Inleiding

KOETSHUIS-DIENSTWONING, gebouwd in 1891 in opdracht van A. Prinzen.

De architect was J.W. van der Putten. Het pand werd als dienstwoning gebouwd bij de fabrikantenwoning aan de Markt 213.

Omschrijving

Het eenlaagse pand met drie vensterassen grenst links aan het pand Markt 213, de rechtergevel staat vrij. Het schilddak is voorzien van leien in rensdekking.

De gevel is opgetrokken uit bruine machinale baksteen en is geleed door middel van hoekpilasters en een rondboogfries met siermetselwerk. De gevel bezit verder natuurstenen speklagen. Links een venster, in het midden bevat de voorgevel brede vleugeldeuren in donkergroene tint, met aan de zijden schampstenen. In het bovenpaneel enig sierijzerwerk. Rechts de voordeur van het woongedeelte, bereikbaar via drie treden. De risalerende middentrapgevel wordt geflankeerd door dakkapellen met bolpiron. De pinakel in het midden wordt gesteund door consoles met bladmotief. De bekroning bestaat uit een obelisk. Naast de rechtergevel bevindt zich een hoge bakstenen muur onder ezelsrugafdekking. Een raam in de rechtergevel is dichtgemetseld.

Waardering

Het voormalige koetshuis met dienstwoning is van algemeen belang. Het heeft cultuurhistorisch belang als vertgenwoordiger van de sociaal-economische ontwikkeling, in het bijzonder de stedelijke schaalvergroting door de bouw van rijk gedetailleerde herenhuizen voor fabrikanten. Het heeft architectuurhistorisch belang door de rijk gedetailleerde Neo-Renaissancegevels en is van belang als voorbeeld van het werk van J.W. van der Putten. Het heeft ensemblewaarden in samenhang met het pand Markt 213. Het is uitwendig gaaf bewaard gebleven.