Inleiding

Omstreeks 1925 gebouwde BOLLENSCHUUR met een aangebouwd KANTOOR, in opdracht van de bollenkwekers en -exporteurs Papendrecht en Van der Voet, uitgevoerd in zakelijk- expressionistische bouwtrant. De schuur is van een weinig meer voorkomend type met een ruime vide temidden van de droogcellen. De bollenschuur en het bijbehorende kantoorgedeelte zijn niet meer als zodanig ingebruik.

Omschrijving

De in grauwe en gele baksteen, vanuit een rechthoekige plattegrond opgetrokken bollenschuur is samengesteld uit drieblokvormige, onder platte daken staande volumes van elk drie vensterassen breed en drie bouwlagen hoog met taps toelopende schoorstenen. Het terug gerooide centrale deel bevat de vide, de trappen en de galerijen. De volumes van elk drie vensterassen breed en drie bouwlagen hoog aan weerszijden bevattende droogstellingen en de cellen voor de opslag van de bollen.

Alle vensters zijn rechtgesloten en bevatten stalen ramen met roedenverdeling en onderdorpels van grèstegels. De vensters op de begane grond en de eerste verdieping staan onder een rollaag van strekken. De oost- en de westgevel zijn voorzien van staafankers (schieters). Het naar de weg gekeerde kantoorgedeelte met de afgeronde hoeken vormt een in architectonisch opzicht min of meer zelfstandig, representatief element. Het vooraanzicht van het gebouw is symmetrisch. De gevel is driedelig met een terugliggende, iets bredere middenpartij en aan weerszijden een volume dat is voorzien van iets hoger opgaande hoeklisenen. De hoeklisenen, de onderste en de bovenste delen van de gevels zijn van donkere baksteen en omkaderen de grote vlakken van gele baksteen. De middenpartij heeft op de eerste en de tweede verdieping drie brede vensters. De gevelparij wordt beëindigd door een tussen gemetselde randen staand gepleisterd veld. De lisenen aan de risalerende geveldelen zijn aan de bovenkant versierd met decoratief uitgemetselde baksteen en worden bekroond door een betonnen blok. De donkere bovenrand bestaat uit staande strekken. De geveldelen bevatten twee vensters op de begane grond en drie vensters op de beide verdiepingen. Het brede, uit de voorgevel stekende kantoorgedeelte heeft eveneens een symmetrische gevelindeling en een plat dak. Het kantoor heeft een trasraam van grauwe baksteen en een beschoten bovenrand. De ondiepe zijgevels bevatten een venster met glas-in-lood in het bovenlicht van het houten raam. De hier vrijwel op aansluitende afgeronde hoeken zijn voorzien van een brede, samengestelde vensterpartij, eveneens voorzien van houten ramen met glas-in-lood bovenlichten. De brede voorzijde bevat twee entreepartijen. Het betreft vrij ondiepe ingangsportalen, met in de zijkanten een venster, per entree een deur met vierruits raam en een betonnen kap met op kraagstenen rustend afdak.

Tussen de portalen een breed venster met roedenverdeling in het stalen raam en aan weerszijden een smal venster, eveneens met roedenverdeling in het stalen raam. De linker zijgevel van de schuur wordt verticaal geleed door twee lisenen als die aan de voorgevel. Ze accentueren een iets hoger opgaande middenpartij. De gevel bevat per bouwlaag zeven vensters met stalen ramen en een groot aantal kleinere, voornamelijk voor ventilatie dienende gevelopeningen. Het middelste venster op de begane grond is dichtgemetseld. Aan de gevel zijn bovendien een aantal ijzeren bakken bevestigd, waarachter zich liggende gevelopeningen met gemetselde onderdorpels bevinden.

De rechter zijgevel is vergelijkbaar. De brede bovenrand van deze gevel bevat vier kleine vensters. De begane grond van de achtergevel wordt aan het oog onttrokken door een grote aanbouw met plat dak. De gevelindeling op de verdiepingen is als die van de voorgevel. Het inwendige van de schuur wordt verlicht door een lichtkoepel met zadeldak in het midden van het platte dak. Een samenstel van ijzeren balken geeft de nodige stijfheid aan de constructie van de schuur. De schuur is voorzien van een stalen kooilift en brede houten steektrappen. De begane grond bevat droogcellen aan de oost- en de westkant van de vide. De galerijen op de verdiepingen hebben eenvoudige houten balustrades en houten vloeren, die rusten op ijzeren balken.

Op beide verdiepingen liggen - eveneens aan de oost en de westzijde van de vide - de bollencellen achter houten paneel-schuifdeuren . De achter gepleisterde muren staande droogcellen bevatten nog de bollenstellingen en zijn voorzien van vensters die van binnenuit kunnen worden afgesloten doormiddel van paneel-schuifluiken. De indeling van de beide verdiepingen is vergelijkbaar.

Het inwendige van het kantoor is in zeer slechte, maar wel vrijwel oorspronkelijke staat. De centrale kantoorruimtes worden vanuit het dak verlicht door een lichtkoepel met kleurrijk glas-in-lood. De muur tussen het kantoor en het centrale, open deel van de schuur is voorzien van vensters. De oorspronkelijke lambrisering is nog voor een deel aanwezig en de deurkozijnen zijn geprofileerd. De portaaltjes achter de voordeuren zijn bekleed met grijze, zwarte en rode tegeltjes.

Waardering

De omstreeks 1925 gebouwde bollenschuur, van in oorsprong de firma Papendrecht en Van der Voet, is van algemeen belang vanwege de cultuur- en architectuurhistorische waarde, als in- en uitwendig gaaf bewaard voorbeeld van een zakelijk- expressionistische bollenschuur van een zeldzaam type (met vide en aangebouwd kantoor) in een door de bollencultuur gedomineerde streek.

- Het gebouw heeft ensemblewaarde als opvallend element in het landschap en vanwege de functionele en visuele samenhang met de bollenschuur er tegenover (Teijlingerlaan 69).