Inleiding

Tuin uit 1932, door tuinarchitect D.F. Tersteeg in 1931-1932 ontworpen in de nieuw-architectonische tuinstijl. De tuin is direct gelegen rondom huis 'De Eekhof' uit 1931 (niet van rijkswege beschermd), ontworpen door architect W. van der Leck. De tuin kenmerkt zich door het gebruik van geometrische vlakken en vormen (ondermeer rechte lijnen, rechthoeken, kwart ronden en conisch gesnoeide taxussen), de in baksteen gemetselde architectonische elementen (ondermeer keermuren en trapjes) waarbij veelvuldig gebruik is gemaakt van natuursteen en hoogteverschillen. Het huis en de tuin naar ontwerp van Tersteeg worden omgeven door een royale tuinaanleg (niet van rijkswege beschermd), die karakteristieken van het Twentse landschap in zich heeft (weiden, boomgroepen, coulissen, doorzichten en heide). Het is niet bekend of Tersteeg zich met de vormgeving van deze tuin heeft bezig gehouden. Wel werd het ontwerp van de tuin door Tersteeg nauw op zowel het huis als de omringende aanleg afgestemd. De tuin kan worden gezien als een verlengstuk van het huis. Er zijn als het ware extra kamers gecreëerd

Omschrijving

De plattegrond van de tuin is grofweg een rechthoek, waarbinnen het huis tegen de westzijde ligt. De tuin van Tersteeg is ca. 0,50 m. hoger dan de omringende tuinaanleg en wordt er grotendeels door middel van een lage keermuur van gescheiden. Bovenlangs de keermuren die opgebouwd zijn uit gestapelde, onregelmatige stukken natuursteen, rechte hagen van taxus. Tussen het huis en de tuin enkele rechthoekige plantvakken. De tuin is vanuit de omringende tuinaanleg toegankelijk middels enkele gemetselde bakstenen trapjes. De entree in de noordwesthoek bestaat uit enkele treden en een bordes. Ten noorden van de trap is de hoek van de tuin afgesnoten. Naast de trap staat een zuilvormig gesnoeide taxus. In het noordoosten wordt de keermuur onderbroken door een trap met bordes (in de vorm van een kwart cirkel) en een in de keermuur opgenomen houten zitbank. In de keermuur aan de oostzijde is een halfrond naar buiten uitgemetseld trapje opgenomen en in het zuidoosten een smalle trap. De zuidzijde van de tuin wordt niet door een keermuur van het omringende terrein afgescheiden, maar door een talud met enkele niveauverschillen. Hier ligt in het verlengde van de erker in de zuidgevel van het huis een rechthoekige vijver met gemetselde beschoeiing. Tussen vijver en huis een gemetseld bordes in de vorm van een halve cirkel. Het bordes wordt geflankeerd door plantvakken die gemarkeerd worden door natuursteen en conisch gesnoeide taxussen. Aan de zuidzijde van de vijver een halfronde gemetselde trap van enkele treden. Door de tuin lopen over de gazons paden die de terrassen met elkaar verbinden. Zowel de terrassen als de paden zijn aangelegd met flagstones van ongelijke grootte.

Waardering

De TUIN uit 1932 naar ontwerp van D.F. Tersteeg is van algemeen en tuinhistorisch belang:

- als vrijwel gaaf en daardoor zeldzaam voorbeeld van een rond 1930 en voque zijnde tuinstijl, de zgn. nieuw-architectonische tuinstijl, waarbij ondermeer gebruik werd gemaakt van symmetrie-assen, hoogteverschillen en gemetselde elementen;

- vanwege de esthetische kwaliteiten van het ontwerp;

- als karakteristiek voorbeeld uit het oeuvre van D.F. Tersteeg, in het bijzonder als voorbeeld van een van zijn latere werken.