Stationsstraat 30, Wehl

Inleiding

STOOMTIMMERFABRIEK met aangrenzend WOONHUIS door aannemer/architect Th.W.A. Damen (1876-1956) gebouwd in 1907-1909, gelegen aan de Stationsstraat in het gedeelte evenwijdig aan het spoor. Het vrijliggende gebouw bevindt zich tussen de Isidorusstraat en de Stationsstraat die in noordelijke richting afbuigt naar het centrum. Op het terrein bevinden zich nog een schuur en een transformatorhuisje die niet onder bescherming vallen. De fabriek heeft niet meer de oorspronkelijke functie, die nog te herkennen is aan een driedelig door een kalkzandsteenlijst omrand fries onder het dak van het fabrieksgedeelte. Hier wordt in een nog gedeeltelijk leesbare betonnen belettering verwezen naar de functie van stoomtimmerfabriek. In 1917 werd de fabriek met een zagerij uitgebreid en met een uitbouw in 1938 vergroot. De houtzaagmachines in het fabrieksgedeelte werden aanvankelijk vanuit het souterrain aangedreven door een zuiggasmotor, later een locomobiel en vervolgens door elektromotoren. Het souterrain in het achterste gedeelte van het woonhuis bood, zoals in die tijd wel meer voorkwam, plaats aan een klein boerenbedrijf met enkele stuks vee.

Omschrijving

Het U-vormig samengestelde gebouw heeft een souterrain/begane grond dat op gelijke hoogte ligt met de tuin. Aan de straatzijde leidt een sleephelling naar een door drie gevels omsloten, hoger gelegen en nog gedeeltelijk van spoorrails voorzien, voorplein. Rechts bevindt zich het woonhuis, links het met het woonhuis verbonden fabrieksgedeelte. De fabriek heeft in het algemeen in kruisverband opgetrokken gevels met een in baksteen en kalkzandsteen uitgevoerde detaillering. Een opvallende karakteristiek van het gebouw is de opengewerkte baksteenbalustrade die de gevels van zowel het woonhuis- als van het fabrieksgedeelte aan de bovenzijde afsluit. Ter plaatse van het fabrieksgedeelte is deze balustrade op gelijke afstanden voorzien van in decoratief metselwerk uitgevoerde, uitgemetselde en uitkragende kolommen die de breedte van de vensterassen aangeven. Rondom het gebouw bevindt zich een gepleisterde horizontale sierband ter hoogte van het souterrain. Het WOONHUISGEDEELTE beslaat de gehele rechtervleugel van het fabrieksgebouw en is met de korte zijde naar de straat gericht. Het bestaat uit een souterrain, een verdieping en een zolderverdieping onder een samengesteld en afgeplat schilddak, waarvan alle schilden met shingles zijn belegd. Het voorhuis van de woning bevindt zich tussen twee getrapte geveltoppen die eveneens zijn voorzien van een in baksteen uitgevoerde balustrade en hoekposten en dekplaten. Tussen beide geveltoppen bevindt zich aan de zijkanten van het woonhuis een geprofileerde goot (zink) op uitkragende baksteenlijsten en consoles in kalkzandsteen. De consoles steunen optisch op een in kalkzandsteen uitgevoerde metsellaag. De gootlijst bevindt zich in het gehele rechterdeel op gelijke hoogte, behalve ter plaatse van een deel van de rechterzijgevel, waar de gootlijst lager is aangebracht. Hier is een verspringing van de dakvorm zichtbaar. Tussen het dakschild van het tussen twee topgevels gevatte voorhuis en dat van het achterhuis, bevindt zich een iets inspringend gevelgedeelte met een uitgebouwd portiek over twee bouwlagen, waarboven het dakschild lager is doorgetrokken. Hierdoor sluit het als lessenaarsdak de uitbouw met portiek af. Beide lange zijden van de woonhuisvleugel zijn in de dakschilden ter plaatse van het achterhuis voorzien van twee driehoekige dakkapellen met een driepasmotief in de top en een trapeziumvormig raam. Verder bevat het rechter dakschild nog een dakkapel onder een lessenaarsdak en het linker dakschild een deuropening die uitkomt op het platte dak van het fabrieksgedeelte. De gevelopeningen in het woonhuisgedeelte worden in het algemeen ter plaatse van het souterrain afgesloten door segmentbogen en op de verdieping(en) door korfbogen. De in baksteen uitgevoerde gevelvelden boven de kozijnen zijn in deze openingen vermoedelijk ooit vernieuwd.

