Gronausestraat 309, Losser
Omschrijving
Rechthoekig KETELHUIS met KOLENBUNKER, IJZEROPSLAG, POMPENLOKALEN en SMEDERIJ uit 1926-'28. Het onderkelderde ketelhuis is opgetrokken in rode machinale baksteen. Het zadeldak is gedekt met grijze Hollandse pannen. De voorgevel (Z) is voorzien van drie gevelvelden die onder de dakaanzet door een klimmend keperboogfries worden afgesloten. De gevel heeft een granieten top en schouderstukken. De entree in het linker, risalerende deel van de voorgevel is binnen een granieten omlijsting met een gekruld fronton geplaatst. De toegang is bereikbaar via een gemetselde trap met ijzeren balustrade. De in rode baksteen opgetrokken KOLENBUNKER die aan de rechterzijde van het ketelhuis staat, is aan de voorzijde hoog en smal opgetrokken met een plat dak en heeft een betonnen draagconstructie met vullingen van baksteen. De voorgevel kraagt vanaf de tweede verdieping uit en wordt ondersteund door betonnen consoles. De vier traveeën op de begane grond zijn voorzien van zestienruits vensters met daarboven achtruits vensters, gescheiden door een betonnen latei en een gemetselde borstwering. De bovenzijde van de bunker wordt rondom afgesloten met een strook van steeds twee vensters onder een iets uitkragende, betonnen daklijst. De entree van de bunker bevindt zich in de smalle zijgevel (O). Het interieur van de kolenbunker verkeert nog in originele staat. In het interieur bevinden zich ondermeer de lift om de kolen tot bovenin de bunker te transporteren, de drie betonnen silo's, en de transportband. Achter de kolenbunker ligt de IJZEROPSLAG, een één verdieping hoog bouwdeel op eveneens rechthoekige grondslag, voorzien van een door stalen spanten gedragen mansarde kap. Achter de ijzeropslag liggen de POMPENLOKALEN, beide delen zijn drie bouwlagen hoog. Het tegen de ijzeropslag grenzende deel is voorzien van een zadeldak en het hoge zuidwestelijke deel van een licht hellend lessenaardak. In de meest zuidwestelijke hoe van het gebouw ligt de transformatorruimte. De gevels van alle bouwdelen zijn voorzien van entrees en raampartijen met verschillende groottes en indelingen, het merendeel van de vensters is geplaatst tussen wit geschilderde betonnen boven- en onderdorpels. De roedenverdelingen zijn eveneens wit geschilderd. Het zuidwestelijk gelegen pompenlokaal heeft blinde gevels.
Waardering
Voormalig KETELHUIS met KOLENBUNKER, IJZEROPSLAG, POMPENLOKALEN en SMEDERIJ is van algemeen architectuurhistorische en stedebouwkundige waarde vanwege:
- de gaafheid
- het geheel gave binnenwerk van de kolenopslag
- de vroeg 20e-eeuwse constructie van de kolenbunker in gewapend beton
- de functioneel-typologische zeldzaamheid
- de functionele en ruimtelijke relatie met de andere onderdelen van het fabriekscomplex
Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
Locatie
Inleiding
Op 29 december 1926 werd de textielfabriek "L. van Heek & Zn. N.V." opgericht door Ludwig van Heek en zijn zoon H.J.P. van Heek uit Enschede. De architect A. Beltman maakte de ontwerpen voor het fabriekscomplex dat in 1928 in gebruik werd genomen. Gefabriceerd werden weefgarens, tricotagegarens en verbandgaas.
De textielfabriek staat buiten de bebouwde kom van Losser op een industrieterrein. Het complex heeft het karakter van een fabrieksstraat met aan weerszijden industriële bebouwing. Dergelijke fabrieksstraten waren op textielcomplexen ooit gemeengoed, maar zijn nu zeldzaam geworden. Het PRODUCTIEGEBOUW ligt op het noordwestelijke terreingedeelte. De bescherming betreft het gedeelte bestaande uit drie bouwlagen inclusief de watertoren. Oostelijk van het productiegebouw staat het voormalige KETELHUIS met KOLENBUNKER, IJZEROPSLAG, POMPENLOKALEN en SMEDERIJ. Achter het ketelhuis rijst de SCHOORSTEENPIJP op. Achter de schoorsteen bevindt zich een bij dit type fabriekscomplexen behorend waterreservoir.
Waardering
Fabriekscomplex, bestaande uit een deel van het productiegebouw, het ketelhuis met kolenbunker, ijzeropslag, pompenlokalen en smederij en de schoorsteenpijp van algemeen cultuur-, architectuurhistorisch en stedenbouwkundig belang als:
- representant uit de grote bloeiperiode van de Twentse textielindustrie tussen de eerste wereldoorlog en de wereldcrisis van de jaren dertig
- een van de weinige bewaard gebleven industriële ensembles in Twente
- voorbeeld van industriële architectuur uit het eerste kwart van deze eeuw, gebaseerd op de utiliteitsbouw uit deze periode
- een van de weinige nog goed bewaard gebleven vestigingen van het toonaangevende concern Van Heek
- beeldbepalend complex, ruimtelijk markant gelegen buiten de dorpskern.
Eigenschappen
Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
---|---|---|---|---|
Ketelhuis | Boerderijen, molens en bedrijven | Industrie | oorspronkelijke functie | Ja |
Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Gronausestraat | 309 | – | 7581 CV | Losser | – | BY | Ja |
Kadastraal perceel | Kadastrale sectie | Kadastraal object | Appartement | Kadastrale gemeente |
---|---|---|---|---|
– | I | 8958 | – | Losser |
Start | Eind | Notitie | Beschrijving |
---|---|---|---|
1926 | 1928 | – | vervaardiging |
Name | Beroep | Notitie |
---|---|---|
Beltman, A. ; Overijssel | architect / bouwkundige / constructeur | – |