Strootsweg 401, Enschede

Inleiding

Tuinaanleg bestaande uit drie onderdelen:

- Ten zuidoosten van het huis ligt een landschappelijk aangelegd gedeelte uit 1865 met doorzichten, vijver, weiden, laan en voormalige boomgaard. Het huis is aan dit gedeelte gerelateerd door middel van een serre met daarop een grote loggia.

- Ten zuidwesten van het huis ligt een geometrisch aangelegd gedeelte rondom een hoofdas die aansluit op een tweede serre van het huis, waarschijnlijk rond 1920 door H. Copijn geraliseerd.

- Hieraan grenzend ligt een tuindeel uit 1925 met bassin en muren ontworpen door Th.J. Dinn.

Omschrijving

De tuin ten zuidoosten van het huis:De landschappelijk aangelegde tuin ten zuidoosten van het huis zou in eerste aanleg door D. Wattez zijn ontworpen. Dit deel sluit bij het huis aan met een vijver met gebogen oeverlijnen. Aan de zuidoostzijde ligt in de vijver een eiland, waarvan de beplanting met bomen en heesters door Mien Ruys is ontworpen. Vanuit het huis strekken zich twee zichtassen over de vijver uit. De as ten noorden van het eiland wordt oostelijk van de vijver voortgezet: hier ligt een gazon, omgeven door bomen en heesters. Zuidelijk van het eiland ligt een weide met een ongeveer ovale hoofdvorm (hoofdas noord-zuid). Oorspronkelijk was het westelijk deel hiervan in gebruik als boomgaard. De weide is aan drie zijden omgeven door een laan die aan de westkant aansluit op het padenstelsel van het daar gelegen bos.

Deze laan ontbreekt (door een latere ingreep) tussen eiland en weide, maar sluit in het noorden aan op het voorplein ten oosten van het huis. Aan de noordoostzijde loopt de laan achter de strook beplanting met heesters en bomen langs die het gazon begrenst. De laanbeplanting is recent gekapt en zal opnieuw worden ingeplant. In de noordpunt van de weide staat een houten tuinhuisje.

De tuin ten zuidwesten van het huis:Het gedeelte van de tuin ten zuidwesten van het huis is wellicht rond 1920 door H. Copijn gereorganiseerd. Dit deel is geordend rond een assenkruis en bestaat grotendeels uit gazon. De as ligt loodrecht op de grote serre in de zuidwestelijke gevel van het huis. In de as ligt een pad verhard met grind. In de dwars-as is alleen het pad in noordwestelijke richting over; dat in zuidoostelijke richting is verdwenen.

Op het kruispunt van de assen ligt een cirkelvormig gazon rond een natuurstenen bloemenschaal op sokkel. Hier omheen staan, puntsymmetrisch ten opzichte van het kruispunt van de assen, vier Taxusstruiken. Rondom dit gazon loopt een pad dat aansluit op de paden in de assen. Het patroon van cirkel en assen is verder ingevuld met smalle, soms gebogen bloemperken. Op drie van de diagonalen staat een Taxusstruik. Op de zuidelijke diagonaal staat een zeer grote uitgegroeide Thuja. Daarom ontbreken aan deze zijde zowel het pad in zuidoostelijke richting als bloemperken.

Het pad in de dwars-as sluit in het noordwesten aan op de door Dinn ontworpen deeltuin en vormt hierin de symmetrie-as. Het pad in de hoofdas eindigt in het zuidwesten in het daar gelegen bos en sluit daar aan op het padenstelsel. Bij de overgang staat aan weerszijden van het pad een natuurstenen Japanse lantaarn.

Deeltuin van Th.J. Dinn:De deeltuin die omstreeks 1925 is ontworpen door Th.J. Dinn, ligt ten westen van het huis en ten zuidoosten van een ongeveer 3 meter hoge gemetselde muur die de scheiding vormt met het erf rond de boerderij. Deze muur is gedeeltelijk als slangemuur uitgevoerd.

De rechthoekige deeltuin is opgebouwd rondom een assenkruis. De tuin is symmetrisch rondom de korte hoofdas (ongeveer noord-zuid) die aansluit op het assenstelsel in het door Copijn aangelegde gedeelte van de tuin. Het centrum van dit gedeelte wordt gevormd door een rechthoekig, gemetseld bassin, waarvan de assen samenvallen met genoemd assenkruis. De hoeken van het bassin, dat ongeveer 0.40 meter lager dan de rest vande tuin ligt, zijn afgerond. De tuinhelft ten zuiden van de lange as sluit met plantvakken in een klein talud aan op de tuin van Copijn. De vaste planten in deze plantvakken zijn recent vervangen door een haag. De tuinhelft ten noorden van de lange as is door een keermuur van ruim een halve meter hoog gescheiden van de border daarachter. Deze keermuur is naar het oosten en westen tot enkele meters langs de paden buiten de tuin doorgetrokken, waar hij ruimte biedt voor een bank.

