Inleiding

De Amsterdamse tandarts W. Romein gaf in 1913 aan de Amsterdamse architect J.C. van Epen de opdracht een WOONHUIS, type villa te bouwen langs de Amersfoortsestraat te Soest. Van Epen bouwde in Amsterdam voornamelijk woonhuizen in de Amsterdamse Schoolstijl, maar voor zijn landhuizen koos hij vaak een meer landelijke, traditionele stijl.

De villa is gebouwd op een aarden en deels OMMUURDE VERHOGING. In het ontwerp is de muur niet getekend. Voor de villa ligt aan weerszijden van de oprijlaan een verdiepte, thans verwilderde tuin, in oorsprong aangelegd in de Nieuwe Architectonische stijl met gemetselde trappen en waterbassins.

Omschrijving

Een op enige afstand van de Amersfoortsestraat gelegen vrijstaande, deels onderkelderde, villa op rechthoekige plattegrond van twee bouwlagen onder een met Hollandse pannen gedekt samengesteld, uitzwenkend schilddak met overstek, waarop aan de voorzijde een dakkapel in Serlianavorm is gezet. Op de nok is een klokkenstoel geplaatst. De villa ligt op een aarden, deels ommuurde verhoging en is aan de voor- en rechter zijgevel door een bordes omringd. De muur is op regelmatige afstand voorzien van afgeschuinde contraforten. Het bordes is via een gemetselde trap aan de voorzijde te betreden. Aan de linkerzijde bevindt zich een tweede, maar kleinere trap. De in baksteen uitgevoerde gevels zijn voornamelijk voorzien van enkele en gekoppelde houten vensters met bovenlichten onder strekken. De zuid- of voorgevel heeft een asymmetrische indeling en is vier traveëen breed. Op de tweede travee van links bevindt zich een rondboogvormige ingangspartij. Links van de ingang is een vijfruitsvenster geplaatst. Ter rechterzijde van de ingangspartij bevindt zich een vijfzijdige erker over twee bouwlagen onder een steekkap met gelijke voet. In de tweede bouwlaag van de erker is een loggia die door middel van een rondbogen is opengewerkt en heeft een gemetselde balustrade. Rechts van de erker bevindt zich een overdekte veranda die met twee gekoppelde rondbogen is opengewerkt. De lange zijde van de veranda loopt langs de rechter zijgevel. Boven de veranda bevindt zich een balkon met gemetselde balustrade. Twee deuren geven toegang tot het balkon. De rechter zijgevel met de veranda heeft rechts een uitbouw van wat oorspronkelijk de bijkeuken is geweest. De achtergevel kenmerkt zich door onregelmatige ventserplaatsing en een smal risaliet van drie bouwlagen in de middenas. De risaliet, ten behoeve van het trappenhuis, wordt door een steekkap met hogere dakvoet en lagere nok bekroond en heeft vlechtingen onder de dakranden. De linker zijgevel is twee traveëen breed en heeft links een vijfzijdige erker over twee bouwlagen, conform de erker in de voorgevel.

De plattegrondindeling verkeert nagenoeg in de oorspronkelijke staat. De belangrijkste interieurelementen zijn de houten paneellambrizering in de diverse ruimten op de begane grond en de originele paneeldeuren.

Waardering

Woonhuis naar ontwerp van architect J.C. van Epen is van algemeen belang vanwege de cultuur- en architectuurhistorische waarde als voorbeeld van een vroege-twintigste-eeuwse villa in een landelijke, traditionele stijl uit de jaren '10 van de 20ste eeuw, alsmede als onderdeel in het oeuvre van de architect. De villa is gaaf wat betreft hoofdvorm, materiaalgebruik en detaillering van het exterieur en het interieur. Tevens heeft de villa situationele waarde vanwege de verhoogde ligging in relatie met de bouwkundige elementen die behoren bij de oorspronkelijke tuinaanleg in de Nieuwe Architectonische Tuinstijl.