Onderstation P.G.E.M., Arnhem
Inleiding
Vrijstaand BEDIENINGSGEBOUW van het voormalige P.G.E.M. onderstation te Arnhem, thans kantoorgebouw van de gemeentelijke Dienst Milieu en Openbare Werken. Het object is in 1927-1929 gebouwd naar ontwerp van ingenieur H. FELS in Nieuwe Haagse School-stijl. Het bedieningsgebouw staat midden op het terrein, schuin achter de woningen aan de Broekstraat.
De openlucht-schakelinstallatie achter het bedieningsgebouw is gesloopt. Hier werd de bedrijfsspanning van 50 kV, komende vanuit de Electrische Centrale Gelderland te Nijmegen, voor verdere distributie omgevormd naar 10 kV. In het bedieningsgebouw bevonden zich oorspronkelijk o.a. vijf regeltransformatoren, een bedieningsruimte met schakelborden, een accumulatorenbatterij en een transformatorruimte. Deze interieuronderdelen zijn verwijderd. Aan de voorzijde van het bedieningsgebouw stonden oorspronkelijk vier symmetrisch gerangschikte hoogspanningsmasten, waarvan twee op de hoeken van het gebouw en twee vrij ervoor op bakstenen sokkels. Het exemplaar op de linker hoek met leidingen in de richting Doetinchem is bewaard gebleven.
Omschrijving
BEDIENINGSGEBOUW van één/twee bouwlagen en souterrain op I-vormig grondplan. Het bouwvolume bestaat uit diverse in- en uitspringende blokvormige bouwmassa's die onderling in hoogte verschillen. De opzet is bijna symmetrisch: links en rechts aan de korte zijden bouwdelen van één hoge bouwlaag; daarop aansluitend hoge bouwdelen waarin de trappenhuizen (links over de volledige diepte van het pand met aan de voorzijde de hoofdingang, rechts alleen midden in de kern van het gebouw); in het midden tussen de trappenhuizen een breed bouwdeel van twee hoge bouwlagen, een souterrain en twee portieken aan de achterzijde. De gevels van gele en rode baksteen zijn gemetseld in Noors verband met verdiepte voegen. Alle vensteropeningen zijn voorzien van stalen ramen en kozijnen. De lekdorpels, afdeklijsten en consoles zijn van basaltlava. De lateien en luifels zijn van gewapend beton. Alle bouwdelen hebben een plat dak.
De VOORGEVEL bestaat uit een breed en hoog middengedeelte tussen lagere hoekrisalieten. De linker risaliet heeft op de hoek een sokkel die afsluit met een natuurstenen dekplaat waarop een hoogspanningsmast is geplaatst. De dekplaat rust op overhoeks geplaatste consoles met gestileerde stierekoppen. Tussen de consoles en de dekplaat bevinden zich bollen. Rechts hiervan bevindt zich een travee met twee boven elkaar geplaatste horizontale vensterstroken, elk bestaande uit drie gekoppelde enkelruits ramen. De rechter travee van de linker hoekrisaliet heeft in de eerste bouwlaag een bakstenen rondboogportiek met afgeronde hoeken, dubbele houten rondboogdeur met twee verticale raampjes, geboorte- en sluitsteen van basaltlava. Op de sluitsteen is een mannenfiguur afgebeeld met geheven armen, gebalde vuisten en bliksemschichten rond het hoofd. De gebeeldhouwde sluitsteen en consoles zijn vervaardigd door Gijs Jacobs van den Hof. Aan weerszijden van de ingang is een bakstenen bloemenbak aangebracht. In het hoog opgetrokken gedeelte boven de ingang bevindt zich een hoog rechthoekig trappenhuisvenster met twee natuurstenen tussendorpels en twee smalle muurdammen. De negen verticale raamstroken hebben gekleurd glas-in-lood in geometrische patronen. Om de hoek bevinden zich twee rechthoekige glas-in-loodramen. Het middengedeelte van de voorgevel is zeventien vensterassen breed en heeft in de souterrainverdieping drieruits ramen; in de eerste bouwlaag enkelruits draairamen met enkelruits bovenlichten; in de tweede bouwlaag een lage vensterstrook van telkens drie gekoppelde enkelruits ramen.