Het bassin heeft op de hoofdas aan de noordzijde een rechthoekige verwijding met een kleine exedra (halfrond gemetseld). Op de andere drie snijpunten met de assen bevinden zich kleine trappen met wangen van baksteen en treden van flagstones. De gemetselde trapwangen sluiten op het lage niveau aan op de bassinranden, op het hogere niveau op lage bakstenen keerwandjes. Deze aansluitingen, alsmede die aan de exedra, zijn gemarkeerd door lage pylonen, afgedekt met een tegel. Rond de hoeken van het bassin bevinden zich plantvakken tussen de bakstenen muurtjes en trapwangen. Rondom dit geheel van vijver met trappen en plantvakken is een verharding van rechthoekige flagstones gelegd. De hoofdvorm daarvan is een rechthoek met ingezwenkte hoeken. Op de korte hoofdas is aan de zuidzijde en rechthoekige verwijding gemaakt, aan de (iets bredere) noordzijde een driezijdige uitbouw die ruimte geeft aan de exedra in het bassin. Keermuurtjes ter hoogte van een rollaag begrenzen de plantvakken op de overgang naar de aangrenzende tuin ten zuiden van de lange as. Ook deze keermuurtjes zijn naar het oosten en westen tot enkele meters langs de paden buiten de tuin doorgezet. De doorgangen door het muurwerk dat de verharding begrenst, zijn naast de assen door kleine pylonen gemarkeerd. Deze doorgangen leiden naar paden in de richtingen noord, oost (tuin Copijn) en zuid, waarvan de breedte strookt met die van de trappen naar het bassin.

Waardering

De in verschillende fasen en door verschillende ontwerpers aangelegde tuin is van historische en tuinhistorische waarde:

- vanwege de esthetische kwaliteiten van het ontwerp uit de verschillende perioden, i.c. de zorgvuldige onderlinge afstemming en samenhang van de in verschillende perioden aangelegde delen en de kwaliteiten van de onderdelen afzonderlijk:

- als voorbeeld van een tuinaanleg van D. Wattez;

- als goed voorbeeld van de rond 1915 en vogue zijnde tuinstijl waarbij delen van de tuin rondom een orthogonaal asssenstelsel werden ontworpen binnen een landschappelijke aanleg

- als voorbeeld van een tuindeel (Th. J Dinn) aangelegd in de rond 1920 in de mode zijnde Architectonische Tuinstijl, waarbij de tuin werd ontworpen rondom een orthogonaal assenstelsel en waarbij veelvuldig gebruik werd gemaakt van gemetselde elementen

- als goed en gaaf (en daardoor zeldzaam) voorbeeld binnen het oeuvre van Th.J. Dinn, de hoge esthetische kwaliteiten van het oorspronkelijke ontwerp, i.c. de zorgvuldige vormgeving van het tuindeel en de aansluiting met de omliggende tuin.

- als essentieel onderdeel van de buitenplaats, i.c. de zorgvuldige onderlinge afstemming van huis en tuin, waarbij gebruik is gemaakt van zichtlijnen en symmetrie-assen

Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland

Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.

Locatie

Monumentnummer
510590
Complexnaam
Het Stroot
Provincie
Gemeente
Plaats
Complexomschrijving

Inleiding

Buitenplaats "Het Stroot" bestaande uit monumentaal LANDHUIS in eclectische stijl (ontstaan voor 1865, verbouwingen in 1884, 1922 en ca. 1930), TUINAANLEG (net als het huis in verschillende perioden tot stand gekomen) KOETSHUIS met inpandige KOETSIERSWONING (ca. 1917), BOERDERIJ (1917) met HOUTEN SCHUUR (voor 1850), SPEELHUISJE (jaren '20) en POORT (XVIIa).

