naar voren komend lager portaalgedeelte met een decoratieve omlijsting van drie baksteenbanden, waarbij gebruik is gemaakt van de afwerkingszijde van de steen die gewoonlijk niet in zicht blijft. De toegang met dubbele deur is geflankeerd door gemetselde bloembakken. De terugliggende strook van de hoofdmassa bevat onder de daklijst vier vierkante vensters.
De linker zijgevel (NW) bevat in de as drie verticale vensterstroken over de volledige hoogte boven de met tandlijst afgezette sokkel. Hardstenen blokken vormen de onderdorpel.
Tegen de rechter zijgevel (ZO) bevinden zich de twee lagere massa's. Boven in de gevel van de ontvangruimte bevinden zich vier verticale vensterstroken bezet met gekleurd glas in lood (kleine rechthoeken in overwegend geel en wit, verder in blauw en rood) en met een hardstenen blok als onderdorpel.
De ruimte voor de Kohaniem heeft een eigen deur op het zuidwesten; de zuidoostgevel ervan bevat een venster van drie smalle glasstroken. De Kohaniem mogen volgens het joodse gebruik niet in aanraking komen met de doden. Zij wonen daarom het ritueel in het metaheerhuis bij vanuit deze aparte ruimte, die met de hoofdruimte is verbonden door middel van een houten tralieraam recht tegenover het podium. Deze ruimte is op de vloer betegeld als de hoofdruimte en heeft een witte tegellambrisering.
De berging is toegankelijk via een deur op het zuidwesten en bevat een grote dubbele deur op het noordoosten. Dit gedeelte is gedekt met hardstenen zerken.
De achtergevel (NO) is overeenkomstig de voorgevel met uitzondering van de decoratieve deuromlijsting.
Het interieur van de ontvangruimte. De vloer van de ontvangruimte is belegd met tegels: een grijs veld met een wit-zwart randmotief. De wanden hebben een lambris van zwart natuursteen met vaste banken voorzien van houten zitting in de hoeken en zijn voor het overige wit gepleisterd. De deuromlijstingen van de tegenover elkaar liggende gelijke deuren herhalen het bandmotief van het exterieur. Het raam in de noordwestgevel werd in 1991 verwijderd maar het herdenkingsplaatje is nog aanwezig: 'AAN DE NED. ISR. HOOFDSYNAGOGE TE AMSTERDAM/ BIJ DE INGEBRUIKNEMING VAN HAAR NIEUWE BEGRAAFPLAATS TE DIEMEN/ AANGEBODEN DOOR DE NIEUWE ISRAELIETISCHE BEGRAFENIS VEREENIGING.' Rechts naast het raam is een grote zwart natuurstenen tekstplaquette aangebracht met een Hebreeuwse tekst en ernaast een toelichting: 'Ter gelegenheid van het 300-jarig bestaan/ der Ned. Isr. Hoofdsynagoge te Amsterdam/ op het Nieuwjaarsfeest 5696 - 28 september 1935 is haar/ deze gedenkplaat ten geschenke gegeven door haar lid Anton Klinkhamer.' Onder het hoge venster bevindt zich tegen de noordwestelijke wand een houten podium met spreekgestoelte. Dit is tegenover het houten tralieraam voor de Kohaniem.
Waardering
Het metaheerhuis is van algemeen belang uit cultuur- en architectuurhistorisch oogpunt als gaaf bewaard voorbeeld van een lijkenhuis voor joods gebruik uit de eerste helft van de 20ste eeuw.
Het metaheerhuis is tevens van algemeen belang uit cultuur- en architectuurhistorisch oogpunt vanwege de vormgeving als voorbeeld van baksteenexpressionisme uit het interbellum en als voorbeeld van het oeuvre van de joodse architect Harry Elte.
Het metaheerhuis is van algemeen belang als historisch-functioneel hoofdonderdeel van het complex van de Nederlands-Israëlitische Begraafplaats te Diemen.
Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
Locatie
Complex van de NEDERLANDS-ISRAELITISCHE BEGRAAFPLAATS te Diemen, bestaande uit vier onderdelen: BEGRAAFPLAATSTERREIN, WONING, BERGPLAATS en METAHEERHUIS. Het complex werd in opdracht van de Nederlands-Israëlitische gemeente van Amsterdam aangelegd in 1913-1914 naar ontwerp van architect E.M. Rood. De begraafplaats werd ingewijd op 3 mei 1914. Volgens joods gebruik werden begraafplaatsen buiten de stad gesitueerd om contact met de graven te vermijden. Het complex is derhalve gelegen in de Diemerpolder ten oosten van de Ouddiemerlaan en ten noorden van de spoorlijn Amsterdam-Hilversum.
