Abdijlaan 26, Egmond-Binnen
Omschrijving
Abdij en abdijkerk behorende bij het complex St. Adelbertusabdij. De ABDIJ bestaat uit een in bruine baksteen opgetrokken samengesteld bouwvolume op een onregelmatige L-vormige plattegrond. De oost-west georiënteerde ABDIJKERK is aan de noordzijde via de kloostergang verbonden met de abdij. Het bouwvolume is samengesteld uit enkele in hoogte verschillende onderdelen die worden afgedekt door hoge met rode pannen gedekte geknikte zadeldaken met uitzwenkende dakvoet. De uitgebouwde en deels als zelfstandig bouwvolume opgevatte kloostergang verbindt aan de oostzijde de verschillende onderdelen. De afwisseling in hoogte en oriëntatie van de daken, in combinatie met de tuitgevels en de trapgevel van het hoogste bouwvolume bepalen het silhouet van het abdijcomplex. Het gebouw bevat deels rechtgesloten vensters en deels spitsboogvensters. Het oudste gedeelte van de abdij bestaat uit een noord-zuid georiënteerde lange vleugel van twee bouwlagen en zolderverdieping en haaks daarop een lagere korte vleugel met de voormalige kapel (nu: kapittelzaal). Bij deze vleugel is het dakschild aan de noordzijde verlengd tot boven de kloostergang.
De symmetrisch opgebouwde tuitgevel (Z) van de lange vleugel (oorspronkelijk de voorgevel) is op de hoeken voorzien van afgesnoten steunberen. In het midden van de gevel de oorspronkelijke spitsboogvormige hoofdentree met dubbele eikenhouten deuren voorzien van zwaar, gesmeed geheng, geflankeerd door twee kleine spitsboogvensters. Recht boven de entree een klein roosvenster tussen twee rechthoekige vensters en daarboven een vierkant tegeltableau met afbeelding van een wapen en de tekst "DEO VACARE". Aan weerszijden van het tegeltableau per twee gekoppelde rechthoekige vensters en in de geveltop eveneens twee rechthoekige vensters. De tuit van de topgevel is opgemetseld als een Latijns kruis. De zijgevel (W) telt zeven vensterassen met op de begane grond kruisvensters en op de verdieping gekoppelde rechthoekige vensters en uiterst rechts in de gevel drie langwerpige spitsboogvensters. Recht boven deze vensters bevindt zich in de kap een dakkapel met drie vensters onder lessenaardak. Aan de oostgevel bevindt zich op de begane grond de uitgebouwde kloostergang onder lessenaardak met spitsboogvormige deur en drie paar gekoppelde spitsboogvensters met roedenverdeling tussen steunberen. De kloostergang is in een hoek van negentig graden voortgezet aan de noordgevel van de korte dwarsvleugel en bevat eveneens spitsboogvensters tussen steunberen. De zuidgevel van de korte dwarsvleugel toont links een spitsboogvenster met daarboven een roosvenster en rechts hoog in de gevel vier enkele en één dubbel spitsboogvenster. De oostgevel bezit één klein spitsboogvenster op de begane grond rechts. De tuit van de topgevel bestaat uit een gemetselde klokkestoel onder klein zadeldakje. De overige bouwmassa van de abdij bezit dezelfde stijlkenmerken als het oudste gedeelte en bestaat uit twee bouwvolumes. De hoogste vleugel telt vijf bouwlagen onder een oost-west georiënteerd zadeldak met aan de westzijde een trapgevel. De tweede (meest noordelijke) vleugel telt boven een kelder drie bouwlagen onder een dak waarvan de noklijn noord-zuid is gericht. In de westgevel zes vensterassen en in het dakschild drie dakkapellen. De huidige hoofdentree bevindt zich in een lage platte aanbouw aan de noordgevel van deze vleugel. Links van de entree is de kloostergang als zelfstandig bouwvolume onder zadeldak in noordelijke richting voortgezet en sluit in een hoek van negentig graden aan op de kloostergang langs de zuidgevel van de abdijkerk.
De oost-west georiënteerde bakstenen zaalkerk heeft een halfronde absis in het oosten. Aan de zuidgevel een vierkante toren onder schilddak die architectonisch is opgenomen in de kloostergang. De entree bevindt zich in de tuitgevel met uitgemetselde aanzetten aan de westkant en bestaat uit een uitgebouwd portaal onder lessenaardakje. Aan de noordgevel van de kerk is een lagere zijbeuk met kapellen. De kerk bevat overwegend spitsboogvensters.