De rechter hoekrisaliet is op de hoek uitgebouwd met een bakstenen sokkel (waarop voorheen een hoogspanningsmast). Links hiervan bevindt zich in de oksel een portiek met luifel en bakstenen pijler, trap(-boom) en paneeldeur. Daarnaast bevindt zich op maaiveldniveau nog een ingang met een stalen deur onder een luifeltje. Boven deze ingangen zijn hoog in de gevel vier gekoppelde enkelruits valraampjes geplaatst.
De LINKER en RECHTER ZIJGEVEL hebben een uitgemetselde plint met afsluitende lijst van basaltlava, waarin vier grote rechthoekige openingen. Boven de plint bevinden zich twee keer twee gekoppelde grote bedrijfsdeuren. De hoger opgetrokken bouwdelen van de trappenhuizen zijn blind en voorzien van verspringende waterlijsten.
De ACHTERGEVEL heeft in beide hoekrisalieten twee ingangen, waarvan één op maaiveldniveau met luifeltje en één hoger geplaatste deur met een bakstenen trap tussen bakstenen trapbomen. Boven de ingangen is hoog in de gevel een vensterstrook van enkelruits valraampjes geplaatst. Het brede middengedeelte heeft aansluitend op de hoekrisalieten twee uitgebouwde ingangsportieken: luifel op twee muurstijlen, twee pijlers en trap(-bomen). De hoge dubbele paneeldeuren zijn voorzien van twee verticale raampjes. De souterrainverdieping heeft twee vensterstroken naast elkaar van elk vijf drieruits ramen. Hiermee corresponderen tien enkelruits draairamen met bovenlichten in de eerste bouwlaag. De tweede bouwlaag maakt ter plaatse van vijf grote vensteropeningen een geringe gevelvoorsprong waarvan de hoeken vier maal inspringen.
Enkele onderdelen zijn in het INTERIEUR bewaard gebleven, zoals het trappenhuis achter de hoofdingang met een bordestrap en gesloten balustrades, glas-in-loodramen en stucplafond met inspringende hoeken; in het middelste gedeelte drie grote vertrekken in respectievelijk de souterrainverdieping, eerste en tweede bouwlaag met een betonconstructie die bij de balken en/of de muurpijlers een getrapte console vertoont; zwart/rood betegelde vloer in de souterrainverdieping; parketvloer in de eerste bouwlaag; zwart marmeren trapje, vensterbanken en wandbekleding (met panelen in leverkleur) in de tweede bouwlaag.
Waardering
Voormalig BEDIENINGSGEBOUW van het voormalige P.G.E.M. onderstation in Arnhem.
- Van architectuurhistorische waarde als goed en grotendeels gaaf voorbeeld in exterieur van een industrieel gebouw in Nieuwe Haagse School-stijl van ir H. Fels. Kenmerkend zijn de in- en uitspringende blokvormige bouwmassa's, de horizontale banden, het kettingverband, de verdiepte voegen en het goede materiaalgebruik en ornamentiek (stalen ramen, lijsten, lekdorpels en stenen van basaltlava, gevelsculptuur van Gijs Jacobs van den Hof). Hoewel de technische installaties zijn verwijderd, bezit het pand toch nog een aantal waardevolle interieurelementen, zoals de oorspronkelijke vloer- en wandbekledingen.
- Van stedebouwkundige waarde als essentieel onderdeel van het grotendeels behouden onderstation in Arnhem, waarin het pand met name vanwege de enige overgebleven hoogspanningsmast van bijzondere betekenis is voor het aanzien van het industriegebied 't Broek en daarmee voor de stad Arnhem.
- Van cultuurhistorische waarde als bijzondere uitdrukking van de technische ontwikkeling van de elektriciteitsvoorziening en als zodanig een zeer waardevol en, als onderdeel van het onderstation, zeldzaam overblijfsel van industriële architectuur.
Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
Locatie
Inleiding
Voormalig ONDERSTATION van de N.V. Provinciale Geldersche Electriciteits-Maatschappij en thans in gebruik als kantoor en werkplaats bij de gemeentelijke dienst Milieu en Openbare Werken. Het complex is gesitueerd op een rechthoekig terrein op de zuidwestelijke hoek van de Van Oldenbarneveldtstraat en de Broekstraat. Even ten westen hiervan stond aan de Nieuwe Kade de gemeentelijke elektriciteitscentrale; een ontwerp van architect G. Versteeg uit 1907 (verwoest in de Tweede Wereldoorlog).
