Stationsweg 18, Soest
Omschrijving
Een evenwijdig langs de spoorlijn Den Dolder - Baarn gelegen stationsgebouw uit 1897. Het station heeft een rechthoekige plattegond en bestaat uit twee bouwlagen onder een met rode kruispannen gedekt samengesteld zadeldak. Op de nokuiteinden zijn zinken pirons bevestigd. In de dakschilden bevinden zich dakkapellen die worden gedekt door zinken wolfdaken en pirons. De gevels zijn in rode baksteen opgetrokken en versierd met horizontale banden en getoogde strekken met geel verblendsteen. De gevels zijn voorzien van een uitkragende plint die door een band van afgeschuinde rode verblendsteen wordt afgesloten. Tussen de eerste en tweede bouwlaag bevindt zich een nagenoeg omgaande band met siermetselwerk van gele en rode baksteen. De band is aan de bovenzijde afgesloten met een afgeschuinde waterlijst. Onder de daklijst van de topgevels is een geprofileerd trapfries aangebracht, waarvan de aanzetten zijn geaccentueerd met gele steen. In de gevels zijn getoogde vensters gezet in een aantal gevallen voorzien van een natuurstenen onderdorpel. De bovenlichten hebben een verticale roedenindeling gekregen. De boogtrommels hebben siermetslewerk in visgraatmotief. De oost- of voorgevel (straatzijde) heeft een asymmetrische indeling van drie traveeën met op de buitenste travee een topgevelpartij met lichte voorsprong. De rechter topgevel is breder. Op de begane grond bevinden zich hier twee getoogde tweelichts vensters. In de tweede bouwlaag is een enigszins verdiept in de gevel geplaatst, getoogd drielichtsvenster, dat is voorzien van gemetselde stijlen en een afgeschuinde, gemetselde onderdorpel. Onder de dichtgezette top bevindt zich een drielichtsvenster met gemetselde stijlen. De linker topgevel heeft in de eerste bouwlaag een paneeldeur, die bereikt kan worden via een trap van vier treden. Oorspronkelijk was dit de toegang tot de dienstwoning op de verdieping. In de verdieping bevinden zich twee smalle trapvensters en onder de dichtgezette top een tweelichtsvenster. De middentravee heeft links een paneeldeur en rechts een dubbele deur met grote ramen. Laatstgenoemde deur was oorspronkelijk de hoofdtoegang en leidde naar het loket en wachtzaal. Beide deuren bevinden zich onder een roevendak dat op drie punten wordt ondersteund door schoren. In de verdieping bevinden zich twee tweelichts vensters met muurdammen. De eenlaags loodsaanbouw tegen de linker zijgevel uit 1922 heeft aan de straatzijde een forse getoogde doorgang met bovenlicht, die aan de binnenzijde met een nog bestaande schuifdeur dichtgezet kan worden. De opening is thans met glas dichtgezet.
De westgevel (stationszijde) heeft een symmetrische indeling van drie traveeën, waarvan de middelste travee een voorsprong heeft en eindigt als topgevel. Voor de gevel is een lessenaarsdak gezet (oorspronkelijk een roevendak), gesteund door zeven achtkantige, houten pijlers en gesneden schoren in spitsboogvorm. De schoren aan de muurzijde rusten op natuurstenen aanzetten.
De middentravee heeft in de eerste bouwlaag een deur met getoogd bovenlicht (rechts) en een schuifvenster. In de verdieping bevindt zich een gewijzigd drielichts venster. De boogtrommel is nieuw gemetseld. In de top bevindt zich een drielichts venster met gemetselde stijlen. Zowel links als rechts van de topgevel heeft de gevel twee dubbele deuren en in de verdieping een tweelichts venster. De dubbele deuren zijn rechts vervangen door een raam. Het tweelichtsvenster in de verdieping links is gewijzigd. Het rechter licht is hier veranderd in een deur.
De loodsaanbouw heeft aan deze zijde dezelfde gevelindeling als aan de straatzijde.
De rechter zijgevel (noorden) heeft in de eerste bouwlaag twee tweelichts vensters en in de verdieping links een klein draaivenster.
Waardering
Het station uit 1897 met aangebouwde goederenloods uit 1922 is van algemeen belang vanwege de architectuurhistorische waarde als gaaf bewaard en herkenbaar voorbeeld van een stationsgebouw met neo-renaissancekenmerken, alsmede als onderdeel van het oeuvre van architect J.F. Klinkhamer. Het pand is tevens van cultuurhistorische waarde in de ontwikkelingsgeschiedenis van Soest en de spoorlijn Den Dolder - Baarn. Tevens van ensemblewaarde in relatie tot deze spoorlijn en de bijbehorende goederenloods.
Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
Locatie
Inleiding
Met de aanleg van de spoorbaan Den Dolder-Baarn door de Utrechtse Lokaal Spoorweg Maatschappij in 1896 werden langs het baanvak in de gemeente Soest een tweetal stations gebouwd: Soest en Soestdijk. Beide stations zijn gebouwd naar ontwerp van J.F. Klinkhamer. Het STATION is gebouwd in 1897 en werd voorzien van een vrijstaande GOEDERENLOODS. Aan de zuidzijde van het station werd in 1922 een aanbouw gezet, die eveneens als goederenloods dienst ging doen. Het complex is opgetrokken met kenmerken van de neorenaissancce- en chaletstijl. Het station heeft sinds 1977 een woon- en kantoorfunctie ten behoeve waarvan enkele wijzigingen van ondergeschikt belang hebben plaatsgevonden. Het perron is samen met de spoorlijn nog steeds in gebruik voor personenvervoer.
Omschrijving
Het complex is gelegen aan de oostzijde van de spoorlijn Baarn-Den Dolder in de gemeente Soest en omvat de volgende complexonderdelen:
1. Stationsgebouw uit 1897 met goederenloods uit 1922
2. Goederenloods uit 1897
De vrijstaande goederenloods staat haaks op het ten noorden ervan gelegen stationsgebouw.
Waardering
Het stationsgebouw met goederenloodsen is van algemeen belang vanwege de cultuur- en architectuurhistorische waarde als gaaf en herkenbaar voorbeeld van een stationsgebouw met neorenaissance- en chaletstijlkenmerken uit het eind van de 19de eeuw, alsmede als onderdeel van het oeuvre van architect J.F. Klinkhamer. Het pand is tevens van belang voor de ontwikkelingsgeschiedenis van Soest en de spoorlijn Den Dolder-Baarn, in het bijzonder in relatie met station Soestdijk, dat eveneens door Klinkhamer is ontworpen. Tevens heeft het complex situationele waarde door de ruimtelijke en functionele relatie met de spoorlijn en het perron.
Eigenschappen
Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
---|---|---|---|---|
Goederenloods | Handelsgebouwen, opslag- en transportgebouwen | Opslag | oorspronkelijke functie | – |
Stationsgebouw | Handelsgebouwen, opslag- en transportgebouwen | Transport | oorspronkelijke functie | Ja |
Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Stationsweg | 18 | – | 3764 CJ | Soest | – | – | Ja |
Kadastraal perceel | Kadastrale sectie | Kadastraal object | Appartement | Kadastrale gemeente |
---|---|---|---|---|
– | K | 5931 | – | Soest |
Start | Eind | Notitie | Beschrijving |
---|---|---|---|
1897 | 1897 | – | vervaardiging |
1922 | 1922 | – | verbouwing |
Name | Beroep | Notitie |
---|---|---|
Klinkhamer, Jacob F. ; Utrecht | architect / bouwkundige / constructeur | – |