Larenberg, Laren
Omschrijving
HOOFDGEBOUW. Een gepleisterd en geschilderd blokvormig landhuis, in 1834 gebouwd in neo-classicistische stijl, omstreeks 1875 ingrijpend veranderd door het toevoegen van een middenrisaliet met halfrond balkon aan de zuidoostzijde, het verplaatsen van de ingang naar de noordwestgevel, het vervangen van vensters en interieur.
Het haaks op de Naarderstraat gelegen landhuis is een witgepleisterde blokvormige villa op rechthoekige plattegrond. Het front is naar het noordwesten gericht, waarbij de belangrijkste woonvertrekken zodanig gelegen zijn dat het uitzicht in zuidoostelijke richting optimaal tot zijn recht komt.
Het blokvormige huis heeft een verdieping en een mezzanino, is voorzien van een afgeknot schilddak, met leien gedekt, en is gesierd door een brede overkragende gootlijst op consoles. De vrij geplaatste schoorstenen vervangen vroegere op de eindvorsten. De verdiepte velden van begane grond en verdieping zijn voorzien van horizontale groeven. De verdiepte velden van de mezzanino, nog de oorspronkelijke, zijn glad uitgevoerd.
Noordwestgevel Het naar het noordwesten gerichte front is door middel van twee gepleisterde lisenen verdeeld in een brede middentravee en twee smallere zijtraveeen in de verhouding 1:2:1. Centraal in de middentravee bevindt zich de classicistische ingang, die pas omstreeks 1875 werd aangebracht, ter vervanging van de ingang in de zuidwestgevel. De ingang, dubbele vleugeldeuren met een bovenlicht, wordt omlijst door een hardstenen portaal, bestaande uit gegroefde Corinthische zuilen op piedestals, die het geprononceerde hoofdgestel dragen. Op de overgang tussen ingang en venster het woord 'Larenberg'. Hierboven bevindt zich een bolkozijn, geflankeerd door pilasters met kapitelen, en een boog gevuld met een boogtrommel met schelpmotief. De ingang wordt op de begane grond geflankeerd door vensters met tweevleugelige draairamen met bovenlicht, op de verdieping door zesruits naar binnen draaiende ramen met brede stolpnaald, die deels nog oorspronkelijk zijn. Ter beveiliging zijn eenvoudige gietijzer hekjes aangebracht. In de beide zijrisalieten zijn overeenkomstige vensters. Op de verdieping zijn de beide buitenste vensters van zonneluiken voorzien, terwijl de duimen voor dergelijke luiken bij de andere twee vensters nog aanwezig zijn. Boven de ingangspartij bevindt zich in de mezzanino een tweelichtsvenster, evenals de beide oeils-de-boeuf pas omstreeks 1875 aangebracht.
Zuidwestgevel De zuidwestgevel, die grotendeels haar oorspronkelijke karakter heeft behouden, bezit twee vensterassen, met zowel op de verdieping als op de begane grond T-vensters, voorzien van zonneblinden.
Zuidoostgevel De mezzanino wordt aan de zuidoostzijde gedragen door een viertal pilasters, die in tegenstelling tot de andere gevels voorzien zijn van Ionische kapitelen en basementen, en die de gevel verdelen in de verhouding 1:2:1.
De gevel wordt beheerst door het omstreeks 1875 aangebrachte gepleisterde middenrisaliet, ter breedte van drie vensterassen en beëindigd door hoekpilasters met horizontale groeven. Het middenrisaliet wordt afgesloten door een flauwhellend, op gesneden consoles overkragend zadeldak.
Tegen het middenrisaliet ter hoogte van de bel-etage een halfrond balkon met balustrade, gedragen door twee zuilen met houten omkleding en kunststenen kapitelen. Het balkon is toegankelijk via drie fenêtres à la terre met bovenlicht, waarvan de middelste licht getoogd is. Op de tweede verdieping getoogde fenêtres à la terre, waarvan de middelste is voorzien van een op consoles overkragend balkon.
Op de bel-etage drie fenêtres à la terre met bovenlichten, met een halfrond terras ervoor, dat door het balkon is overdekt. Het geheel is gevat in een rechthoekig terras met een neo-barokke balustrade, die recentelijk zijn aangebracht en als zodanig voor de bescherming van ondergeschikte betekenis zijn. De beide buitenste assen zijn voorzien van T-vensters en zonneblinden. In de mezzanino zijn boven deze vensters oeils-de-boeuf aangebracht.