De symmetrisch ingedeelde FRONTGEVEL van het woonhuisgedeelte bevindt zich aan de Stationsstraat. In het souterrain bevat deze gevel twee 2-ruits stolpramen. Daarboven en in dezelfde as bevinden zich op de verdieping twee vensters met zware kozijnen, stolpramen en een nagenoeg vierkant bovenlicht dat hetzelfde formaat heeft als de stolpramen daaronder. De scharnierende bovenlichten zijn aangepast. De zolder bevat een korfboogvormig afgesloten breed gevelveld waarin een stolpraam en twee zijramen zijn opgenomen, gescheiden door smalle muurdammen. Onder de ramen bevinden zich schuin geplaatste vensterdorpels. De RECHTERZIJGEVEL bevat de uitgebouwde ingangspartij van het woongedeelte. Deze ingangspartij is rechthoekig uitgebouwd en scheidt de zijgevel in ongelijke delen. In de eerste geleding ter hoogte van het souterrain bevinden zich aan de voorzijde van de uitbouw twee enkelruits draairaampjes. In de naar de straat gekeerde zijkant is één raampje aanwezig. De raampjes hebben een vensterdorpel van uitgemetselde kalkzandsteen. Evenwijdig aan de gevel is de trap geplaatst die bestaat uit betontreden en een moderne trapleuning. Het van een betonvloer voorziene portiek wordt door een opengewerkte balustrade met kolommen omsloten. Op de in beton uitgevoerde dekplaat van de balustrade rust de bovenbouw van het portiek die is uitgevoerd met rondboogvormig afgesloten muuropeningen, gescheiden door baksteenzuiltjes. Het venster boven de trap bevat een glas in lood raampje. Het portiek wordt, zoals eerder omschreven, afgedekt met een lessenaarsdak. De linkerzijmuur van de uitbouw reikt tot onder de aanzet van de trapgevel ter plaatse van het voorhuis. Links van de uitbouw bevat de zijgevel, tussen beide topgevels, op souterrainniveau een moderne deur met rechts daarvan een enkel 4-ruits draairaam op een betonnen vensterdorpel. De woonlaag daarboven bevat een samengesteld kozijn onder een korfboog met rode verblendstenen boogvulling. Het kozijn bestaat uit een stolpraam met zijlichten en een drietal bovenlichten van vergelijkbaar formaat en voorzien van glas-in-loodramen. Rechts van de uitbouw bevinden zich in het souterrain drie enkele 4-ruits draairamen als genoemd. De woonlaag heeft twee forse 2-ruits ramen, waarvan het bovenlicht van vergelijkbaar formaat is als het onderraam. Links hiervan bevindt zich een smalle lichtspleet met een valraampje en een afsluitende strek. De ACHTERGEVEL bevat in het souterrain gewijzigde dubbele deuren onder een betonnen latei waarboven een smallere boog is te zien. Rechts is een smallere staldeur onder een boog aanwezig met aan weerszijden een segmentboogvormig stalraampje. Ter plaatse van de woonlaag bevindt zich links een niet oorspronkelijk vierkant venster. Rechts is onder een segmentboog een samengesteld 6-delig kozijn aanwezig. De onderramen hierin zijn draaiend uitgevoerd. Rechts tegen de gevel sluit het (uitgebouwde) fabrieksgedeelte aan. De LINKERZIJGEVEL van het woongedeelte bevindt zich aan het kleine voorplein. In de gevel bevindt zich een samengesteld kozijn in een korfboogvormige vensteropening. Het kozijn bevat een stolpraam met twee zijlichten en drie bovenlichten met glas-in-lood. Het FABRIEKSGEDEELTE sluit met een L-vormige grondvorm aan op het woonhuisgedeelte en bestaat uit een souterrain en één bouwlaag. Het platte dak wordt omsloten door een baksteenbalustrade met uitgemetselde kolommen. In twee van deze kolommen van de balustrade zijn schoorstenen ondergebracht. De VOORGEVEL van het fabrieksgedeelte ligt aan de Stationsstraat en bezit links een bouwdeel dat op vergelijkbare wijze als de woonhuisvleugel naar voren springt. Het gedeelte dat als een soort tussenlid het woonhuis met genoemd deel van de fabriek verbindt, bevindt zich op de sleephelling en heeft één bouwlaag. De gevel hiervan is asymmetrisch van opzet en wordt door de vanuit het muurvlak opgaande baksteen kolommen in vier delen gedeeld. In elk van de vier gevelvelden bevindt zich een segmentboog die de breedte van de oorspronkelijk hier aanwezige gevelopeningen aangeeft. Deze gevelopeningen werden vernield in de Tweede Wereldoorlog. In het midden