Het sobere interieur van de abdij en de abdijkerk verkeert wat plattegrondindeling en detaillering betreft grotendeels in de oorspronkelijke staat uit de bouwtijd. Met name in het oudste gedeelte is de karakteristieke Kropholler-vormgeving bewaard gebleven met onder meer in de entreehal en het trappenhuis in schoon metselwerk uitgevoerde kolommen en spitsbogen en in de kloostergangen kruisgewelven. De oorspronkelijke uitmonstering van de kapel is nagenoeg in oorspronkelijke staat bewaard gebleven met onder meer vier gebeeldhouwde consoles die de dakspanten dragen van de hand van John Raedecker. In de kloostergang een zandstenen Mariabeeld van pater Jac. van der Mey, een eveneens door hem ontworpen wandtapijt in de refter (vervaardigd door de zusters van de Liobastichting), in de recreatiezaal een fresco van Han Bijvoet, in het trappenhuis van het gastenverblijf een terra-cotta beeld van Lambertus Zijl voorstellende St. Antonius Abt en in de oorspronkelijke kapittelzaal gebrandschilderde vensters met voorstellingen van Benedictus, Willibrord, Bonifatius en Gregorius de Groote welke gemaakt zijn door Karel Trautwein. Van dezelfde kunstenaar zijn in de noordelijk van de abdijkerk gelegen kapellen glas-in-loodvensters en in de Abdijkerk bevindt zich een hoogaltaar van René van Seumeren.
Waardering
De abdij met abdijkerk en bijbehorend interieur is van algemeen belang vanwege de cultuur- en architectuurhistorische waarde als functioneel hoofdonderdeel van het abdijcomplex "St. Adelbert", gebouwd naar ontwerp van A.J. Kropholler uit 1933. Zowel de abdij als de abdijkerk bevatten interieuronderdelen van kunsthistorische waarde, o.a. beeldhouwwerk, fresco's en vensters. Het geheel is nagenoeg gaaf bewaard.
Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
Locatie
Inleiding
Het complex "St. Adelbert", bestaat uit een ABDIJ met aangebouwde ABDIJKERK, INGANGSPOORT, KLOOSTERBOERDERIJ, MOESTUIN met acht KIPPENHOKKEN en SMEDERIJ in traditionalistische trant, gebouwd naar ontwerp van A.J. Kropholler uit 1933. Opdrachtgever was de Orde van Benedictijnen uit Oosterhout die zich ten doel had gesteld de in 1573 verwoeste Abdij van Egmond op vrijwel dezelfde lokatie te herbouwen. Hoewel het oorspronkelijke ontwerp van Kropholler uit 1933 de herbouw van het totale abdijcomplex omvatte, is het ontwerp slechts gedeeltelijk en in fasen gerealiseerd. In 1934-35 zijn de meest zuidelijke L-vormige vleugel en de ingangspoort aan de Vennewatersweg gebouwd, waarna de abdij en de kloostergang tussen 1947 en 1950 zijn voltooid. De abdijkerk die in 1954 door B.J. Koldewey werd ontworpen sluit stilistisch en in bouwmassa aan op de abdij van Kropholler en vormt als zodanig een onlosmakelijk onderdeel van het gebouw.
De kloosterboerderij werd in 1937-'41 gebouwd, eveneens naar ontwerp van Kropholler, de bijbehorende kippenhokken en smederij dateren uit omstreeks 1950. De tekst op een gevelsteen in de hekpijlers geeft de geschiedenis van de boerderij weer: "Hollands Jeugd uit jeugdkamp Vredesteijn herbouwde mij 1937-1941."
Omschrijving
De abdij met aangebouwde abdijkerk is middels een oprijlaan vanaf de Abdijlaan bereikbaar. De ingangspoort van de oorspronkelijke hoofdentree staat langs de zuidelijk van het abdijcomplex gelegen Vennewatersweg. De kloosterboerderij ligt iets oostelijker aan dezelfde weg en en is toegankelijk via een aparte ingang, gemarkeerd door bakstenen pijlers; de moestuin met kippenhokken is ten noorden en de smederij ten westen van de boerderij gesitueerd.
Waardering
Het abdijcomplex "St. Adelbert" bestaande uit de abdij met abdijkerk, een ingangspoort en een kloosterboerderij met smederij en kippenhokken, is van algemeen belang vanwege de cultuur- en architectuurhistorische en typologische waarde als voorbeeld van een abdijcomplex in de kenmerkende traditionalistische bouwtrant van de architect A.J. Kropholler, gebouwd naar een ontwerp uit 1933 dat was geïnspireerd op de oude Abdij van Egmond. Het complex heeft ensemblewaarde vanwege de stilistische en historisch-functionele samenhang van de complexonderdelen en situationele waarde vanwege de beeldbepalende ligging aan de rand van de dorpskern van Egmond-Binnen.
Eigenschappen
Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
---|---|---|---|---|
Abdij | Religieuze gebouwen | Klooster, kloosteronderdl | oorspronkelijke functie | Ja |
Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Abdijlaan | 26 | – | 1935 BH | Egmond-Binnen | – | – | Ja |
Kadastraal perceel | Kadastrale sectie | Kadastraal object | Appartement | Kadastrale gemeente |
---|---|---|---|---|
– | C | 2836 | – | Egmond-Binnen |
Start | Eind | Notitie | Beschrijving |
---|---|---|---|
1933 | 1934 | – | vervaardiging |
Name | Beroep | Notitie |
---|---|---|
Kropholler, A.J. ; Noord-Holland | architect / bouwkundige / constructeur | – |
Koldeweij, B.J. ; Noord-Holland | architect / bouwkundige / constructeur | – |