De spanningsverliezen die bij grote afname in het oorspronkelijke 10 kV-net optraden, leidden in 1919 tot het opvoeren van de bedrijfsspanning tot 50 kV en daarmee tot de bouw van enkele onderstations alwaar deze spanning voor verdere distributie werd omgevormd naar 10 kV. Het Arnhemse onderstation bestond in eerste opzet (1927-1929) uit:
1. een BEDIENINGSGEBOUW;
2. een HEFTOREN annex WERKPLAATS;
3. een rijtje van vier FABRIEKSWONINGEN met toegangspoort aan de Broekstraat. In 1939 werd het complex voltooid met:
4. een langgerekt MAGAZIJNGEBOUW;
5. en een GARAGE, beide aan de Van Oldenbarneveldtstraat.
De hoofdingang werd toen tussen het magazijn en de garage gesitueerd, nabij de hoek van de Broekstraat en de Van Oldenbarneveldtstraat.
Alle complexonderdelen zijn in Nieuwe Haagse School-stijl ontworpen door de Haagse ingenieur H. FELS (1882-....); huisarchitect van de P.G.E.M. tot 1955. Kenmerkend zijn de in- en uitspringende blokvormige bouwmassa's, de horizontale banden, de gevels van gele en rode baksteen in Noors verband, de verdiepte voegen en de stalen ramen. Het voormalige magazijngebouw aan de Van Oldenbarneveldtstraat vertoont bovendien kenmerken van het werk van architect W.M. Dudok, zoals overstekende luifels, uitspringende halfronde bouwmassa's voor trappenhuizen en horizontale vensterstroken. De gebeeldhouwde sluitstenen boven de personeelsingangen van het bedieningsgebouw en de werkplaats èn de consoles van de hoogspanningsmast zijn vervaardigd door Gijs Jacobs van den Hof.
Waardering
Voormalig P.G.E.M. ONDERSTATION uit het tweede kwart van de twintigste eeuw.
- Van architectuurhistorische waarde als goed voorbeeld van een grotendeels gaaf en compleet bewaard gebleven industrieel complex, dat opvalt door de hoogwaardige esthetische kwaliteit van de samenstellende onderdelen, zoals de gave verhoudingen, het goede materiaalgebruik en de bijzondere ornamentiek. Toepassing van de Nieuwe Haagse School-stijl in de afzonderlijke bedrijfsgebouwen heeft geleid tot architectonische eenheid. Als zodanig is het complex een goed voorbeeld van het werk van ir H. FELS. Met name het hijsgebouw en het bedieningsgebouw bezitten een aantal bijzondere en/of karakteristieke interieurelementen.
- Van stedebouwkundige waarde als onderdeel van het in de eerste helft van de twintigste eeuw tot ontwikkeling gebrachte industriegebied 't Broek aan de oostelijke rand van het Arnhemse stadscentrum, waarin het complex vanwege de omvang, de situering aan een kruising en de verschijningsvorm een bijzonder beeldbepalend element vormt.
- Van cultuurhistorische waarde als bijzondere uitdrukking van de technische ontwikkeling van de elektriciteitsvoorziening en als zodanig een zeer waardevol, en als onderstation zeldzaam overblijfsel van industriële architectuur.
Eigenschappen
Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
---|---|---|---|---|
Nutsbedrijf | Boerderijen, molens en bedrijven | Industrie | oorspronkelijke functie | Ja |
Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Van Oldenbarneveldtstraat | 92 | A | 6827 AN | Arnhem | – | – | Ja |
Van Oldenbarneveldtstraat | 92 | 3 | 6827 AN | Arnhem | – | – | – |
Van Oldenbarneveldtstraat | 92 | 2 | 6827 AN | Arnhem | – | – | – |
Van Oldenbarneveldtstraat | 92 | 1 | 6827 AN | Arnhem | – | – | – |
Kadastraal perceel | Kadastrale sectie | Kadastraal object | Appartement | Kadastrale gemeente |
---|---|---|---|---|
– | D | 5690 | – | Arnhem |
Start | Eind | Notitie | Beschrijving |
---|---|---|---|
1927 | 1929 | – | vervaardiging |
Name | Beroep | Notitie |
---|---|---|
Fels, Hendrik ; Gelderland | architect / bouwkundige / constructeur | – |