't Withof, Etten-Leur
Inleiding
Huize Adama, is gebouwd in de 16de eeuw. Jonkheer Hendrick van den Broeck, schout van Etten en Sprundel, is in 1580 waarschijnlijk de eerste bewoner van het huis. Daarna zijn zoon Engelbreght, die de functie van zijn vader overnam. Engelbreght was getrouwd met Maria Proeninck uit Deventer, die de helft van het kasteel "Herlaer" in Sint Michielsgestel bezat. Hun dochter Maria, geboren in 1605, trouwde met de Friese Jonkheer Reinier Pybes d'Adama. Hun familiewapen prijkt boven de deur. Het is een alliantie-wapen bestaande uit twee schilden die met elkaar verbonden zijn door een eikentak in houtkleur daaraan hangend met zilveren linten. Links het accoladeschild van Jonkheer Reinier Pybes d'Adama dat uit vier kwartieren bestaat (bijlage 2).
Deze Reinier nam de functie van zijn schoonvader over en verloor die na de vrede van Munster (1648) en wel in 1654. Het gezin d'Adama van den Broeck telde acht kinderen. In 1678 vertrok het laatste familielid van hier naar het kasteel Herlaer. Vanaf toen werd Huize Adama een soort statussymbool voor hoge, veelal buitenlandse militairen, die aan de K.M.A. in Breda verbonden waren. Rond 1800 werd het verkocht aan boer Pieter Boots. Het raakte in verval en werd gewijzigd in 18de en 19de eeuw. In 1820 is het een omgracht huis met brug. In 1819 wordt door zusters Franciscanessen besloten na bespreking met pastoor Oomen het huis te kopen op naam van Adriaan Michiel van Hooydonk, vader van de president van het seminarie Mgr. van Hooydonk, om hier een kostschool te vestigen die op 5 mei 1820 werd geopend.
Tussen 1834 en 1861 wordt het huis aan de voorkant uitgebreid door middel van twee parallelle vleugels van twee bouwlagen onder zadeldaken met daarin scholen, rectoraat en het pensionaat. Tussen deze vleugels ontstaat het "voorplein". Huize Adama is dan nog steeds zichtbaar vanaf de straat. Dit zicht verdwijnt in 1864 bij de bouw van het poortgebouw. De uitbreidingen vormen de voorbouw (onderdeel II). Bij de bouw van het poortgebouw krijgt het gesticht een pandhof. De hof kreeg de naam St. Antoniusplein.
Ook aan de achterkant wordt het huis uitgebreid en wel in het verlengde van de aangebouwde voorvleugels. In 1850 komt aan de zuid-oostkant de kapel (onderdeel III) en in 1870 aan de zuid-westkant het "slot" van de zusters waarin de woon- en werkvertrekken en slaapzalen (bij de renovatie van 1980 wordt deze vleugel weggebroken en vervangen door nieuwbouw).
Omschrijving
Huize Adama is een dwarshuis met twee bouwlagen onder dubbel zadeldak op een rechthoekige plattegrond met voorgevel op het noord-oosten. Het dak is belegd met grijze oud-Hollandse pannen. Deze gevel heeft een rondbogige geprofileerde hardstenen ingang met ijzeren klopper en slotplaat (17de eeuw). Steen met alliantiewapen boven de ingang van de eerste bewoners van Huize Adama. Getoogde schuifvensters, op de begane grond voorzien van luiken en een achtentwintig ruitsverdeling met ijzeren roeden. Op de verdieping met vierentwintig ruitsverdeling. Ontlastingsbogen boven de oorspronkelijke vensters. Twee stoeppalen met gekrulde staven. De symmetrische voorgevel van Huize Adama is vijf traveeën breed. Links van de voordeur de herenkamer en rechts de opkamer (bij de zusters bisschopskamer genoemd) met er onder een gewelfde kelder. Aan de achterkant van het huis wordt in 1870 door architect Soffers op de verdieping de brevierkapel (nu kapittelzaal) gebouwd met een gestucadoord tongewelf. Tevens krijgt het dan aan de achterkant twee bouwlagen en twee parallelle zadeldaken. Oorspronkelijk had het slechts één zadeldak. Sinds de laatste renovatie is de ruimte tussen de nok van beide zadeldaken overdekt door een plat dak. Het opgaande werk bestaat uit handgevormde baksteen gemetseld in kruisverband. Huize Adama heeft inwendig een draaitrap met gebeeldhouwde trappaal voorzien van slangenkop.
Waardering
Het object is van algemeen belang vanwege de cultuurhistorische waarde als vertegenwoordiger van de transformatie van een herenhuis tot een omvangrijk katholiek complex met een meer dan regionale uitstraling, het heeft typologische waarde als vertegenwoordiger van een congregatieklooster met een gecompliceerde bouwgeschiedenis. Het is van architectuurhistorisch belang vanwege de gelaagdheid en opeenvolging van diverse varianten van de katholieke Neogotiek. Het heeft ensemblewaarde vanwege de relatie tot de dorpse omgeving. Het is als geheel en als representant van het werk van Soffers zeldzaam.
Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
Locatie
Inleiding
OPVOEDINGSGESTICHT " 't Withof", opgericht in 1820, nu klooster 't Withof genoemd. De kostschool werd geleid door de Zusters "Penitenten Recollectinen der Onbevlekte Ontvangenis van de derde orde van St. Franciscus". De officiële naam van het gesticht was vanaf 1855: "Zedelijk Lichaam Opvoedingsgesticht 't Withof". De inventarisstukken van het klooster behoren niet tot het rijksmonument. De voorgevel of de noord-oostelijke gevel van het huis Adama was eerder al een rijksmonument onder nummer 15380.
