Kerkbuurt 22, Wergea
Inleiding
De PASTORIE in Eclectische trant is gebouwd tussen 1860 en 1862, gelijktijdige met de kerk; zij is ermee verbonden door een tussenlid, vermoedelijk vroeger een koetshuis. Het ontwerp van de pastorie is mogelijk van H.J. Wennekers, broer van de pastoor. Het grondwerk voor de pastorie werd uitgevoerd door G.A. Heidstra uit Heerenveen terwijl Joh. Arends uit Dronrijp de aannemer van de bouw van de pastorie was. Wegens voortijdig overlijden van de laatstgenoemde werd de bouw voltooid door een aannemer uit Marssum. Aan de zuidzijde van de pastorie is een gemetselde TUINMUUR met porte-brisée naar de ruime pastorietuin. In 1939 is de kerk gerestaureerd en mogelijkerwijs werden pastorie en tussenlid omstreeks 1950 verbouwd. De pastorie werd aan de achterzijde voorzien van grote vensterramen en het tussenlid werd vergroot en voorzien van een nieuwe voorgevel. Ondanks de verschraling in de detaillering van het exterieur (onder meer: verwijdering balkon, wijziging achtergevel en tussenlid) is het gebouw als essentieel onderdeel van het totale complex en de aanwezigheid van oorspronkelijke kamer-interieurs dermate van belang dat een bescherming van rijkswege gewettigd is.
Omschrijving
De pastorie heeft een nagenoeg vierkante plattegrond. Zij is opgetrokken in bruine baksteen in kruisverband met knipvoeg, onder een U-vormig kapplan met zakgoot aan de achterzijde; op drie nokhoeken staat een schoorsteen. De dakschilden zijn belegd met zwart geglazuurde gegolfde Friese pannen, gesmoorde Friese pannen en gesmoorde holle pannen. De gevels zijn horizontaal geleed door een gepleisterde plint en een brede houten gevellijst waarin enkele mezzanino-vensters, telkens boven de ramen in de gevelwand. De voorgevel is symmetrisch ingedeeld, waarbij het accent op het middendeel valt, dat anderhalve steen risaleert en doorloopt in een dakkapel; op de hoeken van het bouwblok hoeklisenen met spiegelvlakken. In het middenrisaliet is een inpandige portiek tussen kolossale lisenen; aan weerszijden van het portiek een zes-ruits schuifvenster onder een architraaf; in de gevellijst een tweelichts mezzanino-venster. Het portiek heeft een tweetreeds hardstenen stoep en een omlijsting met wenkbrauwboog met een kuif. De toegang is een porte-brisée met een gietijzeren levensboom in het bovenlicht; de deurpanelen hebben geëtste glasruiten. De lichtopening in de dakkapel heeft een geprofileerde omlijsting met een wenkbrauwboog, een kuif en acroteria. De noordelijke zijgevel is gedeeltelijk oversneden door een verbinding tussen pastorie en kerk. In deze gevel zitten twee zes-ruits schuifvensters onder een anderhalfsteens streklaag. In de zuidelijke zijgevel zit onder meer een zes-ruits schuifraam onder een anderhalfsteens streklaag.
Op de hoek van de zuidgevel begint een TUINMUUR, bestaande uit steens metselwerk en afgedekt met een ezelsrug op een bloklijst. In de segmentboog met streklaag is een porte-brisée. Achter de pastorie ligt een moes- en wandeltuin met bolle grasperken. De indeling van het INTERIEUR van de pastorie is oorspronkelijk gebleven en bestaat uit een centrale gang met voorkamers aan weerszijden: aan de rechterzijde kamers-en-suite, linksachter een keuken en een trap naar de zolder. Tot de waardevolle interieur-onderdelen behoren onder meer de beide voorkamers, de gang en de trap. In de linker voorkamer een stucplafond met florale sjabloonbeschildering, gehoute binnenluiken, een natuurstenen schoorsteenmantel en een boezem tussen pilasters. In de rechter voorkamer een stucplafond met midden- en hoekornamenten met kandelaber-motieven; een zwart marmeren schoorsteenmantel met een boezem tussen pilasters, binnenluiken.
