Grote Haven 10, Haastrecht
Inleiding
In 1877 gebouwde PASTORIE, behorend bij de reeds van rijkswege beschermde St. Barnabaskerk uit 1853-1854 (mon.nr. 19921), is gebouwd in de traditie van de Neo-Renaissance. De architect is onbekend. Als bouwpastor trad W. Putman op. Tot die tijd werd een pastorie gebruikt, die behoorde bij een kapel aan de Hoogstraat 98.
Een verbouwing in 1939, waarbij o.a. de bedsteden zijn verwijderd, heeft geen afbreuk aan gedaan aan de oorspronkelijke hoofdindeling van het pand.
Vermeldenswaard zijn ondermeer het trappenhuis met bordessen en lichtkap en in de grote kamer de schouw en het stucplafond met 'cornu copia'-motief.
Ten noorden van het huis is sprake van enige tuinaanleg met diverse soorten heesters en loofbomen, terwijl voor het huis, als uitloper van het plein voor de kerk, het erf belegd is met grind. Links voor het huis staat een monumentale rode beuk. Aan de noordzijde is een kleine formele tuin aangelegd, met aan een klein gazon een Heilig Hartbeeld uit 1927, geflankeerd door twee tuinvazen, een geschenk van de parochianen aan pastoor A. Waterreus, ter gelegenheid van diens 12,5 jarig jubileum als pastoor van de Barnabasparochie.
Omschrijving
Gedeeltelijk onderkelderde pastorie, bestaande uit twee bouwlagen, heeft een symmetrisch opgezette rechthoekige bouwmassa onder een omgaand schilddak met mansardekap, is bekleed met leien in maasdekking en bekroond met twee schoorstenen. De hoekkepers zijn belegd met lood. De gevels, opgetrokken uit grauwe baksteen in fijn gevoegd kruisverband (knipvoeg), hebben onder een rollaag een iets uitkragende gemetseld trasraam, met uitzondering van de voorgevel. Stoep, voorgevelplint, lekdorpels en waterlijst zijn van hardsteen, terwijl de gootlijst van hout is. Alle gevels worden afgesloten door een rondom doorlopend hoofdgestel met consoles ter plaatste van de pilasters, die op de hoeken extra geaccentueerd worden door een bekroning met een klein driehoekig fronton. De meeste vensters zijn uitgevoerd als schuiframen met roedenverdeling onder segmentboogvormige ontlastingsbogen. In de voorgevel zijn deze verlevendigd met wit gepleisterde aanzet- en sluitstenen. Wit geschilderd pleisterwerk is tevens toegepast voor fries, cordonlijsten en consoles. De entreepartij heeft een rondboog met gepleisterde sluitsteen.
De symmetrisch ingedeelde, vijf venstereenheden brede voorgevel (west) is een lijstgevel met pilasters op de hoeken en aan weerszijden van de middenpartij, waar zich de hoofdentree bevindt. Tussen de begane grond en verdieping is de gevel horizontaal geleed door een wit gepleisterde gecorniste cordonlijst.
De entree, toegankelijk middels een door muurtjes geflankeerde stoep van twee treden en een bordes, is een paneeldeur met rondboogvormig tweeruits bovenlicht. Erboven is een op consoles rustend Frans balkon toegankelijk via een tweeruits beglaasde dubbele deur met tweeruits bovenlicht. Op de zolderverdieping wordt de middenpartij tevens geaccentueerd door een dakkapel met dubbel tweeruitsraam (oorspronkelijk bekroond met een driehoekig fronton).
Aan weerzijden van de middenpartij bevinden zich twee vensters, waarvan de lekdorpels met elkaar verbonden zijn als een over de gevel doorlopende waterlijst. Op de begane grond zijn achtruits- en op de verdieping zijn zesruitsschuiframen geplaatst.
De vijf venstereenheden brede achtergevel (oost) heeft een vergelijkbare symmetrische indeling als de voorgevel, maar is soberder van opzet. De begane grond en verdieping worden van elkaar gescheiden door een gecorniste geprofileerde cordonlijst. De hardstenen stoep naar de entree in het midden heeft vier treden; de oorspronkelijke deur is voorzien van een beplating. Links ervan onder een strek een keldervenster voor een lichtkolk.