Noordoostgevel Deze gevel is uitgevoerd conform de zuidwestgevel, met dien verstande dat in het midden van de mezzanino twee tweelichtsvensters zijn aangebracht. In plaats van de vensters op de verdieping zijn blindnissen aangebracht, met in de rechter een luidklokje. Uiterst links en rechts zijn uit de as geplaatste T-vensters met zonneblinden c.q. luiken. In het midden een laag uitgebouwd portaal met de dienstingang. Op de noordhoek van het huis een haakse tuinmuur, die de dienstingang afschermt. Deze muur is aan de zijde van het voorplein voorzien van een zitnis.
Inwendig Het interieur van het buitenhuis is aan de zuidoostzijde qua indeling nog voor een belangrijk deel oorspronkelijk; met dien verstande dat door het verleggen van de hoofdingang van de zijgevel naar het midden van de lange noordwestgevel een andere hal ontstond. De plattegrond wordt doormidden gedeeld door een smalle gang, die in het midden wordt onderbroken door een centrale hal, waar de bordestrap naar de verdieping is geplaatst. De overgang van de twee ganghelften naar de centrale hal wordt geaccentueerd door een rijke gepleisterde boogstelling. Een deel van de hal wordt ingenomen door een omstreeks 1875 aangebrachte bordestrap. Tegenover de ingang bevindt zich nog de oorspronkelijke toegang tot de salon, waarboven nog een deel van de oorspronkelijke uit 1834 daterende stucdecoratie aanwezig is. De rest van de hal is omstreeks 1875 aangepast. De plattegrond wordt in belangrijke mate ook bepaald door de situering van de rechthoekige salon in de as van het huis en over de volledige breedte van het middenrisaliet. Deze salon is ook omstreeks 1875 opnieuw gedecoreerd en voorzien een rijk plafond met een decoratie van Neo-Renaissance en Neo-Barok-elementen.
De rechthoekige salon heeft nog grotendeels haar oorspronkelijke grootte; slechts aan de buitenzijde is ze ter diepte van het middenrisaliet iets vergroot. Via openslaande deuren in de rechterzijwand bereikt men een vierkante kamer, die dezelfde afwerking heeft als de salon. De uitvoering van het stucplafond is iets eenvoudiger en is vrijwel gelijk aan die in de aan de andere zijde van de salon gelegen eetkamer. Deze kamer heeft een schouw in neo-renaissance-stijl. Tegenover de eetkamer is een eenvoudige keuken gesitueerd.
Waardering
Het landhuis is van algemeen belang wegens cultuur- en architectuurhistorische waarde als historisch-functioneel hoofdonderdeel van de buitenplaats Larenberg.
Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
Locatie
Inleiding
HISTORISCHE BUITENPLAATS Larenberg, gelegen op de zuidoostelijke flank van de gelijknamige heuvel, waarvan het hoogste punt (27,75 m.) deel uitmaakt van de parkaanleg. De situering van de buitenplaats Larenberg op de oostelijke flank van de Gooise heuvelrug ten westen van het dorp Laren is enerzijds bepaald door het uitzicht vanuit het huis op het ruim 20 meter lager gelegen dorp Laren en omgeving, anderzijds door de ligging aan de Naarderstraat, de weg van Amsterdam over Naarden naar Amersfoort. De geschiedenis van de buitenplaats gaat terug tot 1833, toen Jhr. Mr. Cornelis Backer (1798-1864) ten noordwesten van het dorp Laren een groot aantal percelen van de Laardereng kocht. Vrijwel op het hoogste deel liet Backer in 1834 het buitenhuis bouwen. Cornelis Backer, lid van een oorspronkelijk Amsterdams geslacht, was geboren en getogen in Groningen. Na een studie rechten en promotie aldaar in 1821 vestigde hij zich als advocaat in het voorvaderlijke Amsterdam, waar hij tot 1850 zou blijven wonen. In 1826 huwde hij met Johanna Brantsen, geboren en getogen op de buitenplaats Zypendaal bij Arnhem. Waarschijnlijk geinspireerd door de grootschalige ontginningen en bebossingsactiviteiten die zijn schoonfamilie in de omgeving van Arnhem ontplooide, meende Cornelis Backer zich niet ver van Amsterdam ook verdienstelijk te kunnen maken met het ontginnen van de nog niet verdeelde uitgestrekte heidevelden van het Gooi. Tot verdeling werd in 1834 besloten, een verdeling die in 1837-1843 tot uitvoering kwam.