G.J. van Heek kocht het landgoed in 1865 van zijn oom en tante Roessingh Udink-van Heek die het in 1819 hadden verworven. Aanvankelijk stond op Het Stroot een eenvoudig semi-permanent onderkomen, waarschijnlijk een koepel. In 1884 is de koepel vergroot tot een zomerhuis in eclectische trant. Een gevelsteen in de achtergevel (N) met de tekst: "Deze steen gelegd door Ludwig, Alida, Jan, Christine, Bertha, Auguste, Gerrit Jan, Arnold van Heek, November 1884" herinnert aan deze verbouwing. In 1922 volgde opnieuw een uitbreiding van het huis in opdracht van A.H. van Heek. In dat jaar is tegen de oostgevel een nieuw entreeportaal gebouwd en tegen de westgevel een grote serre. Daardoor verhuisde de hoofdingang van de zuidgevel naar de oostgevel. Niet lang daarna is omstreeks 1930 de serre met loggia tegen de zuidgevel aangebouwd en is het interieur gemoderniseerd. De indeling van de verdieping en de uitmonstering van de slaapkamers met ingebouwde kasten en wastafels dateert ook uit die tijd. De hal op de begane grond en het trappenhuis zijn ontworpen door de architect A.K. Beudt. Het koetshuis met koetsierswoning dateert waarschijnlijk uit 1917, hetzelfde jaar waarin de boerderij is gebouwd. De houten schuur is voor 1850 gebouwd.

De bebouwing staat aan de noordwestzijde van het min of meer rechthoekige terrein. Het terrein is naar binnen gekeerd doordat de tuin is aangelegd binnen een rand van loof- en naaldbos. De begrenzingen van het terrein worden gevormd door drie wegen: de Strootsweg aan de noord-oostzijde, de Hofdijk aan de noord-westzijde, een onverharde weg aan de zuid-westzijde. De rand van het bos vormt de grens aan de zuid-oostzijde. Het huis, met terrassen van Bentheimer zandsteen, staat op een verhoging in de deels landschappelijk en deel geometrisch aangelegde tuin, in 1865 ontworpen door D. Wattez in opdracht van G.J. van Heek. De tuin is gereorganiseerd (datum onbekend) door P. H. Wattez. Omstreeks 1920 heeft H. Copijn een bloementuin in de middenas aangelegd. In 1925 is in de tuin een tuindeel met bassin en muurwerk aangebracht naar ontwerp van Th.J. Dinn. In een klein gedeelte van de tuin zijn na de 2e wereldoorlog door Mien Ruys wijzigingen aangebracht. Later aangebrachte wijzigingen zijn onder andere een vereenvoudiging in de vormen van de bloemperken in de tuin ten zuidwesten van het huis.

De bescherming van de tuin richt zich op het landschappelijk aangelegde deel en de twee geometrische tuindelen rondom het huis. Het koetshuis en het boerderijcomplex ten westen van het huis zijn van de tuin gescheiden door een drie meter hoge gemetselde muur. Het speelhuisje staat aan de rand van de wei ten zuiden van de tuin. De moestuin en het oude koetshuisje uit ca. 1884 zijn voor de bescherming van ondergeschikt belang. De poort is afkomstig van het huis Hengelo en in 1901 bij het begin van de oprijlaan naar het huis vanaf de Strootsweg geplaatst.

Waardering Buitenplaats met landhuis, tuinaanleg en bijgebouwen van cultuur-, architectuur-, tuinhistorisch en stedebouwkundig belang vanwege:

- de grote betekenis van het landgoed als één van de oudste complete negentiende eeuwse fabrikantenbuitenplaatsen in Twente

- de wijze waarop het samengestelde bouwvolume van het huis en de gefaseerde tuinaanleg de karakteristieke ontwikkeling laat zien van de Twentse buitenplaats, te weten van (eenvoudige) theekoepel, via semi-permanente tot permanente buitenplaats met tuinaanleg.

- de vormgeving en de redelijke mate van gaafheid van de verschillende onderdelen

- de functionele en ruimtelijke relatie tussen de onderdelen en de zorgvuldige onderlinge afstemming van huis en tuin, waarbij gebruik is gemaakt van zichtlijnen en symmetrie-assen.

Eigenschappen

Functies
Functie Hoofdcategorie Subcategorie Functietype Is hoofdfunctie
Historische aanleg Kastelen, landhuizen en parken Tuin, park en plantsoen oorspronkelijke functie Ja
Adressen
Straat Getal Achtervoegsel Postcode Plaats Locatie Situatie Is hoofdadres
Strootsweg 401 – 7547 RW Enschede – BY Ja
Types
Hoofdcategorie Subcategorie Beschrijving Notitie
Kastelen, landhuizen en parken Tuin, park en plantsoen – Landschappelijke tuin
Percelen
Kadastraal perceel Kadastrale sectie Kadastraal object Appartement Kadastrale gemeente
– AL 429 – Lonneker
– AL 462 – Lonneker
Bouwperioden
Start Eind Notitie Beschrijving
1865 1865 – vervaardiging
1900 1925 – verbouwing
Ambachten
Name Beroep Notitie
Wattez, D. ; Overijssel tuinarchitect / landschapsarchitect –
Wattez, P.H. ; Overijssel tuinarchitect / landschapsarchitect –
Dinn, Th.J. ; Overijssel tuinarchitect / landschapsarchitect –
Naar boven