Omschrijving complexonderdeel 1

Het voormalige SPOORWEGSTATION ligt evenwijdig aan de spoorlijn Hilversum-Amersfoort en dwars op de Lt. Gen van Heutszlaan en bestaat uit een hoofdgebouw op rechthoekige plattegrond en telt in hoofdzaak twee bouwlagen onder een samengestelde kap. Een tweetal aanbouwen van één bouwlaag op rechthoekige plattegrond onder zadeldaken bevinden zich aan de zuidzijde van het pand. De meest zuidelijke is van latere bouwdatum. Aan de westijde is het perron aan te treffen. Aan de kopzijde van het station bevindt zich een terrasachtige verhoging met een gietijzeren hek. De gevels van het hoofdgebouw zijn symmetrisch van opzet en indeling. De gevels zijn voorzien van baksteendecoraties als friezen, tandlijsten en ontlastingsbogen. In het metselwerk zijn verschillende kleuren stenen toegepast. De daken zijn gedekt met rode kruispannen. Het hoofdgebouw bestaat uit een risalerend twee lagen hoog middendeel onder een tentdak met pironnen. Ter weerszijden van dit hoofdvolume is een anderhalve laag hoog bouwdeel onder een zadeldak geplaatst. Het zadeldak heeft een nokhoogte die boven de goot van het schilddak van het hoofdvolume uitsteekt. Hierdoor is in het schilddak een steekkapje aangebracht dat iets hoger is dan de aanbouw. Het hoofdgebouw bevatte de reizigers- en personeelsruimten en erboven een dienstwoning. De voorgevel of oostgevel aan de spoorlijn Amsterdam-Amersfoort bestaat een drie traveëen breed risaliet met boven een hardstenen stoep drie openslaande deuren met bovenlichten onder een gietijzeren met leien gedekte kap. In de tweede bouwlaag bevinden zich drie paar vensters gescheiden door muurdammen en versierd met segmentbogen. Dit geveldeel is versierd met uitgekraagd baksteenwerk, lisenen en tandlijsten. Het middendeel van het risaliet is tot dakhuis opgetrokken en bevat twee vensters, gescheiden door een muurdam. Dit dakhuis is afgedekt met een steekkap in de vorm van een zadeldak. De geveldelen ter weerszijden van het risaliet zijn identiek en bevatten twee vensters met boogvelden gescheiden door muurdammen. De gevel erboven is uitgekraagd en voorzien van baksteendecoraties. Het dakschild is opgelicht ten behoeve van een dakhuis met openslaande deuren. De opzet en indeling van de westgevel is bijna identiek aan die van de oostgevel. De begane grond bevat echter openslaande deuren in de nevenvolumes en één paar openslaande deuren in het hoofdvolume, geflankeerd door vensters. Tegen de eerste bouwlaag is over de volle breedte een aflopende perronkap geplaatst met een geknikte, omhoog lopende luifel. De zijkanten van de perronkap bevatten glas-in-lood vensters. De gevel telt drie traveëen met openslaande deuren in de eerste bouwlaag. De tweede bouwlaag bevat drie vensters gescheiden door muurdammen met twee kleinere vensters gescheiden door muurdammen ter weerszijden daarvan. In de top zijn verticale houten delen aangebracht. Tegen de zuidgevel is een aanbouw geplaatst onde een zadeldak, dat een goederenloods huisvestte. Aan de perronzijde steekt de kap over. Aan de oostzijde is het dak opgelicht ten behoeve van recente vensters die op de plaats zitten van een dubbele deur. De hellingbaan ervoor is niet oorspronkelijk. Hier bevond zich een laadperron. In het verlengde van de aanbouw is later een tweede aanbouw gezet, die dienst deed als toiletgebouw. Deze aanbouw is boven een trasraam opgetrokken in vakwerk en voorzien van houten detailleringen. Het interieur heeft nog een aantal originele elementen zoals de bewerkte en beschilderde balkenplafonds, wandschilderingen en een natuurstenen schouw in Art Nouveaustijl.

Waardering complexonderdeel 1

Het station is van cultuurhistorische waarde vanwege de voormalige functie en de ontwikkeling van een locaal spoorlijnennet. Het is voorts van architectuurhistorisch belang vanwege de gaafheid van het bouwtype, de detailleringen en de plaats in het oeuvre van architect J.F. Klinkhamer. Het object is van ensemblewaarde in relatie tot de spoorlijn, het Baarnse bos en de villawijk Prins Hendrikpark.