Waarschijnlijk met het oogmerk toezicht te houden op de ontginnings- en bosbouwactiviteiten liet Backer, die zijn activiteiten in 1837 onderbracht in de 'Maatschappij tot bevordering der cultuur in Gooiland' waarvan hij zelf directeur was, op de 'Laarderhoogte' aan de Naarderstraat een buitenplaats aanleggen. Voor de bouw van het buitenhuis werd een plek gekozen, die de bekende schrijver Jacob van Lennep in Ferdinand Huyck (1840) met de volgende woorden omschreef: 'Op het hoogste punt van de heuvel gekomen, wendde ik mij even om, ten einde het verrukkelijke landtoneel te beschouwen, het welk men van daar geniet, over het bekoorlijk gelegen Laren, welks kerkspits en daken, thans fonkelden in de gloed der zon'. Een goed beeld van de buitenplaats in het midden van de 19de eeuw geeft de oudste Topografisch Militaire kaart, verkend in 1849/50, en de drie aquarellen die P. J. Lutgers in 1853 van de buitenplaats maakte. Vanwege zijn nieuwe functie van Commisaris van de Koning in Overijssel, waarvoor het wonen in de standplaats Zwolle verplicht was, deed Backer de buitenplaats in 1851 van de hand. Het aanhouden van een buitenplaats in het Gooi zal waarschijnlijk niet lonend zijn geweest, indien de eigenaar er niet zelfdaadwerkelijk woonde.
De buitenplaats werd in de acte omschreven als: '... De Hofstede Larenberg, bestaande in de heerenhuizinge, tuinmanshuis, stalling, bloemenkast, schuur, erf, gazon, moestuin, en daarbij behoorende hout en bouwlanden, benevens de boerderij met hooiberg, schuur, erf en daarbij gelegen weidekamp en omgelegen beplanting en bouwland, als staande en gelegen onder de gemeente Laren..'. In de acte worden verder nog twee beelden en zeven piedestals genoemd. In de tweede helft van de 19de eeuw zou Larenberg regelmatig van eigenaar verwisselen. De eerstvolgende, van 1851-1869, was Jan Eduard baron van Lewe van Aduard (1817-1869). Na zijn overlijden werd het in 1870 verkocht aan George L.Wurfbain. In de verkoopacte worden beelden, broeiramen, jalouziëen en bloempotten genoemd. Wurfbain moet het in 1834 gebouwde landhuis zijn huidige uiterlijk hebben gegeven. Een schilderij in particulier bezit dat de kleinkinderen van Wurfbain aan het gouden bruidspaar hebben aangeboden geeft het huis Larenberg in zijn huidige verschijningsvorm met middenrilasiet en halfrond balkon aan de zuidoostzijde weer. Na Wurfbains overlijden in 1882 lieten diens erfgenamen het veilen. Na korte tijd in bezit te zijn geweest van Franciscus Desmonds (1882-1886), Bok (1886-1891) en Barend Pelentier (1891-1897), kwam het bij een veiling in 1897 in handen van Anton Fredrik Insinger (1844-1920), een van de firmanten van de bank Insinger & Co. aan de Herengracht te Amsterdam. Fredrik Insinger die reeds op middelbare leeftijd was, gebruikte Larenberg vanaf 1898 als vrijwel permanent verblijf. Insinger gaf waarschijnlijk de opdracht voor de vernieuwing van het koetshuis, de bouw van de dienstwoning aan de Naarderstraat en de stal bij de moestuin. Ook het theehuis, ten oosten van het huis, zal in zijn opdracht zijn gebouwd. Vanuit dit theehuis met veranda had men uitzicht op het dorp Laren en omgeving. Een beeld van de buitenplaats in die tijd geven twee grote foto's gemaakt door G.H. Heinen. Insinger heeft tot zijn overlijden in 1920 op Larenberg gewoond. Zijn weduwe, die overleed in 1939, heeft in de jaren '20 van deze eeuw de warme kassen laten bouwen. Na het overlijden van de weduwe Insinger vererfde Larenberg op haar zoon L.A. Insinger (1869-1950), die het op zijn beurt naliet aan zijn enige dochter mevrouw Ines Insinger (1901-1984), gehuwd met Jhr. Mr. Dr. Lodewijk van Asch van Wijck. Aangezien na het overlijden van mevrouw Van Asch van Wijck-Insinger in 1984 de nalatenschap onverdeeld bleef, is Larenberg nu in bezit van de erven Van Asch van Wijck-Insinger.
