Zonnebeekweg 110, Enschede
Inleiding
TUINAANLEG, omstreeks 1908 aangelegd in een op Amerikaans voorbeeld geinspireerde landschappsstijl. Het ontwerp van de tuinaanleg wordt toegeschreven aan P.H. Wattez, i.c. het gebruik van zichtlijnen en gazons.
Het huis ligt centraal op het perceel, ongeveer 1.5 meter hoger dan de omliggende tuin en enkele graden gedraaid ten opzichte van de Zonnebeekweg. De tuin in landschapsstijl ligt rondom het huis met bospercelen aan de west- en zuidzijde en een houtwal langs de Rutbeek in het noorden. In de bocht van de beek ligt ten noorden van het huis een besloten zijtuin, ten westen waarvan zich de moestuin, bloementuin en boomgaard bevinden. Deze gedeelten liggen in de beschutting van de houtwal langs de beek. In de bospercelen aan de achterzijde van het huis (beukenbos) zijn smalle doorzichten vrijgehouden naar het achtergelegen agrarische gebied. De dienstgebouwen zijn aan de zuidzijde van het terrein gesitueerd.
De tuin aan de voorzijde (naar de Zonnebeekweg) is een open ruimte met het karakter van een prairie (gazon met boomgroepen). Het zicht op de heide is hier gegarandeerd door hoogteverschil in het grasveld en doordat bij de aanleg doelgericht bomen op de heide zijn gekapt.
Alle boomgroepen en solitairen in de tuin zijn samengesteld uit een breed asortiment van inheemse en uitheemse soorten, waaronder toen en nu zeldzame soorten.
Omschrijving
Het huis is gezet op een rechthoekige verharding van grind, waarop in de vier hoeken een pad uitkomt. Het pad naar zuidoost gaat als oprijlaan naar de Zonnebeekweg; dat naar zuidwest voert door de zijtuin die aan de zuidzijde van het huis tussen de bomen is uitgespaard. Dit pad eindigt op de terreingrens bij een grote solitaire eik. Het pad bij de noord-oostelijke punt voert rond de zijtuin aan de noordzijde bij de bocht van de Rutbeek en sluit aan op het pad ten noordwesten dat de sier- en nutstuinen ontsluit.
Ten oosten van dit pad dat van het huis naar de moestuin loopt, staan 2 evenwijdige taxushagen, waarvan de westelijke geknipt is in een golvende vorm en de oostelijke onderbroken is.
Ten oosten van het huis ligt, tussen de verharding van grind en de Zonnebeekweg, een gazon met verschillende boomgroepen en solitaire bomen. Evenwijdig aan de voorgevel ligt in het gazon een talud met een hoogteverschil van ongeveer 1,50 meter. Het gazon ten oosten hiervan ligt vrijwel horizontaal. Aan de noordzijde grenst dit gazon aan de houtwal langs de beek, waarin aan de oostzijde een schuur annex duiventil staat. Aan de zuidzijde loopt het gazon door tot aan de dienstweg die ten zuiden van de dienstgebouwen aftakt van de Zonnebeekweg. De inrit is gemarkeerd door een hek met daar omheen rhododendrons.
In het zuidelijk deel van het gazon ligt de oprit naar het huis, aan weerszijden geflankeerd door 3 zuilvormige taxusstruiken die op regelmatige onderlinge afstand staan. Aan de noordzijde van de oprit staat ten westen hiervan nog een zuilvormige taxusstruik. Aan de noordzijde van de stal annex koetshuis loopt een recht pad naar de oprit. Ten zuiden van de stal/koetshuis staan 2 schuren/stallen. Tussen de gebouwen ligt een verharding van grind. Op de grens van het terrein ligt een houtwal die aansluit op een bosgedeelte ten westen van deze gebouwen.