De beide zijgevels hebben, als voortzetting van de voor- en achtergevel, pilasters op de hoeken. De linker langsgevel (noord) heeft in de middenas op de begane grond een ingebroken venster en erboven, op de verdieping, een oorspronkelijk zesruitsschuifraam onder een strek.
De rechter langsgevel (zuid) heeft aan de oostzijde op de begane grond een vier- en op de verdieping een smal segmentboogvormig schuifraam met respectievelijk vier- en drieruitsroedenverdeling. Rechts daarvan een uit de bouwtijd stammende kleine rechthoekig uitbouw onder een plat dak met overstekende gootlijst, oorspronkelijk bestemd als kluisruimte. De drie gevels, elk voorzien van een rechthoekig spaarveld, hebben hoeklisenen. Uiterst rechts zijn kerk en pastorie met elkaar verbonden door een naar achter toe uitgebouwd tussenlid onder een plat dak. Aan de voorzijde (west) wordt een liseen in de middenas, als onderbrekeing van de gootlijst, bekroond door een driehoekig fronton. Links ervan bevindt zich een licht getoogde deur en rechts een licht getoogd vierruits raam. De achtergevel (oost) heeft een beglaasde deur met rechts daarvan een zesruitsschuifraam. De noordelijke zijgevel is blind.
Het interieur heeft grotendeels de oorspronkelijke indeling met ondermeer een met marmer belegde hal, een tochtportaal, voorzien van geëts glas met o.a.
'cornu copia-motief (hoorn des overvloeds) en de tekst 'PAX'. Het trappenhuis, met twee armen en een bordes, wordt verlicht door een daklicht met gekleurd kathedraal glas. De grote achterkamer heeft een zwart marmeren schouw en een rijk stucplafond, waarin eveneens het 'cornu copia'-motief voorkomt.
Waardering
De pastorie van de St. Barnabaskerk is cultuurhistorisch van algemeen belang als vroeg voorbeeld uit de hausse in katholieke Neo-gotische kerkbouw, zoals die opgang kwam na het herstel van de Bischoppelijke Hiërarchie in 1853.
De pastorie is architectuurhistorisch van algemeen belang vanwege de Neo- Rennaisancistische bouwstijl uit het vierde kwart uit de 19de eeuw, behorend bij een kenmerkend R.K. complex uit het oeuvre van de architect W.J. van Vogelpoel, en als zodanig een belangrijke stroming vertegenwoordigend in de ontwikkeling van de Roomskatholieke bouwkunst in Nederland. De pastorie is vrij gaaf in hoofdvorm, materiaalgebruik en detaillering, zowel uit- als inwendig.
De pastorie is beeldbepalend gesitueerd aan de Grote Haven, even buiten het oude dorpscentrum van Haastrecht. Het bezit door de vrij ligging en door de onderlinge ruimtelijke en functionele samenhang van met de overige complexonderdelen hoge ensemblewaarde .
Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
Locatie
Inleiding
Kort voor het herstel van de Bisschoppelijke Hiërarchie in 1853 kreeg de St.
Barnabasparochie in 1851, ten tijde van bouwpastor Brouwer, toestemming om, voor de relatief grote Rooms-Katholieke gemeenschap, de toenmalige 17de- eeuwse schuurkerk te vervangen door nieuwbouw. Op dezelfde locatie werd in 1853-1854 een nieuwe parochiekerk in Waterstaatstijl gebouwd naar een ontwerp van de Utrechtse architect W.J. van Vogelpoel (1823-1879). Het is een laat voorbeeld van Neo-Classicistische kerkarchitectuur. Bovendien neemt het ontwerp een bijzondere plaats in binnen het oeuvre van Van Vogelpoel, die verder vooral kerken heeft ontworpen in Stucadoorsgotiek. De kerk is van rijkswege een beschermd monument (mon.nr. 19921). Tot het KERKCOMPLEX behoren tevens een PASTORIE uit 1877, gebouwd in de traditie van de Neo-Renaissance, een HEKWERK en een houten BAARHUISJE uit het laatste kwart van de 19de eeuw in een Ambachtelijke-traditionele bouwtrant.