van de gevel bevindt zich nu een moderne schuifdeur. Links van de moderne schuifdeur bevindt zich een dubbel 4-ruits raam, rechts ervan een oorspronkelijke toegangsdeur in een kozijn met een glas-in-lood bovenlicht. Tussen het woonhuisgedeelte en het fabrieksgedeelte bevindt zich over het voorplein een stalen H-balk waaraan een katrol is bevestigd. De risalerende gevel van het fabrieksgedeelte heeft een symmetrische indeling met drie vensterassen. In het souterrain bevindt zich in het midden een dubbele deur met aan weerszijden een venster met dubbele luiken. Alle vensters in deze gevel rusten op een uitgemetselde onderdorpel en worden afgesloten door een segmentboog waarvan het boogveld is gecementeerd. Boven de dubbele deuren wijzen restanten van twee boogaanzetten op vermoedelijk twee kleinere openingen. De omlopende gepleisterde band is ter hoogte van de bovendorpel doorbroken. De verdieping heeft drie vensters met luiken voor het onderraam en een verticaal gedeeld bovenraam. De op de overige plaatsen open baksteenbalustrade is hier vervangen door een borstwering met hierop restanten van de in betonletters aangegeven woorden 'STOOM TIMMER FABRIEK'. De aan het voorplein grenzende RECHTERZIJGEVEL van dit gedeelte bevat een deuropening met aan weerszijden een dubbel 4-ruits raam. Rechts in de gevel bevindt zich een schuifdeur. De LINKER ZIJGEVEL van het fabrieksgedeelte heeft vijf segmentboogvormig afgesloten vensters ter plaatse van het souterrain. De drie ramen links zijn oorspronkelijk in ijzer uitgevoerd en voorzien van een kantelend bovenlicht. De twee ramen rechts zijn later toegevoegd, waarbij een gedeelte van de gevelopening is dichtgemetseld. De verdieping heeft zeven vensterrassen. Vier van de ramen zijn uitgevoerd als de ramen in de voorgevel van het fabrieksgedeelte. De overige drie zijn ter plaatse van de luiken dichtgemetseld. De ACHTERGEVEL van de fabriek heeft een uitgebouwd gedeelte dat grenst aan de achtergevel van de woning. De uitbouw heeft twee bouwlagen en bezit in het souterrain moderne dubbele deuren. Rechts bevindt zich een uitstekend betonnen platvorm voor het in de zagerij afgewerkte hout. Het platform wordt door opslaghokken die aan één zijde open zijn, ondersteund. De verdieping heeft links een dubbel luik. Rechts is een schuifdeur op de hoek geplaatst. Boven de schuifdeuren en het luik bevindt zich een strook met acht gekoppelde klapraampjes. De linkerzijde van de uitbouw heeft in het souterrain een venster met gekoppelde klapraampjes die zijn geklemd tussen een rollaag vensterdorpel en boven een H-balk waarboven de betonvloer van de uitbouw volgt. De eerste bouwlaag bevat enkele ramen. De rechterzijde van de uitbouw is eveneens in halfsteens verband opgetrokken en bezit links op de hoek een schuifdeur die samen met de schuifdeur, besproken in de voorgevel, de hoek afsluit. De gevel wordt beëindigd door twee klapraampjes en twee tweeruits ramen onder de dakrand. Het gevelgedeelte rechts van de uitbouw heeft een asymmetrische indeling. In het souterrain bevinden een aantal in formaat van elkaar verschillende ramen en deuren onder segmentbogen. De verdieping heeft vier vensterassen waarin ramen met luiken zijn geplaatst. Deze ramen komen ook voor in de voor- en linker zijgevel van de fabriek. De ruimtelijke indeling van het INTERIEUR van het woonhuis is nog redelijk gaaf. Aan iedere zijde van de gang die de entree van het woonhuis verbindt met de fabriek, bevinden zich twee ruimten. De woonkamer direct links na de entree is vergroot door het wegbreken van een muur; daarachter de voormalige keuken. De huidige keuken en voormalige kantoorruimte, met een groot venster in de tussenmuur dat uitzicht biedt op de werkvloer in de fabriek, liggen ter plaatse van de achtergevel. Een bordestrap leidt vanuit de hal naar de verdieping. Het interieur bezit nog enkele waardevolle onderdelen: twee houten schouwbalken en schoorsteenmantels in de voormalige keuken en de woonkamer. De betegelde achterwanden van deze schouwen zijn voorzien van landschap- en zeegezichten. Produkten uit de timmerfabriek zijn ook aanwezig, waaronder de trappartij.