Ten zuiden van het huis ligt, grenzend aan de verharding van grind een zijtuin bestaande uit gazon met boomgroepen en solitairen. Ten zuiden van het gazon ligt opgaand bos. Langs het begin van het pad langs deze tuin naar het huis staat aan de westzijde een lage taxushaag met een lengte van ongeveer 10 meter, geknipt in een golvende vorm. Tegenover het eind van de haag staat aan de andere zijde van het pad een korte taxushaag evenwijdig aan de gevel van het huis. In het verlengde van deze haag staat naast de oprit een taxusstruik, die in een blokvorm is gesnoeid. Ten zuiden van de haag en grenzend aan de oostzijde van het pad staan 2 bijzondere naaldbomen. Het pad sluit aan op een pad dat langs de zuidwest-grens van het perceel de dienstgebouwen verbindt met de nuts- en siertuinen.
De werking van de hagen ten zuidwesten en ten noordwesten van de verharding rond het huis is dat zij de tuin direct achter het huis enigszins afschermen van de beide zijtuinen aan de noord- en zuidzijde. De paden waarlangs zij staan vormen de grenzen van deze achteruin die overigens de vorm van een halve cirkel heeft en aan de westzijde wordt begrensd door opgaand beukenbos. In het beukenbos zijn twee doorzichten uitgespaard. Het pad langs de terreingrens heeft hier aan de boszijde een rand van rhododendrons. De haag op de perceelsgrens bestaat uit haagbeuk met een hoogte van ongeveer 3.0 meter, die ter plaatse van de doorzichten is verlaagd tot ongeveer 1.0 meter.
Ten noorden van het huis ligt, net als aan de zuidzijde, een zijtuin bestaande uit gazon met solitairen en boomgroepen. Hier ligt de tuin in de bocht van de houtwal langs de Rutbeek.
In de noord-westelijke hoek van het terrein ligt een rechthoekige deeltuin die in gebruik is als moestuin, bloementuin en boomgaard. Deze rechthoek is door een assenkruis verdeeld in vier kwadranten. Een pad over de lengte-as verdeelt de tuin in een noordelijk en een zuidelijk deel en een muur bepaalt een oostelijk en een westelijk deel. Ter plaatse van het pad zit in de muur een doorgang. Aan de oostzijde van dit terrein staat een beukenhaag van ongeveer 3.0 meter hoog, waarin 2 poorten geknipt zijn ter plaatse van de paden door en langs de moestuin. De noordzijde van het terrein wordt begrensd door de houtwal langs de Rutbeek. Langs het westelijk deel staat voor de houtwal een muur, waarin poorten en opslagruimten zijn opgenomen en die aansluit aan de haaks daarop staande muur die de tuin in noord-zuid richting deelt. Een beukenhaag met een hoogte van ongeveer 2.0 meter, met een onderbreking ter plaatse van het pad, vormt de begrenzing aan de westzijde. Langs de zuidzijde staat een hek langs, ook hier, een pad.
In het oostelijk deel van de tuin ligt de boomgaard, ten westen de moestuin met kweekkas en -bakken. Ten zuiden staat bij de kop van van de muur een tuinhuisje waar omheen oorspronkelijk de bloementuin lag die nu niet meer aanwezig is.
Aan beide zijden van het pad midden door de boomgaard ligt een border met vaste planten. Over het pad staan, op regelmatige afstand van elkaar, zes rozenbogen.
Waardering
Tuin, omstreeks 1908 aangelegd en toegeschreven aan P.H.Wattez van cultuurhistorische en tuinhistorische waarde:
- als voorbeeld van een tuin behorend bij een Twentse buitenplaats waarin aanwezige landschappelijke waarden worden geincorporeerd in een bij het huis aansluitend ontwerp;
- als kenmerkend voorbeeld van een op Amerikaans voorbeeld geïnspireerde tuinaanleg in het oeuvre van P.H. Wattez en als zodanig in aanleg zeldzaam;
- vanwege de esthetische kwaliteiten van het oorspronkelijk ontwerp, i.c. de aansluiting van de tuin op het huis, het gebruik van zichtlijnen en gazons en de inpassing van de verschillende delen van de tuin, hetgeen thans nog duidelijk herkenbaar is.
Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
Locatie
Inleiding
Historische buitenplaats Zonnebeek is in 1906-08 gesticht door J.B.(Bernhard) van Heek. Het complex is gelegen ten zuidwesten van Enschede, ten zuiden van de Rutbeek en ten westen van de Zonnebeekweg, met zicht op de heide van het Usselerveld. Aan de westzijde grenst de buitenplaats met een haag aan een hoger gelegen es of kamp in het Goorse veld, aan de zuidzijde wordt de grens gevormd door een onverharde weg.