Dit laatste staat op de in 1825 aangelegde begraafplaats, welke verder voor bescherming van ondergeschikt belang is. Ook de huidige kosterswoning uit het begin van de 20ste eeuw, die het oorspronkelijke door Van Vogelpoel ontworpen exemplaar uit 1853 vervangt, valt buiten de bescherming van rijkswege. Het baarhuisje uit 1864 stond oorspronkelijk bij de ingang van het kerkhof, maar is sindsdien verplaatst naar de uiterste zuidoosthoek van het kerkhof.
Tot het complex behoorde ook het in 1903 gebouwde St. Catharinagesticht, een kloostergebouw met lagere school, welke ten behoeve van de verbreding van de provinciale weg in de jaren '70 is gesloopt.
Op 10 juli 1853 vond de openbare aanbesteding plaats van de kerk, die werd gegund aan de aannemer D. van Kent uit Utrecht. In 1854 kon de nieuwe kerk worden ingezegend door de Deken van Rotterdam. Op 10 juni 1855 consacreerde Mgr. Van Vree, Bisschop van Haarlem, de kerk. Diverse restauraties hebben plaatsgevonden, waaronder in 1887, 1950, 1966 en laatstelijk in 199. (?). In 1927 werden biechtstoelen en een doopkapel aangebouwd. Vermeldenswaard in het kerkinterieur is, behalve het rijke 17de- en 18de-eeuwse kerkzilver o.a. het orgel van Stulting en Maarschalkerweer uit 1845 van belang.
Omschrijving
Het kerkcomplex ligt de zuidoostelijke rand van de oude dorpskern, op een vrij grote, enigszins rechthoekige kavel tussen de Grote Haven z.z. en de Hooge Boezem. Aan de zuidzijde ligt de kerk met de hoofdfaçade iets schuin gericht naar de Grote Haven z.z.. Het koor is nagenoeg naar het oosten gericht. Parallel aan de kerk ligt ten noorden ervan de pastorie met de rooilijn verder naar de weg toe. Doordat de pastorie met een tussenlid met de kerk is verbonden is voor de kerk een voorplein ontstaan. Ten noorden van de pastorie staat in de tuin een Heilig Hartbeeld (1927) met twee tuinvazen.
Het terrein wordt van de weg gescheiden door een ijzeren toegangshek. Aan de oostzijde ligt achter de conistorie van de kerk de begraafplaats, die langs de zuidzijde van de kerk toegankelijk is. In de zuidoosthoek staat het baarhuisje met de nokrichting evenwijdig aan de kerk.
Waardering
Het kerkelijke complex St. Barnabas is cultuurhistorisch van algemeen belang als vroeg voorbeeld uit de hausse in katholieke Neo-gotische kerkbouw, zoals die opgang kwam na het herstel van de Bischoppelijke Hiërarchie in 1853.
Het complex is architectuurhistorisch van algemeen belang als laat voorbeeld van de Waterstaatstijl uit het derde kwart van de 19de eeuw en vanwege de plaats, die het daarbij inneemt binnen het oeuvre van de architect W.J. van Vogelpoel. De complexonderdelen zijn vrij gaaf in hoofdvorm, materiaalgebruik en detaillering, zowel uit- als inwendig.
Het kerkelijke complex is beeldbepalend gesitueerd aan de Grote Haven, even buiten het oude dorpscentrum van Haastrecht. Het bezit door de vrije ligging en door de onderlinge ruimtelijke en functionele samenhang van de monumentale complexonderdelen een hoge ensemblewaarde .
Eigenschappen
Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
---|---|---|---|---|
Pastorie(F) | Religieuze gebouwen | Kerkelijke dienstwoning | oorspronkelijke functie | Ja |
Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Grote Haven | 10 | – | 2851 BM | Haastrecht | – | – | Ja |
Kadastraal perceel | Kadastrale sectie | Kadastraal object | Appartement | Kadastrale gemeente |
---|---|---|---|---|
– | B | 4070 | – | Haastrecht |
Start | Eind | Notitie | Beschrijving |
---|---|---|---|
1877 | 1877 | – | vervaardiging |