Het Stroot, Enschede
Omschrijving
Monumentaal LANDHUIS (1865- 1930) van twee bouwlagen op een samengestelde plattegrond onder een afgeknot schilddak met leien in Maasdekking. De gevels zijn boven een natuurstenen plint wit gepleisterd. De hoofdentree tot het huis bevindt zich in het uitgebouwde entreeportaal in de noordoostgevel aan de straatzijde. De overluifelde getoogde deur wordt geflankeerd door smalle glas-in-loodvensters. Het balkon boven de ingang heeft een balustrade van gedraaide balusters met sierbollen op de hoeken. Behalve het recht gesloten balkonkozijn hebben de vensters in deze gevel getoogde bovenlichten. Het aanzicht van de zuidoostgevel wordt gedomineerd door de grote serre en daarboven de loggia onder een met leien gedekt schilddak. In de door hoekpilasters geflankeerde afgesnoten hoeken aan weerszijden van de serre zijn boven de recht gesloten ingangspartijen in het pleisterwerk de contouren te zien van de Tudorbogen die hier bij de verbouwing in 1884 waren aangebracht. De vensters en deuren in de serre zijn voorzien van stalen kozijnen. De rondbogen van de T-vensters op de verdieping worden voortgezet in de rondboogarcades met balustrades van de loggia. De grote serre aan de zuidwestgevel heeft schuifdeuren en vensters met grote glasruiten onder een doorlopende reeks bovenlichten. Op de verdieping geven drie balkondeuren onder getoogde bovenlichten toegang tot het balkon boven de serre met een balustrade van kleine gedraaide balustertjes. Links tegen de noordwestgevel een aanbouw onder balkon en rechts daarvan een lager gedeelte onder plat dak.
In de gevel vensters en balkondeuren onder getoogde bovenlichten. In de dakschilden aan de noord-, oost- en westgevel dakkapellen onder iets getoogde kapjes. De grotere dakkapel boven de ingang aan de oostzijde is uitgevoerd met fronton en wangen. Op het snijpunt van de nokken aan de zuidgevel een achtkantig klokketorentje met driepasbogen onder een achtzijdig tentdakje.
In het interieur zijn onder meer van belang het vertrek aan de westkant van het huis waarin tegen de oostwand een betegelde haard en het goudleerbehang (1884 of daarvoor) bewaard zijn gebleven; de kamer met de afgesnoten hoeken aan de zuidzijde heeft met stucplafond met opgelegd lijstwerk in geometrische patronen en de hal die is uitgevoerd met een paneellambrizering, rijk uitgevoerde trap en een betegelde garderobe met dubbele wastafel.
Waardering
Monumentaal landhuis van cultuur-, architectuurhistorisch en stedebouwkundig belang
- als voorbeeld van een karakteristieke Twentse textielvilla waarvan de negentiende eeuwse kern (de theekoepel) nog aanwezig is
- vanwege het samengestelde bouwvolume waarin de verschillende bouwperioden te herkennen zijn
- vanwege de gave interieuronderdelen die nog in het huis aanwezig zijn
- vanwege de hoge ensemblewaarde als hoofdonderdeel van de buitenplaats
Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
Locatie
Inleiding
Buitenplaats "Het Stroot" bestaande uit monumentaal LANDHUIS in eclectische stijl (ontstaan voor 1865, verbouwingen in 1884, 1922 en ca. 1930), TUINAANLEG (net als het huis in verschillende perioden tot stand gekomen) KOETSHUIS met inpandige KOETSIERSWONING (ca. 1917), BOERDERIJ (1917) met HOUTEN SCHUUR (voor 1850), SPEELHUISJE (jaren '20) en POORT (XVIIa).
