Omschrijving

Inleiding

Visserstraat 16, voorheen bekend als 'Warenborgh' en 'Huijs van Montes', vormde van oudsher samen met Visserstraat 18 een fors pand met een kern van omstreeks 1490. Het laatmiddeleeuwse pand werd gebouwd als woonhuis voor Korolus Oudaert, deken van het kapittel van Breda, en bezat een religieuze wandschildering uit de zestiende eeuw. Deze schildering is thans in de collectie van het Breda's Museum opgenomen. Het pand werd verbouwd en uitgebreid in de zeventiende en achttiende eeuw. In de negentiende eeuw werd het gesplitst in twee woningen waarbij het rechter deel Visserstraat 16 en het linker deel Visserstraat 18 werd. Bij de splitsing werd Visserstraat 16 van een neoclassicistische gevel en een nieuwe indeling voorzien. In 1923 en 1948 werd het pand nogmaals intern gewijzigd. In 1952 werd aan de voorzijde een brede dakkapel geplaatst. Aan de achterzijde werd de kapvoet gewijzigd.

Omschrijving

Het twee bouwlagen hoge pand bezit een samengestelde plattegrond. Het hoofdvolume bevindt zich evenwijdig aan de straat en wordt bekroond door een schilddak dat doorloopt boven Visserstraat 18. Ten zuiden en oosten van het volume bevinden zich later aangebouwde volumina onder verschillende daken. De gepleisterde voorgevel in classicistische stijl is vijf traveeën breed. Op de begane grond is een centrale ingang met fijngesneden deuren opgenomen met T-vensters aan weerszijden. Op de eerste verdieping zijn in het midden openslaande deuren met een rijk gedecoreerd balkon opgenomen. Deze worden geflankeerd door T-vensters. De gevel is verder voorzien een natuurstenen plint, een gebosseerde afwerking, gestucte ornamenten en een geprofileerde kroonlijst. Op het dakschild boven de voorgevel bevindt zich een brede dakkapel. De achtergevel van het pand is vier traveeën breed en wordt beëindigd door een geprofileerde lijst met consoles. De gevel wordt op de begane grond aan het zicht onttrokken door een moderne aanbouw. Daarboven is de achtergevel voorzien van vier vensters uit de negentiende en twintigste eeuw. Het linker geveldeel is verhoogd en voorzien van een deur en venster. Het pand bezit een negentiende-eeuwse kelder met troggewelven. Op de begane grond zijn onder meer een gang en trap het vermelden waard vanwege de afwerking in classicistische stijl. Op de eerste verdieping is onder meer de samengestelde balklaag met kopschotjes noemenswaardig. De Oudhollandse kap boven het hoofdvolume bestaat uit vijftiende-eeuwse eiken jukspanten met kromme spantbenen, korbeels, windverbanden en een nokgording. De andere kappen zijn opgetrokken uit grenenhout en bezitten rechte spantbenen.

Waardering

Het pand is van algemeen belang:

- het object heeft architectuurhistorische waarde vanwege de ouderdom, de toegepaste constructietechniek, de detaillering en bewaard gebleven interieurelementen;

- het object heeft bouwhistorische en zeldzaamheidswaarde als zeer vroeg voorbeeld van een Oudhollandse kap mét nokgording;

- het object heeft cultuurhistorische waarde vanwege de oorspronkelijke functie als voornaam woonhuis van het Bredase kapittel.