LANDHUIS Zonnebeek is gebouwd in 1906 naar ontwerp van G. Beltman. Edwina Burr Ewing, de vrouw van J.B. van Heek, was afkomstig uit Nashville Tenessee, reden waarom Beltman zich voor zijn ontwerp heeft laten inspireren door de architectuur van die streek. Enkele elementen uit het ontwerp, zoals het fronton en de portiek, zijn regelmatig terugkerende elementen geworden in de classicistische ontwerpstijl van bureau Beltman. In 1911 is het balkon in de westgevel dichtgezet en is een serre aangebouwd. Op de zolderverdieping is een appartement gebouwd voor de huidige beheerder.
De TUINAANLEG in een eveneens op Amerikaanse voorbeelden geinspireerde landschapsstijl, met daarbinnen een door muren en hagen afgesloten boomgaard/moestuin/bloementuin is omstreeks 1908 aangelegd en toegeschreven aan P.H. Wattez. De tuin is in 1972 hersteld volgens een plan van architectenbureau T.H. Koning. Dit betrof voornamelijk het inboeten van bomen.
In de tuin liggen verschillende objecten te midden van monumentale solitairen. Ten zuidwesten van het landhuis liggen, met eigen oprijlaan aan de weg, KOETSHUIS, GARAGE en KAPSCHUUR, eveneens naar ontwerp van G. Beltman, uit 1906. In 1908 is een deel van de stal van het koetshuis verbouwd tot woonhuis. De verbouwing van de noordelijke garage met stallen tot kantooruimte is van recente datum. In de NO-hoek, schuin achter het landhuis, ligt de ommuurde MOESTUIN met SCHUUR en staat de THEEKOEPEL. Voordat het huis werd gebouwd, stond de koepel bij het ven aan de overzijde van de Zonnebeekweg. In de ZO-hoek een SCHAAPSKOOI met DUIVENTIL. Het HEK, met op de pijlers "Zonnebeek", geeft toegang tot het landgoed.
Tussen koets- en landhuis, aan de oprijlaan een put uit 1747, die herinnert aan het boerenerf dat hier lag, onder een afdak uit 1906. De Van Heeks zijn kinderloos gebleven, in 1946 is hun bezit in de stichting Edwina van Heek ondergebracht en zijn landgoed en gebouwen deels in een museale toestand gefixeerd. Het interieur is intact gebleven.
Waardering
Buitenplaats Zonnebeek met bijgebouwen en tuinaanleg van cultuur-, architectuur-, tuinhistorisch en stedebouwkundig belang:
- als voorbeeld van een zeer gave en complete Twentse fabrikantenbuitenplaats
- vanwege de kwaliteit van de bebouwing en tuinaanleg, met name van het landhuis naar ontwerp van G. Beltman en van de tuin, toegeschreven aan P.H. Wattez
- vanwege de functionele en ruimtelijke relatie van de bebouwing onderling in een tuinaanleg waarin aanwezige landschappelijke waarden worden geincorporeerd in een bij het huis aansluitend tuinontwerp
- vanwege de gaafheid van het complex en de onderdelen
- vanwege de beeldbepalende situering in het landschap
Eigenschappen
Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
---|---|---|---|---|
Historische aanleg | Kastelen, landhuizen en parken | Tuin, park en plantsoen | oorspronkelijke functie | Ja |
Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Zonnebeekweg | 110 | – | 7546 RH | Enschede | – | BY | Ja |
Hoofdcategorie | Subcategorie | Beschrijving | Notitie |
---|---|---|---|
Kastelen, landhuizen en parken | Tuin, park en plantsoen | – | Landschappelijke tuin |
Kadastraal perceel | Kadastrale sectie | Kadastraal object | Appartement | Kadastrale gemeente |
---|---|---|---|---|
– | AB | 427 | – | Lonneker |
Start | Eind | Notitie | Beschrijving |
---|---|---|---|
1908 | 1908 | – | vervaardiging |
Name | Beroep | Notitie |
---|---|---|
Wattez, P.H. ; Overijssel | tuinarchitect / landschapsarchitect | – |