Inleiding

Het object bestaat uit een WOONHUIS en een PAKHUIS, met elkaar verbonden middels een berging. Het geheel is in 1937 in opdracht van Tj. v.d. Meer in Interbellum-architectuur gebouwd, naar ontwerp van de architecten L. van Houten en J. Bosma van Bosma's architectenbureau te Drachten en Heerenveen. Het woonhuis met pakhuis is gelegen op de hoek van de K.R. Poststraat en de Leliestraat, in de uitbreiding die tot stand kwam in het kader van het stratenplan uit 1925 van K.R. Post. De topgevel van het woonhuis richt zich naar de K.R. Poststraat. Het pakhuis, aan de noordzijde dwars achter het woonhuis, is op de Leliestraat georinteerd. De woning en het pakhuis liggen vrijwel direct aan de openbare weg: een kleine heg en een terras met enkele struiken scheiden de woning van de straat. De entree van het woonhuis is aan de westgevel in de Leliestraat, evenals de garagedeuren van het pakhuis. Een betegeld pad ten noorden van het pakhuis leidt naar een bescheiden tuin aan de achterzijde van de woning. Oorspronkelijk was er een grossierderij voor rijwielen in het complex gevestigd. Thans wordt het pakhuis als opslagruimte gebruikt.

Omschrijving

Het woonhuis van twee bouwlagen is op rechthoekige grondslag gerealiseerd. Het overstekende zadeldak is belegd met zwart gesmoorde Romaanse pannen en heeft een goot op klossen. Op het midden van de nok is een gemetselde schoorsteen. Het opgaand muurwerk bestaat uit tichelbakstenen met terugliggende lintvoegen en platvolle stootvoegen, op een trasraam van gesinterde bakstenen. De vensters, deels van ijzer, hebben bijna alle een gewassen grindbetonnen latei en een bakstenen afzaat. De vensters zijn deels voorzien van voorzetramen en enkele glas-in-lood vensters zijn vervangen. In de zuidgevel is een trapeziumvormig erkervenster op de begane grond waarvan de glas-in-lood zijlichten zijn vervangen. Naast de erker is een klein glas-in-lood venster. Op de verdieping twee vensters, gedeeltelijk voorzien van glas-in-lood; in de topgevel een halfrond venster met roedeverdeling onder rondboog. De entree aan de westgevel bevindt zich in de krimp onder een doorgetrokken dakvlak; ervoor is een tweetreeds gemetselde stoep. De houten geverniste deur heeft drie matglazen ruitjes met siersmeedwerk; naast de entree is een glas-in-lood venster; aan weerszijden van de entree een gemetselde bloembak. Boven de houten luifel is een halfrond venster met roedeverdeling onder rondboog. Naast de entree heeft de westgevel een dubbele houten terrasdeur en een enkelruits venster; op de verdieping is een glas-in-lood venster. De oostgevel wordt ingedeeld door vier rechthoekige vensters, deels voorzien van glas-in-lood. In de noordgevel van het huis bevinden zich ter plaatse van het trappenhuis glas-in-lood vensters met opvallende oranje-, blauw-, en geelgekleurde motieven. Deze keren terug in de zijlichten van de houten deur naar de bijkeuken, het verbindingselement tussen woonhuis en pakhuis. Op dit gemetselde bouwvolume van één bouwlaag is een droogplat.

Het pakhuis van twee bouwlagen is op rechthoekige grondslag gebouwd. Het overstekende zadeldak is belegd met zwart gesmoorde Romaanse pannen. Het opgaand muurwerk bestaat uit tichelbakstenen met diepliggende lintvoegen en platvolle stootvoegen en ijzeren hoekprofielen, op een trasraam van gesinterde bakstenen. De ijzeren meerruitsvensters hebben alle een grindbetonnen latei en een bakstenen afzaat. De voorgevel wordt gedomineerd door twee in de gevel teruggelegde houten garagedeuren; op de verdieping zijn twee vijftienruits vensters. In de topgevel is een halfrond venster als bij het woonhuis. De zijgevels zijn voorzien van vensters als aan de voorgevel, aangevuld met een stalen hijsbalk met houten deur aan de noordzijde en een vierlicht dakkapel aan de zuidgevel.

Het interieur van woonhuis en pakhuis is nagenoeg ongewijzigd wat betreft indeling en detaillering.

Waardering

Het woonhuis met pakhuis, in 1937 in Heerenveen gerealiseerd naar ontwerp van L. van Houten en J. Bosma, is van algemeen cultuurhistorisch en architectuurhistorisch belang vanwege:

- de redelijke mate van belang van het complex binnen het oeuvre van de architect,

- de hoge mate van esthetische kwaliteit van het ontwerp,

- de hoge mate van architectonische gaafheid van het ex- en interieur van het woonhuis en het pakhuis,

- het bijzondere materiaalgebruik en de zorgvuldige detaillering van het exterieur,

- de hoge mate van ruimtelijke en visuele gaafheid van het complex in deze rond de jaren '30 tot stand gekomen uitbreidingswijk.