Amsterdam kende de grootste hoeveelheid joodse inwoners van Nederland en in het gebied rond de hoofdstad was dus een relatief grote behoefte aan begraafplaatsen. Zo legden de Portugese joden uit Amsterdam bijvoorbeeld de begraafplaats te Ouderkerk aan de Amstel (1614) aan en de Hoogduitse joden die te Zeeburg (1714), Muiderberg (1642) en tenslotte te Diemen.
De begraafplaats te Diemen werd aangelegd omdat men uitgerekend had dat Zeeburg in 1914 vol zou zijn. Zeeburg bestond vanaf 1714, was gegroeid tot 1871 en bleef uiteindelijk tot 1942 in gebruik. Zeeburg viel tot 1896 binnen de gemeente Diemen. In 1956 werd een deel van de begraafplaats Zeeburg verkocht aan de gemeente Amsterdam waar vervolgens de oprit van de Schellingwouderbrug over het Buiten-IJ werd aangelegd. In de jaren 1956-1957 werden circa 28.000 graven inclusief omliggende grond (beschouwd als eigendom van de doden) overgebracht vanaf Zeeburg naar Diemen.
Op de begraafplaats te Diemen werden vanaf 1914 tot 1940 ongeveer 500 mensen per jaar begraven. Het ging om overwegend joden uit de lagere bevolkingsgroepen. Het terrein werd door een spoorwegdoorsnijding in 1925-1928 gesplitst. Het oostelijk terreingedeelte werd in 1928 in gebruik genomen. In 1931 werd hier een eigen metaheerhuis (of lijkenhuis) gebouwd. In 1942 werd de hoofdingang van het terrein verplaatst naar de noordzijde. Na 1945 bleef de begraafplaats in gebruik. Tot op heden vinden er enkele begravingen per jaar plaats.
Omschrijving
Het complex van de Nederlands-Israëlitische Begraafplaats te Diemen bevat 4 afzonderlijk te beschermen onderdelen: het begraafplaatsterrein, een woning, een bergplaats en een metaheerhuis.
De begraafplaats heeft een langgerekte plattegrond, die in het westen in een punt begint en enigzins gebogen verloopt volgens de oude verkaveling van de Ouddiemerpolder. De complexgrens valt samen met het begraafplaatsterrein. De westelijke punt ligt aan de de Ouddiemerlaan, de zuidgrens ligt langs de spoorlijn Amsterdam-Hilversum. Sinds de doorsnijding voor de ringspoorlijn van Amsterdam in 1925 bestaat de begraafplaats uit een westelijk en een oostelijk gedeelte. Beide terreindelen zijn begrensd door sloten en hebben een toegangshek op het westen.
Op het westelijk terreindeel bevinden zich de woning nabij de ingang en de bergplaats ten oosten daarvan. Beide zijn gepleisterde, blokvormige en uiterst sober gedetailleerde gebouwen. Centraal op het oostelijk terreindeel bevindt zich het kubistisch-expressionistisch vormgegeven bakstenen metaheerhuis.
De begraafplaats, die overwegend voor mindervermogende joden in gebruik was, vertoont een zeer regelmatige aanblik met relatief gelijkvormige grafstenen. Zeer bijzonder is dat er een twintigtal houten graftekens op de begraafplaats behouden zijn gebleven, als overblijfsel van de meest eenvoudige vorm van grafaanduiding. Hoogst uitzonderlijk is tevens de aanwezigheid van een urnenveld met stoffelijke resten van joden die tijdens de Tweede Wereldoorlog in kamp Westerbork zijn overleden en aldaar tegen het gebruik in werden gecremeerd.
Waardering
Het complex van de Nederlands-Israëlitische Begraafplaats te Diemen, bestaande uit het begraafplaatsterrein, een woning, een bergplaats en een metaheerhuis is van algemeen belang uit cultuur- en architectuurhistorisch oogpunt als gaaf bewaard en bijzonder voorbeeld van een twintigste-eeuwse joodse begraafplaats waarop zich ook oudere (overgebrachte) graven bevinden. Het complex is tevens van algemeen belang uit cultuur- en architectuurhistorisch oogpunt vanwege de aanleg, vanwege de eenvormigheid in graven en vanwege de grafvelden met bijzondere historie.
Eigenschappen
Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
---|---|---|---|---|
Baarhuisje | Uitvaartcentra en begraafplaatsen | Begraafplaats en -onderdelen | oorspronkelijke functie | Ja |
Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Ouddiemerlaan | 146 | – | 1111 HN | Diemen | – | – | Ja |
Kadastraal perceel | Kadastrale sectie | Kadastraal object | Appartement | Kadastrale gemeente |
---|---|---|---|---|
– | A | 1886 | – | Diemen |
Start | Eind | Notitie | Beschrijving |
---|---|---|---|
1931 | 1931 | – | vervaardiging |
Name | Beroep | Notitie |
---|---|---|
Elte, H. ; Noord-Holland | architect / bouwkundige / constructeur | – |