Waardering
De pastorie en tuinmuur gebouwd in Eclectische trant tussen 1860 en 1862, mogelijk ontworpen door H.J. Wennekers, is van algemeen cultuur- en architectuurhistorisch belang:
- als bijzondere uitdrukking van een kerkelijke ontwikkeling, namelijk als exponent van de vrijheid van godsdienst en het herstel van de bisschoppelijke hiërarchie in Nederland,
- vanwege de bijzondere ornamentiek van met name het interieur van de pastorie,
- als functioneel onderdeel van het totale complex,
- vanwege de bijzondere samenhang met, en als beeldondersteunend element in, het complex,
- vanwege de redelijke kwaliteit van de bebouwing en de historisch ruimtelijke relatie met tuin en begraafplaats,
- vanwege de redelijke mate van architectonische gaafheid.
Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
Locatie
Inleiding
Het complex St. Martinus bestaat uit de KERK met HEK, PASTORIE en het KERKHOF met CALVARIE, GRAFMONUMENT en BAARHUISJE.
De rooms-katholieke parochie ontstond uit de statie Warga-Wartena met een schuurkerk in de Jornahuisterpolder, plaatselijk bekend als de Lytse Mar, ten noordoosten van Wergea. Met de benoeming van kapelaan Joh. Wennekers tot pastoor werd de organisatie voor de bouw van een nieuwe kerk ter hand genomen. Als vestigingsplaats was de keuze op Wergea gevallen, waar het overgrote deel van parochianen woonde. Aan de oostelijke dorpsrand werd in 1859/60 een terrein aangekocht. Het ontwerp van de kerk is van H.J. Wennekers, broer van de pastoor. Het grondwerk voor de kerk, de pastorie en de begraafplaats werd uitgevoerd door G.A. Heidstra uit Heerenveen terwijl Joh. Arends uit Dronrijp de aannemer van de bouw van kerk en pastorie was. Wegens voortijdig overlijden van de laatstgenoemde werd de bouw voltooid door een aannemer uit Marssum. De bouwwerkzaamheden werden uitgevoerd van 1860 tot 1862.
Eind 1865 werd het kerkhof aangelegd maar het was nog niet voltooid toen de bouwpastoor Wennnekers overleed (februari 1866). In juni 1866 werd het kerkhof gewijd en werd Wennekers er herbegraven. De opvolger van Wennekers, Harmanus Harbers (pastoor 1866-1878), beijverde zich voor de uitbreiding en verfraaiing van het gehele complex. In 1876 werd op het kerkhof een baarhuisje gebouwd uit de opbrengsten van de 'verkoop tot sloop' van de pastorie van de statie.
Waardering
Het complex St. Martinus bestaande uit de Neo-gotische kerk met hek, (1860-'62) naar ontwerp van H.J. Wennekers, de pastorie in Eclectische trant (1860-'62), het kerkhof met calvarie (ca. 1870), het grafmonument voor pastoor G.H. Berndes (1897) en het baarhuisje (1876) zijn van algemeen cultuurhistorisch en architectuurhistorisch belang:
- als bijzondere uitdrukking van een geestelijke ontwikkeling, namelijk de emancipatie van de katholieke kerk na de grondwettelijke vrijheid van godsdienst en het herstel van de bisschoppelijke hiërarchie in Nederland,
- vanwege de hoogwaardige esthetische kwaliteit van het ontwerp,
- vanwege de hoogwaardige esthetische kwaliteit van de interieuronderdelen van de kerk die er in de eerste jaren na de bouw in dezelfde stijl aan zijn toegevoegd.
- vanwege de bijzondere ornamentiek van met name het interieur van de pastorie,
- vanwege de bijzondere betekenis voor het silhouet van het dorp Wergea,
- vanwege de hoge mate van typologische compleetheid van dit kleinschalige rooms-katholieke kerkelijk complex,
- vanwege de redelijke tot hoge mate van architectonische gaafheid van de samenstellende onderdelen.
Eigenschappen
Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
---|---|---|---|---|
Tuinmuur | Kastelen, landhuizen en parken | Tuin, park en plantsoen | oorspronkelijke functie | – |
Tuin | Kastelen, landhuizen en parken | Tuin, park en plantsoen | oorspronkelijke functie | – |
Pastorie(F) | Religieuze gebouwen | Kerkelijke dienstwoning | oorspronkelijke functie | Ja |
Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Kerkbuurt | 22 | – | 9005 PB | Wergea | – | – | Ja |
Kadastraal perceel | Kadastrale sectie | Kadastraal object | Appartement | Kadastrale gemeente |
---|---|---|---|---|
– | A | 2094 | – | Warrega |
Start | Eind | Notitie | Beschrijving |
---|---|---|---|
1860 | 1862 | – | vervaardiging |