Inleiding

Vrijstaand, in 1866 gebouwd woonhuis van het type HERENHUIS. Het huis is gebouwd in de voor de bouwtijd kenmerkende, vrij sobere, vroeg eclectische bouwstijl. Het pand is met de voorgevel georiënteerd op het terrein van de voormalige stadswallen en maakt deel uit van het beschermde stadsgezicht Leiden.

Omschrijving

Vanuit een vierkante plattegrond, in gepleisterde baksteen opgetrokken, onderkelderd pand met verdieping onder een met gesmoorde, opnieuw verbeterde Hollandse pannen gedekt, afgeknot schilddak thans met drie dakkapellen in 1951 aangebracht in zowel het voorste als het rechter dakschild, in oorsprong alleen een centraal geplaatste dakkapel. Lijstgevels voorzien van gevelopeningen met afgeronde bovenhoeken en profiellijsten, dunne, geprofileerde cordonlijst, hoeklisenen met spaarvelden en verkropte entablementen met geprofileerde gootlijsten, rustend op terracotta consoles. Op begane grond van vier-assige voorgevel een licht risalerende, twee traveeën brede middenpartij, hardstenen plint en een hardstenen stoepje naar de entree met fraai bewerkte, terugliggende deur met profiellijsten onder een gedeeld bovenlicht met afgeronde bovenhoeken. In de onder een geprofileerd kalf staande deur een hoog hierin geplaatst venster en een tweede venster met traliewerk. Met persiennes behangen achtruits-vensters boven lekdorpels met kleine hoekconsoles. Vensters rechts van de entree met stalen ramen uit 1959. In de risalerende middenpartij boven de deur en vensters een wit geschilderde terracotta kuif. Tussen deze twee gevelopeningen en de twee vensters er recht boven een eveneens wit geschilderde sierlijst van terracotta. Alle ramen in de voorgevel zijn voorzien van in 1992 gereconstrueerde stores. Op de verdieping vier identieke, met persiennes behangen vensters met zesruits schuiframen en lekdorpels met kleine bewerkte hoekconsoles. De twee middelste vensters eveneens met wit geschilderde terracotta kuif. Uit het dakschild steken drie houten dakkapellen, in oorsprong een, met openslaande ramen, houten vleugelstukken, zinken wangen en gewelfde dakjes met profielrand.

Symmetrische, vier-assige rechter zijgevel met een op een basis van aangesmeerde baksteen staande serre met glazen wanden en openslaande glasdeuren onder lessenaardak. Wanden met een invulling van in dunne, gietijzeren roeden gevatte ruiten met kleine ruitvormige raampjes op de kruisingen van de stijlen en de regels. Geschulpt snijwerk onder de geprofileerde lijst van een met zink afgedekt lessenaardak. De vensters aan weerszijden van de serre en de middelste verdiepingsvensters als die in de voorgevel. Blinde vensters op de verdieping van de buitenste traveeën. De drie dakkapellen in het dakschild hierboven zijn identiek aan die boven de voorgevel. Achtergevel met licht risalerende middenpartij, een getralied keldervenster in koekoek, één venster op de begane grond, op de verdieping een venster in beide buitentraveeën en een klein venster in het risaliet.

Gepleisterde linker zijgevel met vensters van divers formaat en vorm. Licht risalerende middenpartij met een uitgemetselde schoorsteen.

Linksachter het huis een kleine, platte aanbouw met deur naar tuin.

Interieur met op de begane grond een tochtportaal met marmeren tegelvloer en stucplafond, een dubbele tochtdeur naar de eveneens met marmeren vloertegels voorziene hal, waarop diverse, gehoute paneeldeuren met op marmeren neuten staande profiellijsten uitkomen. In de woonkamer (oorspronkelijk en suite) een versierd stucplafond, openslaande serredeuren met gedeelde halfronde ramen in de bovenlichten. Keuken met glasdeuren in de oorspronkelijke keukenkast en een betegelde vloer met dambordpatroon. Naar de verdieping (en de zolder) een scheluwetrap met tussenbordes en een leuning die is samengesteld uit een barokke, gesneden trappaal met een geprofileerde houten handlijst op eveneens houten spijlen. Verdieping met omlijste, gehoute deuren als die op de begane grond, alsmede een fonteintje met keramisch waterbekken en dito omlijsting.

Waardering

Het herenhuis is van algemeen belang vanwege de cultuur- en architectuurhistorische waarde als karakteristiek voorbeeld van woningbouw voor welgestelden uit de betreffende bouwperiode en als goede representant van het destijds in zwang zijnde eclecticisme.

Het heeft tevens esthetische kwaliteiten in hoofdlijn en in de details, die het ontwerp verlevendigen en de onderdelen beaccentueren.

Vanwege de situering aan de voormalige stadswallen en als representatief onderdeel van de negentiende bebouwing daaraan, alsmede vanwege de samenhang met de nabije bebouwing is er tevens sprake van stedebouwkundige en ensemblewaarde.

Het pand is ook van belang vanwege de herkenbaarheid en vanwege de gaafheid van het exterieur en delen van het interieur.