Omschrijving
Aan de hand van drie aquarellen van P. J. Lutgers (1808-1874) uit 1853 is een beeld te vormen van de oorspronkelijke toestand van huis en park. Op de eerste is het huis vanuit het zuidoosten gezien weergegeven vanaf terzijde, van de Naarderstraat. Hierop ziet men de zuidoost- en zuidwestgevel van het blokvormige landhuis van twee bouwlagen, met mezzanino onder een brede gootlijst, voorzien van een vrij laag afgeknot met leien gedekt schilddak. De mezzanino wordt aan de oostzijde gedragen door een viertal ionische pilasters. De pilasters, echter niet voorzien van kapitelen en basementen, zetten zich voort op de hoeken van de zijgevels. De genoemde verhouding is ook de basis voor de verdeling van de vensters, die op de begane grond bestaan uit fenêtres à la terre, op de verdieping uit zesruitsschuifvensters met verzwaarde middenroede, en in de mezzanino uit brede lage bolkozijnen. Alle vensters waren voorzien van zonneblinden of stores. Het op deze tekeningen weergegeven beeld is in hoofdlijnen nog aanwezig. De imitatievoegen in de teruggelegen vlakken moeten tot het oorspronkelijke ontwerp behoren. De op de aquarel weergegeven noordwestgevel heeft hoekpilasters zonder basementen of kapitelen, die het mezzanino lijken te dragen, zoals nu nog het geval is. Op de verdieping waren geen vensters, in tegenstelling tot de huidige toestand.
Vergelijking met buitenhuizen als Molenbosch in Zeist en het verdwenen Boschlust, beide uit 1836, maakt een toeschrijving van het landhuis aan J.D. Zocher jr. waarschijnlijk, hoewel ook, gezien vergelijking met huis Blikkenburg in Zeist, de naam van K.G. Zocher geenszins mag worden uitgesloten. Ook de aanleg heeft veel kenmerken van het werk van J.D. Zocher jr. hoewel de rol van de stichter, die volgens zijn levensbeschrijving: 'vanaf zijn jeugd liefhebber van tekenen, aanleg van tuinen en bloemen' was, niet moet worden onderschat. De omgrenzing van de historische buitenplaats Larenberg bestaat uit de Naarderstraat, Julianalaan, Leemzeulder en de Paviljoensweg, is kadastraal bekend onder Gemeente Laren, Sectie E, tweede blad, nr. 88, 89, 90 en 376, staat aangegeven op de bij deze registerbeschrijving behorende kaart.
De buitenplaats is samengesteld uit de volgende onderdelen: 1. Hoofdgebouw (Larenberg) 2. Historische parkaanleg 3. Stal- en koetshuis 4. Toegangshek 5. Theehuis 6. Dienstwoning 7. Moestuinmuur 8. Warme kas 9. Schuur 10. Tuinvaas
Waardering
De historische buitenplaats is in cultuurhistorisch opzicht van algemeen belang:
-Larenberg is een goed voorbeeld van een ferme ornée, waarbij een menging van nuts (weilanden) en recreatie aanwezig is.
-Het blokvormig hoofdgebouw, hoogstwaarschijnlijk een werk van J.D. Zocher jr. uit 1834, wat de hoofdvorm, de inwendige structuur en de gevels betreft.
-De historische parkaanleg in landschapsstijl, en toegeschreven aan J.D. Zocher jr. uit het tweede kwart van de 19de eeuw, met een bijzondere ligging van het hoofdgebouw op een van de hoogste punten, met vergezichten over de zuidoostelijk van het huis gelegen weilanden, het dorp Laren en omgeving. Dit vergezicht is door middel van een servituut vastgelegd.
-Het eind-19de-eeuwse koetshuis/paardestal in chaletstijl, typerend voor het eind van de vorige eeuw.
-Het bijzondere theehuis aan de rand van het bovenste weiland in chaletstijl.
Eigenschappen
Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
---|---|---|---|---|
Landhuis | Kastelen, landhuizen en parken | Kasteel, buitenplaats | oorspronkelijke functie | Ja |
Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Naarderstraat | 82 | – | 1251 BH | Laren | – | – | Ja |
Kadastraal perceel | Kadastrale sectie | Kadastraal object | Appartement | Kadastrale gemeente |
---|---|---|---|---|
– | E | 1130 | – | Laren Noord-Holland |
Start | Eind | Notitie | Beschrijving |
---|---|---|---|
1834 | 1834 | – | vervaardiging |
1875 | 1875 | – | verbouwing |
Name | Beroep | Notitie |
---|---|---|
Zocher jr, J.D. ; Noord-Holland | architect / bouwkundige / constructeur | – |