G.J. van Heek kocht het landgoed in 1865 van zijn oom en tante Roessingh Udink-van Heek die het in 1819 hadden verworven. Aanvankelijk stond op Het Stroot een eenvoudig semi-permanent onderkomen, waarschijnlijk een koepel. In 1884 is de koepel vergroot tot een zomerhuis in eclectische trant. Een gevelsteen in de achtergevel (N) met de tekst: "Deze steen gelegd door Ludwig, Alida, Jan, Christine, Bertha, Auguste, Gerrit Jan, Arnold van Heek, November 1884" herinnert aan deze verbouwing. In 1922 volgde opnieuw een uitbreiding van het huis in opdracht van A.H. van Heek. In dat jaar is tegen de oostgevel een nieuw entreeportaal gebouwd en tegen de westgevel een grote serre. Daardoor verhuisde de hoofdingang van de zuidgevel naar de oostgevel. Niet lang daarna is omstreeks 1930 de serre met loggia tegen de zuidgevel aangebouwd en is het interieur gemoderniseerd. De indeling van de verdieping en de uitmonstering van de slaapkamers met ingebouwde kasten en wastafels dateert ook uit die tijd. De hal op de begane grond en het trappenhuis zijn ontworpen door de architect A.K. Beudt. Het koetshuis met koetsierswoning dateert waarschijnlijk uit 1917, hetzelfde jaar waarin de boerderij is gebouwd. De houten schuur is voor 1850 gebouwd.
De bebouwing staat aan de noordwestzijde van het min of meer rechthoekige terrein. Het terrein is naar binnen gekeerd doordat de tuin is aangelegd binnen een rand van loof- en naaldbos. De begrenzingen van het terrein worden gevormd door drie wegen: de Strootsweg aan de noord-oostzijde, de Hofdijk aan de noord-westzijde, een onverharde weg aan de zuid-westzijde. De rand van het bos vormt de grens aan de zuid-oostzijde. Het huis, met terrassen van Bentheimer zandsteen, staat op een verhoging in de deels landschappelijk en deel geometrisch aangelegde tuin, in 1865 ontworpen door D. Wattez in opdracht van G.J. van Heek. De tuin is gereorganiseerd (datum onbekend) door P. H. Wattez. Omstreeks 1920 heeft H. Copijn een bloementuin in de middenas aangelegd. In 1925 is in de tuin een tuindeel met bassin en muurwerk aangebracht naar ontwerp van Th.J. Dinn. In een klein gedeelte van de tuin zijn na de 2e wereldoorlog door Mien Ruys wijzigingen aangebracht. Later aangebrachte wijzigingen zijn onder andere een vereenvoudiging in de vormen van de bloemperken in de tuin ten zuidwesten van het huis.
De bescherming van de tuin richt zich op het landschappelijk aangelegde deel en de twee geometrische tuindelen rondom het huis. Het koetshuis en het boerderijcomplex ten westen van het huis zijn van de tuin gescheiden door een drie meter hoge gemetselde muur. Het speelhuisje staat aan de rand van de wei ten zuiden van de tuin. De moestuin en het oude koetshuisje uit ca. 1884 zijn voor de bescherming van ondergeschikt belang. De poort is afkomstig van het huis Hengelo en in 1901 bij het begin van de oprijlaan naar het huis vanaf de Strootsweg geplaatst.
Waardering Buitenplaats met landhuis, tuinaanleg en bijgebouwen van cultuur-, architectuur-, tuinhistorisch en stedebouwkundig belang vanwege:
- de grote betekenis van het landgoed als één van de oudste complete negentiende eeuwse fabrikantenbuitenplaatsen in Twente
- de wijze waarop het samengestelde bouwvolume van het huis en de gefaseerde tuinaanleg de karakteristieke ontwikkeling laat zien van de Twentse buitenplaats, te weten van (eenvoudige) theekoepel, via semi-permanente tot permanente buitenplaats met tuinaanleg.
- de vormgeving en de redelijke mate van gaafheid van de verschillende onderdelen
- de functionele en ruimtelijke relatie tussen de onderdelen en de zorgvuldige onderlinge afstemming van huis en tuin, waarbij gebruik is gemaakt van zichtlijnen en symmetrie-assen.
Eigenschappen
Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
---|---|---|---|---|
Landhuis | Kastelen, landhuizen en parken | Kasteel, buitenplaats | oorspronkelijke functie | Ja |
Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Strootsweg | 401 | – | 7547 RW | Enschede | – | – | Ja |
Strootsweg | 401 | 3 | 7547 RW | Enschede | – | – | – |
Kadastraal perceel | Kadastrale sectie | Kadastraal object | Appartement | Kadastrale gemeente |
---|---|---|---|---|
– | AL | 462 | – | Lonneker |
Start | Eind | Notitie | Beschrijving |
---|---|---|---|
1865 | 1865 | – | vervaardiging |
1884 | 1884 | – | verbouwing |
1922 | 1930 | – | verbouwing |