Inleiding

Moderne OLDAMBTSTER BOERDERIJ met aangebouwde BIJSCHUUR en STOOKHUT, waarschijnlijk gebouwd in 1937, getuige de naam met jaartal, die de schilder achterliet op de muur van de zolder (J. Koning, schilder, Wedde 1937). Op het achtererf staat een wagenschuur die wegens onvoldoende kwaliteit buiten de bescherming valt.

De boerderij, die is opgetrokken in een verstrakte regionale variant op de Amsterdamse Schoolstijl, ligt ten noorden van Alteveer aan de voormalige Barkelasloot. Deze sloot vormde toentertijd de grens tussen het Westerwoldse veengebied en de Pekelder venen. Een geasfalteerde oprijlaan verleent aan de linkerzijde toegang tot de baanderdeuren aan de voorzijde en tot het achtererf.

Omschrijving

OLDAMBTSTER BOERDERIJ met aangebouwde BIJSCHUUR en STOOKHUT,opgetrokken in een rode baksteen op een trasraam van gesinterde klinkers. De boerderij met een krimp aan de zuidwestzijde,heeft een wolfdak gedekt met een rode muldenpan, waarop een gemetselde schoorsteen met betondecoratie; aan de rechterzijde een rechthoekige goot met eronder een gemetseld fries (eensteens rollaag) en aan de linkerzijde een mastgoot.

De voorgevel (noordwest) met overstek met mastgoot, heeft dubbele deeldeuren met tweeruits deurlichten, twee dubbele vensters met glas-in-lood bovenlichten, en een driestrooksvenster met glas-in-lood bovenlichten; boven vensters en deuren een doorlopende uitspringende betonlatei en een eensteens rollaag; in het trasraam twee gemetselde koekoeken met klein keldervenster. In de topgevel met rollaag langs de dakrand twee dubbele vensters en een enkel venster. Op de voorgevel staat in ijzeren letters: "Houdt-Moed".

De noordoostgevel heeft gemetselde lisenen met veertien tweeruits betonvensters en in het dakvlak twee houten dakkapellen met later dicht gezette vensters.

In de achtergevel (zuidoost) drie drieruits houten vensters onder een betonlatei, hoge dubbele schuifdeuren onder een uitspringende betonlatei en twee drieruits betonnen zaadvensters; in het dakvlak een dakkapel met later dichtgezet venster.

De zuidwestgevel heeft een venster met glas-in-lood bovenlicht en een vernieuwde deur met een glas-in-lood bovenlicht en een gemetselde stoep. In de krimp aan de noordwestzijde een smal H-venster en aan de zuidwestzijde een tweestrooksvenster, beide met glas-in-lood bovenlicht. Het schuurgedeelte heeft aan de zuidwestzijde gemetselde lisenen met vijf tweeruits betonvensters en een schuurdeur. Aan deze gevel is ter hoogte van de krimp een stookhut aangebouwd en ter hoogte van de schuur een bijschuur.

De STOOKHUT met een tentdak met een rechthoekige goot en een gemetselde schoorsteen, gedekt met een rode muldenpan, is via een platte hals verbonden met de boerderij. De hals heeft aan de noordwestzijde een deur met zijlicht en gemetselde stoep. De stookhut heeft aan de noordwestzijde een groot venster met zijlicht (oorspronkelijk twee vensters) en aan de zuidwestzijde twee vensters. Aan de zuidoostzijde is een aanbouw gebouwd onder een plat dak met aan de zuidwestzijde twee vensters; het open gedeelte tussen de noordoostzijde van de aanbouw en de boerderij is later dichtgezet en heeft aan de zuidoostzijde een deur gekregen (niet origineel).

De aangebouwde BIJSCHUUR heeft een wolfdak met bakgoot, gedekt met een rode muldenpan, met op de nok een houten windkast. In de noordwestgevel een opgeklampte deur met deurlicht en ijzeren gehengen onder een uitspringende betonlatei, een drieruits betonvenster en twee drieruits houten zaadvensters. De zuidwestgevel heeft vijf tweeruits betonvensters en de achtergevel (zuidoost) een dubbele houten schuifdeur onder een uitspringende betonlatei en twee drieruits betonnen zaadvensters.

In het INTERIEUR zijn onder meer van belang: in het woongedeelte de originele indeling met balkenplafonds, de deuren met tweeruits deurlicht met bewerkt glas en de betegelde schouw in de woonkamer. In de bijschuur de ijzeren vakwerkspanten. Hoofd- en bijschuur hebben nog de originele indeling.

Waardering

OLDAMBTSTER BOERDERIJ met aangebouwde stookhut en bijschuur vanalgemeen belang vanwege cultuur- en architectuurhistorische waarde:- als voorbeeld van een moderne Oldambtster boerderij, waarschijnlijk gebouwd in 1937

- vanwege de sobere, maar verzorgde vormgeving in een verstrakte regionale variant van de Amsterdamse Schoolstijl

- vanwege de hoge mate van gaafheid van zowel het ex- als het interieur

- vanwege de beeldbepalende ligging in het open veld aan de voormalige zwetsloot.