Omschrijving
Het gesticht start in Huize Adama (onderdeel I), het oorspronkelijke woonhuis van de schout van Etten en Sprundel, Jonkheer Hendrick van den Broeck, die in 1580 waarschijnlijk de eerste bewoner was. Rond dit "Huize Adama" vormt zich het opvoedingsgesticht. In en vanuit dit gesticht ontstaan in de 19de en 20ste eeuw verschillende vormen van onderwijs en opvoeding. Ook verzorgden de zusters een bewaar- en dorpsschool voor de Ettense bevolking. In 1826-27 start een zogenaamde "buitenschool" waar ook aan niet-vermogende meisjes les werd gegeven.
De eerste, nu kleine kapel genoemd (onderdeel III), wordt in 1850 gebouwd. Het gesticht wordt in 1854 een Franssprekend internaat genaamd: "Institut Saint Joseph". Tussen 1834-1864 worden in de voorbouw (onderdeel II) de eerste pensionaats- en leslokalen gebouwd. In 1864 krijgt het gesticht een pandhof. Huize Adama ligt dan verscholen achter gestichtsgebouwen. In 1908 wordt de tweede kapel (onderdeel IV) gebouwd. In 1904 start de kweekschool, deze werd vooraf gegaan door een normaalschool uit 1895. Met de bouw van een nieuwe noviciaatsruimte en een keuken ontstaat in 1909 een tweede pandhof, maar nu achter Huize Adama (een gedeelte van de bebouwing aan deze hof, die "het slot" vormt, wordt in 1980 vervangen door nieuwbouw). De naam van het gesticht wordt in 1922: "Instituut St. Joseph". Voor de zusters van de congregatie wordt in 1937 het zieken- en verzorgingshuis "Mariahof" nu genaamd "San Francisco II" gebouwd. In 1950 was het gesticht uitgegroeid tot een compleet dorp waarin meer dan tweehonderd zusters en driehonderd kostschoolmeisjes woonden. De laatste uitbreiding in 1957 is het gebouw "San Francesco I" met zijn tweeledige functie van huishoudschool en noviciaat. In 1965 ontstaat met de bouw van een overdekte gang tussen de voorbouw (onderdeel II) en grote kapel (onderdeel IV) een derde (pand)hof. In 1975-76 werden de gebouwen San Francesco I en II aangepast ten behoeve van de "Stichting Kloosterbejaardenoord". Tot de sluiting in 1976 van alle kostschoolactiviteiten werd het gesticht vele malen uitgebreid en/of verbouwd. Vanaf 1820 hebben de zusters een groot gebied zuid-westelijk van de Bisschopsmolenstraat in cultuur gebracht. De diverse akker-, bos-, wei- en hooilanden en boomgaarden, werden omzoomd door een zandpadenstelsel van loodrecht op elkaar staande lanen uit de 19de eeuw. Op de kop van een van de lanen bevindt zich een Lourdesgrot (onderdeel IV). De grot is samengesteld van gemetselde ratelaars (misgebakken klinkers). Voor de grot een smeedijzeren hekwerk voorzien van pijlpunten tussen gietijzeren balusters. Ten behoeve van de nieuwbouwwijk de Grauwe Polder werd rond 1980 de kloostertuin van de zusters gehalveerd en ingericht tot park voor de bewoners met behoud van de oude met linde- en kastanjebomen beplante lanen. Na 1980 wordt het grootste deel van de kostschool gesloopt. Hiervoor in de plaats komen een tachtigtal kamers voor de religieuzen aansluitend aan de voorbouw (onderdeel II). Pas na het afstoten van de kostschoolactiviteiten van de zusters werd het "Instituut St. Joseph" voor het eerst officiëel: "klooster 't Withof". Tot heden vormt Huize Adama (onderdeel I) de kern van het complex.
Waardering
Het complex bestaande uit de funtionele, visueel en historisch samenhangende onderdelen zoals klooster, kapellen, boerderij, tuin met lemenstructuur en Lourdesgrot is van algemeen belang vanwege de cultuurhistorische waarde als vertegenwoordiger van de transformatie van een herenhuis tot een omvangrijk katholiek complex met een meer dan regionale uitstraling, het heeft typologische waarde als vertegenwoordiger van een congregatieklooster met een gecompliceerde bouw- en gebruiksgeschiedenis. Het is van architectuurhistorisch belang vanwege de gelaagdheid en opeenvolging van diverse varianten van de katholieke Neogotiek. Het heeft ensemblewaarde vanwege de relatie tot de dorpse omgeving. Het geheel is zeldzaam, mede vanwege de complexmatige opzet, de omvang en de variatie aan gebouwen en stijlen.
Eigenschappen
Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
---|---|---|---|---|
Opleidingscentrum | Cultuur, gezondheid en wetenschap | Onderwijs en wetenschap | oorspronkelijke functie | Ja |
Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Bisschopsmolenstraat | 162 | B | 4876 AS | Etten-Leur | – | – | Ja |
Tamboerijn | 1 | – | 4876 BS | Etten-Leur | – | – | – |
Kadastraal perceel | Kadastrale sectie | Kadastraal object | Appartement | Kadastrale gemeente |
---|---|---|---|---|
– | L | 13085 | – | Etten-Leur |
Name | Beroep | Notitie |
---|---|---|
Soffers ; Noord-Brabant | architect / bouwkundige / constructeur | – |