Inleiding

Dit blok van drie ARBEIDERSWONINGEN, ter plaatse ook wel "Afdakswoningen" genoemd, is gebouwd in 1899 in opdracht van H. Meijerink die tevens de ontwerper en aannemer was. Het blok is ontworpen in traditionalistische neo-renaissance stijl.

Opvallend is de aparte typologie van de woningen met opkamer en kelder. Het oorspronkelijke ontwerp voorzag bovendien in een bescheiden stalruimte, die met de modernisering van de huizen ingrijpend gewijzigd is. Hoewel van alle drie de woningen ook het interieur gewijzigd is, zijn de ruimtelijke opzet en indeling intact gebleven.

Omschrijving

Het woonhuisblok is opgetrokken in baksteen vanuit een rechthoekige plattegrond over één bouwlaag, met opkamer en souterrain, onder zadeldak gedekt met Hollandse pannen. Het woonblok staat op een gepleisterde plint. De voorgevel (W) is geleed d.m.v. horizontale speklagen. De plattegronden van de buitenste woningen zijn identiek, van de middelste is deze gespiegeld. Per woning bestaat de gevel uit een centraal geplaatste voordeur met tweeruits bovenlicht met aan één zijde een zesruits schuifvenster en aan de andere zijde een tweeruits venster voor het souterrain en een vierruits venster voor de opkamer. Boven alle gevelopeningen is een segmentboog gemetseld, met, behalve bij het kelderraam, geaccentueerde aanzet- en sluitstenen.

Aan de achtergevel drie uitbouwen die oorspronkelijk deels als stal fungeerden.

De interieurs zijn gemoderniseerd. In alle drie de woningen is echter de indeling bewaard gebleven, waarbij de gecombineerde kelderdeur annex trap naar de opkamer gehandhaafd is.

Waardering

Arbeiderswoningen van cultuur- en architectuurhistorisch belang:

- als schakel in de ontwikkeling van het woonhuis voor de arbeidende klasse in het landelijke gebied

- vanwege de bijzondere typologie met opkamer en kelder

- de redelijke gaafheid van het exterieur