Inleiding

Tweezijdig aangebouwd stadhuis van één bouwlaag en een kapverdieping hoog, in 1869 naar ontwerp van I. Bleijenberg in waterstaatsstijl gebouwd. De stadhuis-bestemming van het pand is bij de gemeentelijke herindeling van 1970 komen te vervallen; na de verbouwingen tot gemeenschapshuis bevat het interieur, op een enkel balkenplafond na, geen beschermenswaardige elementen meer.

Omschrijving

Het verdiepingloze gebouw bezit een rechthoekige plattegrond met sterk risalerende hoekpartijen en een bescheidener middenrisaliet aan het stadhuisplein. De aan het eind van de jaren tachtig van de twintigste eeuw gerestaureerde straatgevels zijn opgetrokken uit rode baksteen met een gepleisterde plint en natuurstenen gevelbanden ter hoogte van de vensterboog-aanzetten in de hoekpartijen. De straatgevels worden afgesloten door sobere kroonlijsten. De middelrisaliet wordt geaccentueerd door een driehoekig fronton met een gietijzeren rozet in het frontonveld en een open houten klokkestoel voorzien van een met metaal gedekt spitsje op het dak. Als begeleiding van de straathoek is de zuidelijke gevelhoek onder de gevelband afgerond uitgevoerd. In voor- en zijgevels bevinden zich houten rondboogvormige kozijnen met 12-ruits onderramen en straals-gewijs onderverdeelde bovenramen. De kozijnen bevinden zich in iets terugliggende rondboogvormige gevelvelden tot op straatnivo. De voorgevel is in totaal negen traveeën breed. De middenrisaliet bevat een rondboogvormig entreekozijn met dubbele paneeldeur en een bovenlicht waarboven een klein tableau met opschrift "stadhuis"; aan weerszijden bevinden zich in de terugliggende gevelvlakken twee vensters en in beide risalerende delen twee vensters. In de naar binnen gerichte zijgevels van de hoekpartijen bevinden zich toegangsdeuren met een klassieke houten omlijsting. Boven de noordelijke toegang is een gepleisterde tableau aangebracht zonder opschrift, boven de zuidelijke deur en gedenksteen met jaartal. De zuidelijke zijgevel is voorzien van drie vensters, de rechter zijgevel van twee vensters.

Tegen de achtergevel is in een latere fase een plat gedekte, nagenoeg blinde aanbouw aangebracht welke vijf blinde rondboogvormige gevelvelden grotendeels aan het zicht onttrekt. Het pand is voorzien van een U-vormig omgezet schilddak, gedekt met donkerrode, verglaasde tuile du nord. Achter het fronton van de middenrisaliet bevindt zich een lager dwarskapje.

In het interieur is met name in het zuidelijke deel van het pand nog gedeeltelijk de oorspronkelijke indeling met kamers aanwezig. Ter plaatse van het zuidelijke terugliggende geveldeel is nog een voormalige zaal herkenbaar met een samengestelde balklaag als plafond en een eenvoudige schouw. Overigens is het interieur grotendeels verbouwd en aangepast.

Waardering

Stadhuis van algemeen belang vanwege cultuurhistorische waarden als voormalig stadhuis in deze stijl en van architectuurhistorische waarden vanwege het gave exterieur.