In het INTERIEUR van de fabriek vormen trekstangen van de constructie van het gebouw, de rails voor de lorrie, de raamzaagmachine (van fa. Krupp 1905) en overige machine-onderdelen belangrijke opvallende elementen.

Waardering

- Van architectuurhistorische waarde vanwege zijn uiterlijke verschijningsvorm. Het object vormt een goed voorbeeld van een fabriek en geschakelde woning uit het eerste decennium van deze eeuw in een Overgangsstijl. Het object is daarnaast van belang vanwege de gaaf bewaarde hoofdvorm, de detaillering en het materiaalgebruik van baksteen, kalkzandsteen en beton. Belangwekkend is de toepassing van de voor Wehl moderne architectuur en karakteristieke bouwwijze. Ter verkrijging van kolomvrije ruimte zijn in combinatie met stalen balken en trekstangen gewapende betonvloeren aangebracht.

- Van stedenbouwkundig belang vanwege zijn ligging aan het spoor ten zuiden van de dorpskern. Het object is onderdeel van een historische gegroeid klein stedelijk gebied en speelt daarin een beeldbepalende rol.

- Van cultuurhistorische waarde vanwege zijn bestemming, welke is verbonden met de geschiedenis en ontwikkeling van techniek en nijverheid. Het fabrieksgedeelte is tevens van belang als herinnering aan een houtbedrijf dat reeds lang in Wehl gevestigd was. Het object is als ontwerp van belang binnen het oeuvre van de aannemer/architect Th.W.A. Damen, die hier bovendien zijn woonhuis en eigen bedrijf had gevestigd.

Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland

Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.

Locatie

Monumentnummer
515567
Provincie
Gemeente
Plaats

Eigenschappen

Functies
Functie Hoofdcategorie Subcategorie Functietype Is hoofdfunctie
Woonhuis Woningen en woningbouwcomplexen Woonhuis(K) oorspronkelijke functie
Direkteurswoning Woningen en woningbouwcomplexen Dienstwoning(K) oorspronkelijke functie
Stoomfabriek Boerderijen, molens en bedrijven Industrie oorspronkelijke functie Ja
Adressen
Straat Getal Achtervoegsel Postcode Plaats Locatie Situatie Is hoofdadres
Stationsstraat 30 A 7031 BR Wehl Ja
Percelen
Kadastraal perceel Kadastrale sectie Kadastraal object Appartement Kadastrale gemeente
H 4903 Wehl
Bouwperioden
Start Eind Notitie Beschrijving
1908 1908 vervaardiging
Ambachten
Name Beroep Notitie
Damen, Th. W. A. ; Gelderland aannemer / uitvoerder
Naar boven